bevat: de aanduiding van het perceel d.m.v. kadas
trale gemeente, sectie en nummer, de grootte van
het perceel, het artikel van de kadastrale legger
waarop het perceel is geboekt, de nummers van de
vervallen percelen die geheel of gedeeltelijk in het
nieuwe perceel zijn opgenomen, de aanleiding tot
de meting of de vernummering en tenslotte naam,
adres en woonplaats van degene voor wie de kennis
geving bestemd is.
Wat krijgt de belanghebbende nu eigenlijk aan
wezenlijke informatie? Niet veel!
Het kadastrale nummer als zodanig zegt hem niets,
de kadastrale gemeente met de sectieletter is slechts
een zeer globale aanduiding die het onroerend goed
volstrekt onvoldoende lokaliseert.
Het artikel van de kadastrale legger heeft door
gaans slechts betekenis voor het aangiftebiljet van
de grondbelasting. Het vermelden van de vervallen
nummers lijkt aardig maar is door het ontbreken
van de volledige verwijzing niet afdoende. De aan
leiding tot de meting of de vernummering wordt
bijna altijd veel te summier vermeld (er worden uit
drukkingen gebezigd als: verkoop, ruiling, schei
ding, afstand, uitgifte in erfpacht, vereniging, split
sing, sectiewijziging, enz.). De grootte van het
perceel is een wezenlijke informatie, maar bij de
behandeling van het onderdeel grootteberekening
(zie N.G.T. blz. 54) heb ik er op gewezen hoe vaak
er aanleiding bestaat voor een onbetrouwbaar resul
taat. Tot zover de gegevens die op de kennisgeving
voorkomen.
Er zijn echter ook gegevens die voor de zakelijk
gerechtigde van belang zijn en die op de kennis
geving ontbreken.
Zo valt het direct op dat de aanduiding van het
zakelijk recht niet op de kennisgeving voorkomt. Ik
meen te weten dat veel hoofden van bureau dit wel
op de kennisgeving vermelden. Vervolgens wordt
(voor de daarvoor in aanmerking komende ge
vallen) niet verwezen naar de ingeschreven stukken
die aanleiding hebben gegeven tot het uitvoeren
van metingen en het vormen van nieuwe percelen.
Ook wordt niet vermeld wie de aanwijzing heeft
verricht en op welke dag dat is geschied. Wat het
nieuwe perceel betreft ontbreekt de soort van eigen
dom en de plaatselijke benaming, hoogst belangrijke
gegevens die het onroerend goed veel beter lokali
seren dan de kadastrale aanduiding. Tenslotte ont
breekt iedere mogelijkheid tot verificatie door de
zakelijk gerechtigde van het nieuwe perceel met het
object dat aangewezen is (dit zou kunnen gebeuren
door het verstrekken van b.v. een tekening, een
extract plan, een kopie van het veldwerk of door het
geven van een beschrijving van de grenzen).
Hoe gebrekkig de informatie op de kennisgeving
ook is toch zijn de zakelijk gerechtigden die een
dergelijke kennisgeving ontvangen nog bevoordeeld
t.o.v. hen die in de ingeschreven stukken en de for
mulieren Registratie nr. 51 uitsluitend gehele per
celen hebben gebruikt. Deze laatsten ontvangen
nadat de administratie is bijgewerkt geen enkele
informatie over de nieuwe gegevens. Wel kunnen
zij deze te weten komen maar dan dienen wel een
aantal guldens neergeteld te worden! Dit staat dan
wel in schrille tegenstelling met de werkwijze van
b.v. de girodienst van de P.T.T. en de bankinstel
lingen, die hun cliënten na elke mutatie direct be
richt sturen.
De minister heeft gemeend op deze regel één uit
zondering te kunnen maken. Er is één zakelijk ge
rechtigde die over alle veranderingen die in de ad
ministratie optreden een uitgebreide informatie ont
vangt. Deze zakelijk gerechtigde krijgt volgens art.
574 der I.K. van elke verandering onverwijld de
volgende inlichtingen: de naam van de bewaring,
de aard van de verandering (koop, ruiling, ont
eigening enz.), de datum van de in- of overschrijving
der akte (met deel en volgnummer), het legger
artikel waarvan is afgeboekt, het leggerartikel waar
op is overgeboekt, de perceelsaanduiding d.m.v.
kadastrale gemeente, sectie en nummer (eventueel
gedeeltelijk), de grootte, de soort van eigendom,
de plaatselijke benaming, de belastbare opbrengst
ongebouwd en gebouwd. Deze zakelijk gerechtigde
is de Staat!
Uit het voorgaande kan dus de conclusie getrokken
worden dat de Staat (als overheid) zichzelf (als
zakelijk gerechtigde) datgene toespeelt wat zij voor
een groot gedeelt vele andere zakelijke gerechtigden
onthoudt. En dan te bedenken dat deze zakelijk
gerechtigden met hun (door hen zelf betaalde)
akten de bouwstenen leveren voor het openbaar
78
ngt 73