afgelopen jaren al toe overgegaan geautomatiseerde gegevensbestanden op te bouwen, terwijl andere diensten er binnenkort toe over gaan. Om er enkele te noemengebruikersbestand van gemeente bedrijven, bedrijvenregister, kadastrale en eigen domsadministratie, woningkartotheek, wegenkadas ter, plantsoenenadministratie en marktanalyse opstallen. Het tweede struikelblok, dat de verkrijging van inzichtelijke beleidsgegevens in de weg staat, is hiermede echter nog geenszins opgeruimd. Dit is het probleem van de onderlinge vergelijkbaarheid en koppelbaarheid. Heeft men bijvoorbeeld ener zijds een kadastraal bestand en anderzijds een adressenbestand met grondgebruikers en wil men bijvoorbeeld voor belastingheffing eigenaren/ge bruikers weten, dan komt men hier niet uit, want in het ene bestand zitten alleen kadastrale nummers en in het andere alleen adressen. Heeft men bij voorbeeld enerzijds gegevens over groenelementen en anderzijds gegevens over aantallen kinderen, dan kan men nog niet zeggen of er genoeg speel ruimte is, omdat de groenadministratie aan co- ordinaten is opgehangen en de kinderen per adres zijn geadministreerd. De meest voor de hand liggende oplossing voor dit probleem is het samenbundelen van al deze moge lijke gegevens in één groot bestand. Dit is echter - althans in de gemeente Eindhoven - niet uitvoer baar zowel om praktische als om organisatorische redenen. Een praktisch bezwaar is bijvoorbeeld de frequentie van mutaties. Sommige gegevens worden nu eenmaal slechts één keer per jaar verkregen, andere wekelijks. Maar samenbundeling en gelijk schakeling van gegevensbestanden worden nog veel onmogelijker als men de gemeentelijke structuur in aanmerking neemt. Deze zou ingrijpend veranderd moeten worden om de intense samenwerking, die nodig is om allemaal van één bestand gebruik te maken, mogelijk te maken. Wij hebben daarom een andere benadering gekozen en tot nu toe lijkt het er op, dat deze wel kans van slagen heeft. Uitgangspunt van het vastgoed systeem in Eindhoven is, dat iedere dienst of af deling de volle verantwoordelijkheid en beschik kingsbevoegdheid houdt over zijn eigen bestand. Daarnaast wordt een centraal bestand opgezet, overzichtsadministratie gedoopt, dat de koppeling tussen de verschillende bestanden mogelijk moet maken. Deze benadering heeft dan bovendien het voordeel, dat niet bij voorbaat al behoeft te worden vastgesteld welke gegevens allemaal geautomati seerd moeten worden; in de loop der tijd kunnen altijd weer delen van de archieven in bestanden worden opgenomen, die steeds weer aangehaakt kunnen worden. 3 Overzichtsadministratie In de overzichtsadministratie worden de meest ele mentaire gegevens over het vastgoed opgenomen; alle verdere details moet men zoeken in de aan te koppelen specifieke administraties. Het gehele grondgebied van Eindhoven, onderverdeeld in kleinste eenheden (terreinen genoemd), wordt in de overzichtsadministratie opgenomen. Wat in een bepaald geval als kleinste eenheid wordt beschouwd, hangt af van de behoeften van de verschillende ge meentelijke administraties. De gegevens, die van elk terrein worden opgenomen, zijn ten eerste identificatiegegevens en ten tweede basisgegevens: 1 a. terreinnummer, b. adres, c. looproutenummer, d. coördinaten; 2 e. huidig gebruik, f. oppervlakte, g. verwijzing naar specifieke administratie. Elk van deze gegevens wordt in het hierna volgende nader toegelicht. Het terreinnummer bestaat uit het kadastrale num mer met, zo nodig, een onderverdeling. Aansluiting bij het kadastrale nummeringssysteem is te pre fereren boven een eigen nummering en wel om drie redenen. Ten eerste is het kadastrale systeem het enige bestaande, volkomen sluitende systeem, dat bovendien verzorgd wordt door een onafhankelijke dienst, die hier geheel op is ingesteld. Ten tweede geeft dit systeem een direct verband met de land meetkundige gegevens. Ten derde is het kadastrale 3a Terreinnummer 64 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 4