Literatuurinformatie
Verschenen
MEASUREMENT OF THE BASE „AFSLUITDIJK"
G. Bakker, M. Haarsma, B. G. K. Krijger and
J. C. de Munck
Netherlands Geodetic Commission
Publications on Geodesy, Volume 4, number 4
Tijdens het 3e symposium over de hervereffening van het
Europese driehoeksnet (München, 1S 62) werd de wenselijk
heid uitgesproken een nieuwe basis te meten in het noord
westen van Nederland (resolutie No. 3, Bulletin Géodésique,
No. 67, maart 1963, blz. 69). Deze nieuwe basis zou de in
1913 bij Stroe gemeten basis moeten vervangen welke door
wegverbreding verloren was gegaan.
Naoat besloten was aan bovengenoemde resolutie uitvoering
te geven werd de auteurs van dit rapport verzocht een studie
te maken van de theoretische en praktische aspecten van dit
project en de voorbereidingen en de supervisie van de eigen
lijke metingen op zich te nemen.
De keuze van de plaats van deze basis was vrijwel beperkt
tot de Afsluitdijk tussen Noord-Holland en Friesland. De
sluistorens van de Stevin- en Lorenzsluizen werden gekozen
als eindpunten van de basis. In tegenstelling met de basis bij
Stroe, die ongeveer in het midden van ons land was gelegen,
wordt door het meten van de nieuwe basis het Nederlandse
primaire net thans omsloten door deze basis, de Duitse basissen
bij Meppen (hermeten in 1960) en die bij Bonn (gemeten in
1892), en de Belgische basis bij Zeebrugge (gemeten in 1938).
Aangezien de eindpunten van de basis geen deel uitmaken
van het primaire net was het meten van een basisvergrotings-
net noodzakelijk voor het overbrengen van de lengte van de
basis op één der zijden van dit net. De keuze van de stations
voor dit basisvergrotingsnet was beperkt tot de primaire
punten Workum, Eierland en Sexbierum. Door het opnemen
van de lagere-orde-punten Burgwerd en Staveren was het
mogelijk het basisvergrotingsnet voor twee doeleinden te
gebruiken, wat van begin af aan de opzet was. Deze twee
doeleinden waren:
a. een schaalcontrole van het Nederlandse primaire drie
hoeksnet en hierdoor een bijdrage te leveren aan de her
vereffening van het Europese driehoeksnet
b. het verkrijgen van zeer nauwkeurig bepaalde afstanden
voor het ijken van elektro-optische en elektronische
afstandmeters.
Deze doeleinden kunnen goed worden gecombineerd
aangezien voor beide metingen van zeer hoge nauwkeurig
heid vereist zijn. Het voordeel van een basisvergrotingsnet als
bovenvermeld is dat op deze wijze afstanden worden ver
kregen die vrijwel geheel over land of over water gelegen
zijn terwijl andere gedeeltelijk over water en gedeeltelijk over
land lopen. Met betrekking tot het doeleinde genoemd onder
(b) geeft dit de gelegenheid om een inzicht te verkrijgen in
het gedrag van diverse instrumenten onder verschillende
omstandigheden.
De basis onderscheidt zich in zoverre van andere basissen
dat de \erhouding van haar lengte (24 km) tot de zijden van
het basisvergrotingsnet ongeveer 2:3 is. Om deze reden was
het niet nodig de diverse richtingen een verschillend aantal
malen te meten (zoals normaal gebruikelijk is bij basis-
vergrotingsnetten).
De meting van de basis werd uitgevoerd met behulp van
invardraden. Bovendien werden geodimetermetingen uit-
Aanslultingsnet Basis - Afsluitdijk
Burgwerd NL 337
Scale
O 10 20 30 40 50 km
gevoerd van een pijler die in het midden van de basis was
opgericht (op gelijke afstanden van de eindpunten). Laatst
genoemde metingen waren in de eerste plaats bedoeld om
een inzicht te verkrijgen in de bereikbare nauwkeurigheid
indien een zekere afstand (in dit geval de halve basislengte)
wordt verdubbeld (omcirkelen) met behulp van een geodi-
meter waarbij de invardraadmetingen dienen als controle.
Alle bovengenoemde metingen werden uitgevoerd in de
iaren 1964-1967 en wel als volgt:
1964 - voorbereidingen
- proefmetingen voor het basisvergrotingsnet
1964-1966 - geodimetermetingen
1965 - invardraadmetingen
waterpassing van de basis
eerste meting van het basisvergrotingsnet
1964-1967 - hermeting van het basisvergrotingsnet (nood
zakelijk geacht toen de resultaten van de eerste
meting onaanvaardbare sluittermen vertoon
den).
Het rapport van de basismeting bestaat uit drie hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van de basismeting,
onderverdeeld inde paragrafen: voorbereidingen (1.1), invar
draadmetingen (1.2) en geodimetermetingen (1.3). Het meten
van basisvergrotingsnetten wordt uitvoerig beschreven in
hoofdstuk 2, in de paragrafen voorbereidingen (2.1), hoek
metingen (2.2) en analyse van de resultaten (2.3). Ten slot
te wordt in hoofdstuk 3 een beschouwing gegeven van een
aantal theoretische aspecten die ten grondslag liggen aan de
meting en berekening van het basisvergrotingsnet.
Publicatie van de Rijkscommissie voor Geodesie
N. D. Haasbroek: Investigation of the Accuracy of Krayen-
hoff's Triangulation (1802-1811) in Belgium, The Nether
lands and a part of North Western Germany.
82
ngt 73