zijn, twee betrekkelijk willekeurig gekozen andere voorbeelden van vroegere ondernemingen: het werk van de werkgroep „Geodeet in perspectief" met de daarop volgende studiedag in Delft van de Neder landse Landmeetkundige Federatie, begin 1970, en een voorstel, in 1968 gedaan door de wetenschappe lijke staf van de onderafdeling. Deze en andere ondernemingen zijn natuurlijk niet vruchteloos ge weest, hoewel het resultaat meestal niet dadelijk waarneembaar was. Ze hebben allemaal op hun manier bijgedragen tot de grote hoeveelheid ge gevens, wensen en opvattingen, waaraan later richt lijnen konden worden ontleend, die konden worden gevolgd bij het ontwerpen van een nieuwe opleiding tot g.i. Zo'n opleiding is echter een ingewikkeld proces waarin aankomende studenten worden vervormd tot bruikbare geodeten. De ingevoerde studenten voldoen aan voorwaarden opgelegd door het voor bereidend wetenschappelijk onderwijs (V.W.O.). De uitgevoerde geodeten moeten voldoen aan niet scherp geformuleerde voorwaarden die de maat schappij uiteindelijk stelt. Binnen de uit deze indirecte voorwaarden af te leiden grenzen kan het opleidingsproces worden ingericht in overeen stemming met directe voorwaarden, opgelegd door Wet, regel en traditie. Veel van deze externe omstandigheden hebben zich de laatste jaren, soms ingrijpend, gewijzigd, wijzigen zich thans of zullen dit naar verwachting doen in een nabije toekomst. Zo heeft het wis- en natuurkunde-onderwijs bij het V.W.O. zich zo sterk gewijzigd dat voor een bevre digende aansluiting het wis- en natuurkunde-onder wijs aan de hogeschool moet worden aangepast en daarmee het onderwijs dat de onderafdeling zelf verzorgt. Wat de onderafdeling met genoegen heeft gade geslagen, maar uit onderwijskundig oogpunt met zorg heeft vervuld, is de ontwikkeling van het geo detisch vakgebied. Technische en maatschappelijke ontwikkelingen met als oorzaken of gevolgen auto matisering, ruimteonderzoek en ruimtebesef hebben geleid tot een uitgroei in twee, oppervlakkig bezien, tegengestelde richtingen, zodat het vakgebied thans erkende deelgebieden zoals zeegeodesie, satelliet- geodesie en planologische geodesie omvat. Dit is een ontwikkeling die ook in het buitenland te zien valt. De ontwikkeling van de meer maatschappe lijk gerichte planologische geodesie vloeit mede voort uit onze grote bevolkingsdichtheid en de daarmee gepaard gaande gcondgebruiksconflicten. Het onderwijskundige probleem nu is deze ogen schijnlijk tegengestelde ontwikkelingen binnen één opleiding van beperkte omvang te houden. Want deze omvang is beperkt en zal waarschijnlijk met ingang van het studiejaar 1974/75 door de Wet Herstructurering Wetenschappelijk Onderwijs met alleen verder worden beperkt van een cursusduur van vijf jaar tot een van vier jaar, maar deze wet zal ook de inschrijvingsduur van de studenten sterk beperken. Laat de wet niet met zich spelen, de traditie is er om gebroken te worden. Traditie was en is vaak nog dat het hoger onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges. Hoewel dit, afhankelijk van de pedagogische kwaliteiten van de docent en van de aard van het vak, soms een aanvaardbare of ge wenste onderwijsmethode is, zullen vaak andere methoden, zoals werkcolleges, practica, het gebruik van audio-visuele media, geprogrammeerde instruc tie en projectonderwijs beter kunnen voldoen. De onderafdeling is zich onder de drang van de aangeduide beperkende omstandigheden meer toe- passingsbewust geworden dan zij tot voor enkele jaren was. In verband hiermee bestaat behoefte aan een doelgerichte inrichting van de opleiding, die, meer dan thans het geval is, rekening houdt met de samenhang van de onderwerpen en vakken in de opleiding. Bij de bestaande opleiding is de cursusduur vijf jaar, te verdelen over een basis- of rompstudie van vier jaar en een eindstudie van één jaar. In de basis studie wordt twee jaar uitgetrokken voor de prope deuse en twee jaar voor de kandidaatstudie. Zowel het propedeutisch als het kandidaatsexamen worden in twee gedeelten afgelegd. De opleiding kent voor geschreven periodes van praktisch werk en met in gang van het studiejaar 1972/73 ook een voor geschreven deelname aan een stuk onderwijs in projectvorm. Een deel van de vakken, b.v. de wis kundige, wordt door docenten buiten de onder- Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie" 24 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 10