I.K.-perikelen III: De kennisgeving Inleiding In dit hoofdstuk zal nagegaan worden wanneer be langhebbenden een kennisgeving ontvangen en wat deze kennisgeving aan informatie bevat. Omdat niet alle veranderingen die in de zakelijke rechtstoestand van onroerende goederen kunnen optreden ter kennis van de administratie komen, zal eerst een summier overzicht worden gegeven van de ver anderingen die wel en die niet in de administratie verwerkt worden. Summier overzicht Voor de vestiging en overdracht van een aantal zakelijke rechten eist de wet inschrijving van de akte in de openbare registers, op straffe dat bij niet voldoen hieraan, het beoogde effect niet wordt be reikt. Met de privaatrechtelijke handelingen zelf die tussen de burgers onderling tot stand komen en die in de akten worden vastgelegd, heeft de overheid geen bemoeienis; slechts de inschrijving van de akten wordt dwingend voorgeschreven. Enkele voor beelden van vestiging en overdracht van zakelijke rechten op onroerende goederen die met inschrijving gepaard dienen te gaan (met daarachter een ver wijzing naar de artikelen van het B.W.) zijn: eigen domsovergang door levering (671), vestiging van de rechten van erfdienstbaarheden (743), van opstal (760), van erfpacht (767), van vruchtgebruik (807), van hypotheek (1224, 1231). Er vinden echter ook een groot aantal veranderingen in de zakelijke rechtstoestand van onroerende goe deren plaats die zonder publikatie rechtsgeldig tot stand komen. Voorbeelden hiervan zijn (weer met verwijzing naar de B.W.-artikelen): eigendom van onroerende zaken die onbeheerd en/of zonder erf genaam zijn (576), eigendom van eilanden en platen die ontstaan in onbevaarbare rivieren (644), eigen dom van verlaten rivierbeddingen (647), eigendom van de grond die overstoven is door een zeeduin (650), eigendom van aanslijkingen en aanwassen aan lopend water (651), eigendom van aanspoe lingen aan oevers van bevaarbare meren (652), eigendom van afgescheurd en aangeworpen land (654), eigendomsverkrijging door verjaring (665), eigendomsverkrijging door erfopvolging (666), ei gendomsverkrijging van een gedeelte van het dienst baar erf (736), ontstaan erfdienstbaarheden door verjaring (742, 744, 745), ontstaan erfdienstbaar heden door bestemming (747, 748), tenietgaan van erfdienstbaarheden (750, 753, 754, 755), tenietgaan van het recht van opstal (762, 765, 766), tenietgaan van het recht van erfpacht (780, 783), tenietgaan van het recht van vruchtgebruik (819, 854, 855, 856, 857, 859, 862, 863), tenietgaan van het recht van hypotheek (1253). Hoewel een klein aantal van de hierboven genoemde veranderingen door partijen, uiteraard geheel vrijwillig, meestal wel worden ge publiceerd (b.v. de scheiding van een onverdeelde boedel, de doorhaling van een hypotheek), blijven de meeste veranderingen toch buiten de publikatie. Vandaar dat het openbaar register (als verzameling van alle gepubliceerde stukken) slechts een onvol ledige afspiegeling is van de in werkelijkheid tot stand gekomen veranderingen in de zakelijke rechts toestand van de onroerende goederen. De minister die een administratie wil voeren n.a.v. de gepubliceerde stukken (ik kom zo dadelijk op deze administratie nog terug) heeft pogingen aan gewend om de bovengenoemde onvolledigheid van het openbaar register te verminderen. Gezien de grote verscheidenheid van de gevallen is hem dat slechts ten dele gelukt. In de eerste plaats ontvangt de bewaarder t.a.v. de eigendomsverkrijging door erfopvolging (art. 666 B.W.) van de inspecteur der registratie en successie de formulieren Registratie nr. 51 die de aangiften bevatten van alle veranderingen in de zakelijke rechtstoestand van onroerende goederen ontstaan bij overlijden. Deze gegevens worden in de admini stratie verwerkt. Vervolgens heeft de landmeter in art. 169 der I.K. van de minister opdracht gekregen om de bij de opnemingen te velde gebleken veranderingen die gevolg zijn van natuurlijke oorzaken in de admini stratie toe te passen. Merkwaardig is dat de minister van slechts enkele veranderingen voorschriften geeft (art. 91 t/m 97 der I.K.) en de andere onvermeld laat. Tenslotte dient de landmeter, eveneens volgens art. 169 der EK., een ongenummerd onroerend goed te nummeren en te naam te stellen en indien van een genummerd onroerend goed de rechthebbenden niet kunnen worden opgespoord dit goed ten name C. WMOOR Een grondig wantrouwen in autoriteiten en deskundigen is heilzamer dan één gram te veel aan blindelings vertrouwen. Dr. O. Jager 76 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 16