Hoofdlijnen van het nieuwe studieprogramma geodesie L. Aardoom Waarom een nieuw studieprogramma? De opleiding tot geodetisch ingenieur (g.i.) is al sinds jaren onderwerp van gesprekken binnen de onderafdeling van de Technische Hogeschool te Delft, waar deze opleiding wordt verzorgd, en ook wel daarbuiten. Wat deze onderafdeling betreft is dit niet zo bijzonder want zij behoort het studie pakket voortdurend kritisch te bezien om te komen tot een optimale vervulling van haar primaire taak aan de hogeschool; zo'n kritische opstelling heeft een normale en gewenste sturende functie. Méér bijzonder zijn de gesprekken buiten de onder afdeling, want zij doen vermoeden dat de besturing te wensen overlaat. Toch ontstond er ongeveer tien jaar geleden ook binnen de onderafdeling al enige bezorgdheid over de opleiding en wel voornamelijk onder de studenten. Zij vroegen zich af wat na be ëindiging van hun studie hun plaatsingsmogelijk heden zouden zijn. Hoewel deze vraag op de tegen woordige onzekere academische arbeidsmarkt weer meer actueel wordt vragen de studenten, en sommige anderen met hen, nu méér dan vroeger naar hun maatschappelijke motivatie om geodeet te worden via de bestaande opleiding daartoe. Ter overtuiging dat de pogingen om de opleiding voor g.i. te herzien niet van vandaag of gisteren Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie" Literatuur Wensen met betrekking tot de Wet op het wetenschappelijk onderwijs daterend van de periode van vóór de WUB vindt men o.a. in: P. J. Kipp, De wetenschappelijke staf en haar plaats in de structuur der universiteit. Universiteit en Hogeschool 2, Nr. 2, (1955). G. J. van den Berg en Th. J. Yzerman, De wetenschappelijke staf en de nieuwe wet op het hoger onderwijs. Universiteit en Hogeschool 6, Nr. 2, (1959). J. M. F. Landsmeer, De wetenschappelijke staf en het ont werp van wet 2597. Universiteit en Hogeschool 6, Nr. 6, (1960). Th. J. Yzerman, De organisatie van hoogleraren, lectoren en wetenschappelijke medewerkers. Universiteit en Hoge school 9, Nr. 5. (1963). Academische Raad, Zelfstandige taakvervulling van de uni versiteit en hogeschool. Rapport van de commissie ad hoe onderzoek zelfstandige taakvervulling van de univer siteit en hogeschool, (zgn. Commissie-Maris). Hoofdlijnen van een voorstel tot herziening van bestuur en organisatie van instellingen van wetenschappelijk onderwijs. 's-Gra- venhage, april 1967. De WUB 1970 is gepubliceerd in het Staatsblad no. 601 van 1970, de ontwerpen van wet en de MvT's die hier besproken zijn vindt men in de Handelingen van de tweede kamer; voor de WUB: zitting 1969-1970, No. 10636; voor de Wet herstructurering wetenschappelijk onderwijs: zitting 1970- 1971, No. 11281. De zgn. Nota's-Posthumus zijn: K. Posthumus, De universiteit. Doelstellingen, functies, structuren. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1968. K. Posthumus, Universitair onderwijs. Doelstellingen, func ties, structuren. Eerste voortgangsnota. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1970. K. Posthumus, Universitair onderwijs. Structuren. Tweede voortgangsnota. Samenvatting, voorstellen, aanbeve lingen. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1970. Kritiek op de Wet-Posthumus is overvloedig uitgeoefend. Standpunten ingenomen binnen faculteiten en studierich tingen vindt men in de eerste hierna genoemde publikatie. De tweede bevat enkele kritische artikelen. G. J. Bergenhenegouwen, De nota Posthumus in discussie. Een analyse van standpunten. SISWO, Sector Onderzoek Wetenschappelijk Onderwijs. Amsterdam, 1970. G. J. Bergenhenegouwen, Wetenschap en Samenleving. Orgaan van het Verbond van Wetenschappelijke Onder zoekers, 25e jaargang, No. 7, november 1971. Enkele publikaties die zich bezig houden met het tertiair onderwijs resp. het post-academisch onderwijs zijn Nota „Op weg naar hoger onderwijs nieuwe stijl", van de ministers De Brauw, Van Veen en Lardinois. Hande lingen van de tweede kamer, zitting 1971-1972, No. 11697, met vervolgbrief dd. 29 mei 1972. Commissie Ontwikkeling Wetenschappelijk Onderwijs; (zgn. Commissie-De Moor) Het overheidsbeleid inzake het tertiair onderwijs. Begrippen en uitgangspunten. Staats uitgeverij, 's-Gravenhage, 1971. Studiecommissie Coördinatie technisch wetenschappelijk onderwijs-hoger technisch onderwijs (zgn. Commissie- Schlösser), Discussienota/ontwerp-rapport. Voorlichtings dienst Min. van O. en W., april 1971. H. R. van Nauta Lemke en J. G. Dijkman, Structuurplan voor het technisch tertiair onderwijs. Technische Hoge school Delft, 1972. Academische Raad, Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs. Rapport van de Commissie Algemene vraagstukken Post academisch Onderwijs (zgn. Commissie-Diepenhorst). Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1971. ngt 73 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 9