Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie" - Breda 9 en 10 november 1972 De voordrachten, eind 1972 gehouden op het congres van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie, zullen in een aantal nummers van het NGT worden opgenomen, in oorspronke lijke dan wel bewerkte vorm. In dit nummer de voordrachten van ir. J. E. Alberda, ir. L. Aardoom en ir. H. A. L. Dekker. In volgende nummers komen de lezingen van prof. mr. P. de Haan, prof. ir. W. Baarda, ir. J. van Mierlo en dr. ir. M. J. M. Bogaerts, en een samenvatting van de forumdiscussie. Het college van bestuur telt vijf leden, waaronder q.q. de rector magnificus. Twee leden worden door de HR gekozen uit het WP in vaste dienst, twee worden door de Kroon benoemd na overleg met de HR. De voorzitter wordt uit de leden door de Kroon benoemd. Dit CvB is belast met het dage lijks bestuur van de hogeschool en heeft tot taak het voorbereiden, bekendmaken en uitvoeren van de besluiten van de HR, verder het beheer en het voort durend toezicht op al wat de hogeschool aangaat. Het college verstrekt de HR en de minister de ge vraagde inlichtingen betreffende de hogeschool. De rector magnificus (RM) wordt door de Kroon benoemd, op voordracht van het college van deka- nen, na overleg met de HR. Dit ambt kan alleen door een gewoon hoogleraar worden vervuld. Hij vertegenwoordigt de hogeschool in het verkeer met andere universiteiten en hogescholen. Hij is voor zitter (maar geen lid) van het college van dekanen. Het college van dekanen (CvD) bestaat uit de voor zitters (dekanen) der afdelingen (en onderafde lingen), en telt in Delft momenteel 13 leden. Het college vormt een kader voor overleg tussen de af delingen en geeft desgevraagd of uit eigen beweging advies inzake het onderwijs en de wetenschaps beoefening aan de HR en het CvB. Toekenning van het doctoraat en het eredoctoraat geschiedt door dit college, het eredoctoraat op voordracht van een afdelingsraad, en gehoord de HR. De getallen in hokjes in fig. 1 geven de aantallen leden van de verschillende lichamen aan, de dunne pijlen met omkringde getallen: waar zij vandaan komen en in welk aantal. De gearceerde pijlen zijn bedoeld als indicatie van bestuurlijke verhou dingen de verantwoordelijkheid van het CvB zowel tegenover de HR als tegenover de minister heeft in december 1972 in Delft grote moeilijkheden met zich meegebracht. 2.2 Bestuursstructuur van de onderafdeling der geodesie Na de behandeling van de bestuurorganisatie van de TH als geheel, het zgn. topniveau, komen wij toe aan de afdelingen of onderafdelingen, die het middeniveau vormen. Als voorbeeld is in fig. 2 de opbouw van de onderafdeling der geodesie ge- schetst, de getallen geven weer de aantallen leden aan. De afdelingen verzorgen het onderwijs en de wetenschapsbeoefening op de verschillende vak gebieden. De personen die aan een afdeling ver bonden zijn vormen de afdelingsgemeenschap be staande uit de geledingen WP, NWP, en studenten. Het bestuur wordt gevormd door de afdelingsraad en het afdelingsbestuur. De afdelingsraad bestaat voor ten minste de helft uit leden van het WP; de leden van deze raad worden rechtstreeks uit en door de respectievelijke geledingen gekozen. De grootte van de afdelingsraad wordt vastgesteld bij bestuursreglement van de TH. Het afdelingsbestuur wordt door de raad, al dan niet uit zijn midden, gekozen; de onderafdeling der geodesie heeft een bestuur van vier leden, gekozen uit de 12 raads leden. De voorzitter van het bestuur wordt door de raad gekozen uit de gewone hoogleraren en lectoren, en draagt de titel van dekaan van de afdeling. Het bestuur verstrekt aan de raad de gevraagde in lichtingen betreffende zijn handelingen. Tot de taak van de afdelingsraad behoort de organisatie en de coördinatie van het onderwijs en het onderzoek op de tot de afdeling behorende vakgebieden, het vast stellen van het onderwijsprogramma en de eisen te stellen aan het onderzoek, de cursusduur van de studiefasen, en de nadere regeling van de examens en tentamens. De leden van deze raad zijn niet ge kozen op grond van specifieke deskundigheid op een vakgebied, en de Wet schrijft dan ook het in stellen voor van commissies voor het afnemen van examens, voor het onderwijs en voor de weten schapsbeoefening; laatstgenoemde twee commissies geven desgevraagd of uit eigen beweging advies aan raad en bestuur. De vervulling van verschillende van bovengenoemde taken is gebonden aan goed- ngt 73 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 5