zo heel veel minder dan die van de eigenlijke geo desie, wanneer men daarbij de pure wiskunde buiten beschouwing laat, die tezamen met de informatica 25% beslaat. Voor de mathematisch-technische geo desie wordt momenteel gedacht aan 35% en voor de parageodesie aan 25% met een overgangsgebied tussen die twee van 15%. Dit betekent dat praktisch bijna één van de drie jaren gewijd is aan de maat schappelijk georiënteerde vakken. Dat zal meer zijn dan bij enige andere technische studierichting in Delft het geval is. Dus nogmaals: waarom? Ik zal eerst een paar algemene redenen noemen, die gelden voor de universitaire studie in het algemeen en daarna nog enkele speciale voor de geodetische studie. 2. Achtergronden De algemene redenen betreffen enerzijds een ont wikkeling op het terrein van de wetenschap en anderzijds één op het terrein van de maatschappij. Op het gebied van de wetenschap begint zich duide lijk een ontwikkeling af te tekenen in de richting van generalisering. Men kan ook zeggen: een hernieuwd universalisme. De universiteit, die haar naam ont leent aan de universitas scientiarum, de eenheid van wetenschappen, begon de laatste tijd meer te lijken op een multiversiteit waarin niemand meer met iemand kon praten. Boulding, de grote man van de algemene systeemtheorie, drukte dit als volgt uit: „Men vraagt zich soms af of de wetenschap niet knarsend zal vastlopen, omdat zij alleen nog bestaat uit een verzameling ingekapselde kluizenaars, die ieder in zichzelf zitten te mummelen in een alleen voor henzelf verstaanbare taal".1 Mijn Delftse collega Wessel, hoogleraar in het bestuursrecht en de bestuurskunde, trok in dit verband de vergelijking met de torenbouw van Babel, zoals die in Genesis 11 wordt beschreven;2 dat betrof dus het mislukte eenheidsstreven in de begintijd. Men zou wat de nieuwste ontwikkeling betreft misschien kunnen verwijzen naar de Openbaring van Johannes, waar deze in hoofdstuk 13 spreekt over een demonisch eenheidsstreven in de eindtijd. Hoe dat zij, er is thans een duidelijk streven gaande naar toenadering tussen de verschillende vakwetenschappen. Aan de universiteiten onstaan centra en werkgroepen voor multidisciplinair onderzoek, het projectonderwijs is een soortgelijke poging op het gebied van het onderwijs. Zelfs wordt al gesproken van inter- disciplinair onderwijs en onderzoek als poging tot een integrale benadering van de werkelijkheid. In dit licht moet men ook de algemene systeemtheorie bezien, waar ik aanstonds nog wat nader op in zal gaan. Op het terrein van de maatschappij doet zich het verschijnsel van de vermaatschappelijking voor. Steeds meer vraagt men zich af wat de maatschappe lijke werking is van de wetenschap,3 de techniek, de kunst,4 het recht5 en zelfs de godsdienst6 enz. De ivoren toren van de wetenschapsman wordt tot de grond afgebroken, de waardevrijheid van zijn onderzoek in hoge mate in twijfel getrokken. Hij moet zich voortaan maatschappelijk verantwoorden voor zijn daden, net zo goed als iedereen. Steeds meer worden door de maatschappij academici ge vraagd, die niet maar een of ander vak hebben ge leerd, maar die in grote verbanden of structuren kunnen denken of op zijn minst in teamverband kunnen werken. Nog nooit zijn wetenschap en techniek zo zeer maatschappelijk geïntegreerd ge- Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie" 1 Citaat ontleend aan Prof. ir. J. in 't Veld, Denken in sys temen: systeembegrippen, systeembenadering, hiërarchie van systemen, De Ingenieur, jrg. 84, nr. 32/33, 11 augustus 1972, waar hij verwijst naar K. E. Boulding, General Systems Theory - The skeleton of Science, Management Science, Apr. 56, pp. 197-208. 2 Prof. mr. J. Wessel, Van rechtsbeslissing naar proces beheersing, inaug. rede Delft 1971, blz. 4. 3 Hierover o.m. de rede van prof. dr. H. Hoefnagels op de studiedag over „De geodeet in perspectief", Tijdschr. Kad. en Landmeetk. 1970, nr. 2, blz. 72 e.v.zie ook de andere bijdragen. 4 Zie de dezer dagen verschenen Discussienota Kunstbeleid van de Minister van CRM, waarin deze een kunstbeleid dat gericht is op de maatschappelijke werking van de kunst in plaats van op de instandhouding van de kunstenaars, voorstaat. 5 Over de vermaatschappelijking van het recht is ten onzent veel geschreven door een rechtssocioloog als prof. mr. J. Valkhoff. Zie o.a. zijn afscheidscollege over Vermaat- schappelijkt vermogensrecht in het nieuwe B.W., Zwolle 1967, waar men ook vele andere literatuur vindt aange haald. 6 Men noemt de stroming in de theologie die zich wat een zijdig op de maatschappelijke werking van de godsdienst richt „horizontalisme". Tegen deze eenzijdigheid richtte zich het bekende Getuigenis in de Ned. Hervormde Kerk. 42 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 4