Bericht
niet aan het gestelde criterium. Uit de eigenwaarde
berekening die volgt na de eerste fase van de ver
effening werd voor de grootste eigenwaarde ge
vonden Amax 2.1. De eigenwaardeberekening die
volgde na de tweede fase gaf voor de grootste eigen
waarde 2max 4.3.
Indien een dergelijk kringnet als een goed bruikbaar
net wordt geaccepteerd dan moet de parameter
van de criteriummatrix groter gekozen worden en
wel tenminste 8.6. De criteriumcirkels worden dan
ongeveer twee maal zo groot. De externe betrouw
baarheid van dit net was ook redelijk te noemen.
Op enkele uitzonderingen na was de invloed van de
grenswaarden op de definitieve coördinaten kleiner
dan 20 cm.
De „praktijk" zal een antwoord moeten geven of
dergelijke kringnetten aanvaard kunnen worden.
Zo zal een eventuele nieuwe H.T.W. niet alleen
eisen stellen aan de precisie maar zullen ook aan de
betrouwbaarheid eisen gesteld moeten worden. Om
dat deze eisen afhangen van het doel waarvoor het
net gemeten wordt, zal de geodeet waarden moeten
vaststellen voor de parameter(s) van de criterium
matrix, voor de onbetrouwbaarheid a0 en het onder
scheidingsvermogen /f0- Hopelijk kan in de nabije
toekomst aan de vaststelling van deze parameters
het kostenaspect verbonden worden.
Literatuur
1. W. Baarda, S-transformations and Criterion Matrices in
the Adjustment of Geodetic Networks - Neth. Geod.
Comm. To be published.
Specifications for Fundamental Networks in Geo
metric Geodesy - Computing Centre of the Delft Geo
detic Institute, Delft, 1971.
A Testing Procedure for Use in Geodetic Networks -
Neth. Geod. Comm. Vol. 2, number 5.
Statistics: A Compass for the Land Surveyor -
Archives 12th International Congress of Surveyors, Vol. B,
paper 507 C, London, 1968.
W. Beekman, Het Proefnet Meer en Beek, derde druk,
Laboratorium voor Geodesie, Delft, 1972.
SAMENVATTING VAN HET RAPPORT
„DIGITALE BASISKAARTERING" VAN DE
PROJECTGROEP '73 VAN DE ONDERAFDELING
DER GEODESIE, TH-DELFT
Dit rapport is het resultaat van een 3 maanden durende studie,
uitgevoerd door zeven studenten van de Onderafdeling, in
het kader van de 2e helft 4e studiejaar, over het digitaal
vervaardigen van een grootschalige basiskaart. Getracht is
belangrijke aspecten, zoals minimum kaartinhoud, nauw
keurigheid, alsmede de methode van opname en uitwerking
te analyseren, en hieraan conclusies te verbinden t.a.v. de
wijze waarop een grootschalige basiskaart vervaardigd zou
moeten worden. Hierbij is getracht zoveel mogelijk aan de
belangrijkste eisen van de gebruikers te voldoen, zonder dat
het tegemoet komen aan speciale wensen uitgesloten wordt.
De door zelfstudie verkregen resultaten, waarbij gebruik ge
maakt werd van informatie, verkregen uit interviews met
deskundigen en belanghebbenden, alsmede uit een uitge
breide literatuurstudie, wijken op sommige punten af van de
resultaten zoals gepubliceerd door de commissie G.B.K.
Met behulp van de eisen der gebruikers is een minimum
kaartinhoud vastgesteld, en is een onderzoek gedaan naar
de eisen gesteld aan de nauwkeurigheid. Duidelijk werd ge
kozen voor een lijnenkaart, schaal 11000, formaat 50 x 100,
vorm raamkaart in het R.D.-stelsel, met een minimum kaart
inhoud welke o.a. bevat: gebouwen, topografische schei
dingen en huisnummers. De aan de kaart gestelde nauw-
keurigheidseis resulteerde in een standaardafwijking van 12
cm in de gegeven coördinaten. Er is gezocht naar de meest
geschikte methode voor het verwerven van gegevens. De
verwerking van bestaand kaartmateriaal wordt verworpen
op grond van de gestelde nauwkeurigheidseis. Wij kwamen
tot de conclusie dat fotogrammetrische opname, in meer of
mindere mate aangevuld met terrestrische opnamen door
voor- of naverkenning, en stereoscopisch uitgewerkt, de
voorkeur verdient. Aandacht is hierbij ook geschonken aan
het probleem van de dakoverstekken. De foto-opnamen
dienen te geschieden met een 30 cm camera, plaatformaat
23 x 23 cm, en een opnameschaal welke ligt tussen 13600
en 14800.
Bij het onderzoek naar de automatische verwerking van de
uit het basismateriaal verkregen gegevens, is vooral aandacht
besteed aan de codering en geheugenruimte, en aan de teken
automaten. Rekening houdend met de gewenste minimum
kaartinhoud, is een eenvoudig coderingssysteem opgezet, dat
positieve consequenties heeft voor de benodigde geheugen
ruimte van de computer. Wat betreft de tekenautomaten zijn
een aantal eisen geformuleerd waaraan deze instrumenten
moeten voldoen, zodat aan de hand hiervan de technische en
economisch meest gunstige gekozen kan worden.
Door de omvang van het probleem, en de beperkt tijd welke
ons ter beschikking stond, konden niet alle vraagpunten be
studeerd worden. Wij hopen echter de lezer enig inzicht te
hebben gegeven in de aan de orde gestelde problematiek, en
zodoende een bijdrage geleverd te hebben aan de ontwikke
ling van een grootschalige basiskaart.
Exemplaren van het rapport „Digitale Basiskaartering" zijn
verkrijgbaar bij: Projectgroep '73, Kanaalweg 4, Delft a
ƒ10,per stuk (exc. porto). De intekentermijn sluit
15 augustus 1973
ngt 73
119