totale studieduur mag bedragen. Toch kan men de
instrumentele geodesie niet als een losse eenheid
zien, omdat deze teveel verweven is met alle andere
aspecten van geodesie.
In deze rubriek zijn ondergebracht fotogrammetrie
en kartografie, die weliswaar een sterk instrumen
teel karakter hebben, maar waarbij natuurlijk een
groot aantal andere zaken zal worden onderwezen.
De vakken zoals administratieve automatisering -
gravimetrie - astronomische geodesie - satelliet-
geodesie - geodetische informatica, zijn ook voor
een groot deel instrumenteel maar zijn toch in
andere rubrieken ondergebracht.
Ter voorbereiding op het onderwijs in de instru
mentele geodesie zijn enige vakken op het gebied
van de algemene natuurkunde en elektronica opge
nomen. Bij de algemene natuurkunde worden
optica, mechanica en trillingen en golven behandeld.
Bij de elektronica gaat het om enig begrip van de
opbouw van elektronische systemen te verkrijgen.
Bij de eenvoudige landmeetkundige instrumenten
worden onderwerpen behandeld die behoren bij
detailmeting, hoogtemeting en tachymetrie. Hierbij
wordt uitgegaan van de veronderstelling dat de
geodetisch ingenieur nauwelijks zelf nog metingen
zal uitvoeren. Kennismaking met het terrein blijft
overigens erg belangrijk. Bij elektronische geode
tische instrumenten worden aspecten van elek
tronische afstandsmeting en hyperbolische plaats
bepalingssystemen behandeld.
Bij instrumentele systemen wordt onderwijs gegeven
in perceptie, analoog-digitaalomzetting, digitale
elektronica, zoals geheugens, besturing, special
purpose computers. Verder zal als voorbeeld de
opbouw van enkele grote instrumentele systemen
worden behandeld.
Onderzoek
In de eerste plaats zal onderzoek ten behoeve van
het onderwijs moeten worden verricht. Vermoedelijk
zullen wij ons hierbij eerst concentreren op perceptie-
onderzoek en onderzoek op het gebied van de te
programmeren micro-computersystemen. Dit laatste
is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van
besturingen en van special purpose computers,
maar ook voor het ontwerpen van interfaces.
Dit zijn apparaten die een koppeling tot stand
brengen tussen meetinstrumenten, plaatselijke reken-
eenheden en uitwerkingsapparatuur. Op het gebied
van de analoog-digitaal omzetters is reeds veel
onderzoek verricht.
Daarnaast willen we graag grensverleggend onder
zoek uitvoeren om betere geodetische instrumenten
te ontwerpen, gezien de beperkte mogelijkheden van
de geodetische industrie. De laatste jaren is hieraan
in ons laboratorium veel aandacht besteed. Het be
zwaar is echter dat instrumenteel onderzoek erg
arbeidsintensief is en daardoor een zware belasting
voor onze capaciteit betekent.
Het zwaartepunt zal nu komen te liggen bij onder
zoek op het gebied van de administratieve informa
tica en land- en stadsinrichting. Dit gebied is nu be
langrijker, omdat het een zwaarder accent in de
studie krijgt, en omdat hiermee direct de plaatsings
mogelijkheden van de geodetisch ingenieur gemoeid
zijn. Deze beperking van het instrumentele onder
zoek is aan de andere kant te betreuren omdat wij
een deel zijn van de Technische Hogeschool. Vooral
op de afdelingen technische natuurkunde en elektro
techniek is veel kennis verzameld, die wij maar voor
het oprapen hebben. Maar helaas wij kunnen nu
eenmaal geen ijzer met handen breken.
Congres „Onderwijs en Onderzoek in de Geodesie"
Literatuur
1. L. Hallermann und H. Zetsche, Die Entwicklung der
Nahbereichsentfernungsmesser seit 1968. Zeitschrift für
Vermessungswesen, 1972, blz. 233.
2. M. J. M. Bogaerts, De ART, een zelfreducerende elek
tronische tachymeter met een automatisch registratie
systeem. Nederlands Geodetisch Tijdschrift 1972, blz.
87 e.v.
3. J. Visser, Vervaardiging en toepassing van orthofoto's.
Voordracht voor de Nederlandse Vereniging voor Foto
grammetrie, 20 oktober 1972.
4. Manual of photogrammetry. American Society of Photo-
grammetry 1966.
5. A. V. Hoekstra, Het digitaliseren van grafisch voorge
stelde informatie. Afstudeerscriptie 1972, Technische
Hogeschool Delft.
6. H. C. van der Hoek, Tafelcomputers. Nederlands Geo
detisch Tijdschrift 1972, blz. 171 e.v.
7. G. J. Husti, De onderwatertechniek van de Mariene
Geodesie. Nederlands Geodetisch Tijdschrift 1971, blz.
41 e.v.
8. M. C. A. Bijleveld e.a., Produkt-ontwikkeling en Werk
tuigbouw. De Ingenieur 1971, blz. W33 e.v.
9. C. J. D. M. Verhagen, Metingen. Collegehandleiding.
Technische Hogeschool Delft.
ngt 73
73