Leeftijd Van de ondervraagden vond 35% dat fotokaarten niet ouder moeten zijn dan circa één jaar en 31% achtte een maximale ouderdom van 5 jaar accepta bel. Of een jaarlijkse herziening een financieel haal bare kaart zou zijn, dient ernstig te worden be twijfeld. Een 5-jaarlijkse revisie lijkt meer aan vaardbaar, waarbij beslist wel gebieden kunnen worden gevonden waar met een 1 O-jaren-cyclus voor herziening zou kunnen worden volstaan. Symbolen en namen e.d. Deze werden in het algemeen niet nodig geacht. Opvallend was daarbij dat over een wegenclassifi catie-aanduiding niet werd gerept. Uit proeven van de O.E.E.P.E. toch is gebleken, dat bij het inter preteren van luchtfoto's dit de grootste moeilijk heden blijkt mee te brengen. Enkele namen in de fotokaart achtte men wel nuttig. Enkele wetenschappelijke instellingen vroegen om vermelding van technische gegevens als gebruikte opnamecamera, brandpuntsafstand, datum en tijd van opname, vlieghoogte enz. Uiteraard zouden dergelijke zaken eenvoudig in een legenda kunnen worden opgenomen. Kosten Zoals te verwachten was bleek bij de ondervraagden de kosten een belangrijke factor te zijn. Men is niet bereid, over het algemeen gezien, voor een foto kaart meer dan bijvoorbeeld 2 x de prijs van een topografische kaart (dus 2x 5,10, te betalen. Op de vraag of men in voorkomende gevallen zelf zonodig luchtopnamen zou laten vervaardigen om daarvan voor eigen behoefte fotokaarten te maken antwoordde 45% bevestigend en 41% ontkennend (14% had geen mening). Opvallend was echter dat bij de planologische diensten (groep III) 33% met „ja" en 66% met „neen" antwoordde en bij de rijks- wetenschappelijke instellingen (groep VI) 100% met „neen". Vragen van algemene aard Van de ondervraagden vond 75% het zeer nuttig als ons land een complete bedekking met fotokaarten op de schaal 15000 zou krijgen. Slechts 24% achtte dit niet nodig (1% had geen mening). Uit de verdere opmerkingen die men aan het slot van de enquête kon maken zijn de volgende de meest opvallende. a. De Duitse fotokaart, vervanger voor de „Grund- karte" achtte men heel vaak een uitstekend produkt. (Een in offset gedrukt exemplaar van deze Duitse fotokaart 15000 bevond zich in de demonsti atiemap van de enquêteurs). b. De publikatie van geproduceerde fotokaarten vond men eveneens belangrijk. Opneming in een catalogus werd voorgesteld. c. Gesteld werd dat een goede propaganda voor het gebruik van fotokaarten nodig is. Men meende dat de meerderheid van de kaartgebrui kers nog niet rijp is voor de toepassing van foto kaarten. Artikelen in de vaklitteratuur achtte men zeer gewenst. d. Bij de groep IV (waterstaatsdiensten) vond men de opdruk van kadastrale gegevens, zoals sectie- grenzen, nuttig. Wellicht zou een speciale uit gave met opdruk van zelfs perceelgrenzen nuttige diensten kunnen bewijzen. e. Indien het mogelijk zou zijn van bepaalde grote werken fotokaarten te laten verschijnen met een kort tijdsinterval, dan zouden deze zeer goede diensten kunnen bewijzen bij het volgen van de uitvoering van deze werken. f. De mogelijkheid voor het gebruik van foto kaarten voor toeristische doeleinden werd ook genoemd. In Duitsland neemt men daarmee thans proeven. Samenvatting Samenvattend kan worden gesteld: 1. Door 73% van de ondervraagden werden foto kaarten gebruikt en dus noodzakelijk geacht. Door 75% van alle geënquêteerden werd zelfs een complete bedekking van Nederland gewenst. 2. Om de fotokaart in Nederland ingang te doen vinden zal „opvoeding" in het gebruik ervan nodig zijn. De Werkgroep meent echter, dat deze fotokaart zichzelf zal propageren.* In Nordrhein-Westfalen bleek de vraag naar fotokaarten pas goed nadat men de produktie ervan had gestart. 196 ngt 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1972 | | pagina 8