Tabel I. Door wie wordt landmeetkundig werk gedaan? Geodetisch ingenieur Civiel Landmeter Landmeetkundige/Technisch ambtenaar Rayonchef Landmeetkundig Ambtenaar/Ploegchef/Rekenaar Tekenaar Voorman/Opnemer/Opzichter Meetarbeider/Meetassistent Door de uitdaging van de industrie verandert schijnbaar de inhoud van het werk. Zeker in eerste instantie is daarvan wel enige sprake. Het karakter blijft echter hetzelfde. Vooral op de lagere niveaus waar opleiding vrijwel synoniem is met intelligentie heeft dit z'n neerslag. Laten we daartoe de prestaties van de meetarbeider beschouwen. Ik heb dat kort weg als volgt gedaan: Tabel II. Prestaties meetarbeider (in km x kg/dag) 1950: (meetband) 20 x 4 80 1972(elektronische tachymeter) 4 x 20 80 Ondanks onze eis van meer inzicht en (misschien dus wel) meer betrokkenheid bij het werk aan de man gesteld, is zijn beloning het eerder krijgen van koude voeten. Eenzelfde, misschien minder gechargeerde rede nering, zou men voor het tekenwerk en het reken werk in de landmeetkunde kunnen opstellen. Hier heeft de apparatuur een stuk oorspronkelijke crea tieve inbreng overgenomen. De man wordt contro leur van de machine. Om ons huidige antwoord aan opleidingsmogelijk heden op deze problematiek goed duidelijk te kunnen maken, wil ik nog even verder inventariseren. In tabel III heb ik getracht één en ander zo goed mogelijk te doen. Welke conclusie u ook voor uzelf uit deze tabel zult trekken, persoonlijk heb ik wel wat moeite met deze opleidingschaos! Als geo deten echter confronteren wij onze medewerkers al jaren met deze opleidingsstructuur. Om met u althans nog wat overzichtelijk te kunnen verder praten, verwijs ik naar tabel IV. Hierin zijn dagopleidingen en vrijetijd-opleidingen gescheiden. Daartussenin is aangegeven wat de NLF er als eisen aan heeft toegevoegd, zonder echter een echt adequate opleidingsmogelijkheid te presenteren. In het kader van mijn inleiding vanmiddag heb ik de (grote) kostenverschillen nog buiten beschouwing gelaten. Ieder die zich daarvoor interesseert kan die gemakkelijk zelf opstellen. Lager dan het HTS-niveau stellen alleen het Kadaster met C.T.O. en Vakopleiding, en de Water staat met de Basisopleiding een dagopleidings mogelijkheid. Overigens kennen we dus alleen op leidingen in de „vrije tijd". Ik kom daarmee terug op het begin van mijn inleiding. In de huidige maatschappelijke ontwikkeling, waar in steeds meer aandacht wordt besteed, en besteed moet worden, aan het sö/newwerken (punt 1 en punt 2 van tabel I), waarin de vrije tijd bovendien een steeds kostbaarder gegeven wordt (punt 3) zou een constatering van een zó karige opleidingsmogelijk heid onze (vak)eer te na moeten zijn. Daarbij komt Tabel III. Opleidingschaos Tabel IV. Dagopleiding en vrije tijd opleiding Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie" BENAMINGEN OPLEIDINGEN meetarbeider opnemer/opzichter tekenaar landmk. rekenaar ambten. lmk techn. rayonchef ambten. civ.landm. geod. ir. L.O. L.T.S. U.T.S. M.T.S. N.L.F. (meetass.) MAVO wisk.) C.T.O./Baaisopl. landmk. kartograaf topografisch tekenaar (landmk. tek. N.L.F.) Landmeetk. I N.L.F. (tekenaar) (lm.technic.) Landmeetk. II (rekenaar) (landmeettechn. N.L.F.) HAVO (Ath./Gymn.) Vakcursus Hoger landmeetk. DAGOPLEIDINGEN N.L.F.-EXAMENS VRIJE-TIJD-OPLEIDINGEN meeta8sistent P.B.N.A. L.O.I. C.T.O. Basisopleiding tekenaar landmeettechnicus rekenaar Vakcursus H.T.S. T.H. Applicatiecursus ngt 73 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 19