Beoordeling van geodetische netten 3e jaargang, no. 6, juni 1973 1 Inleiding De geodeet heeft onder meer als taak de onderlinge ligging vast te leggen van in het terrein gemarkeerde punten. De onderlinge ligging van punten wordt vastgelegd door meting van 77-grootheden. Men is niet gewend om de onderlinge ligging van punten alleen met /7-grootheden te beschrijven. De geo deet zal coördinaten invoeren om het puntsbepa- lingssysteem voor praktisch gebruik geschikt te maken. Berekening van coördinaten van punten van een net kan altijd plaatsvinden door van een tweetal punten willekeurige coördinaten aan te nemen. De coördinaten van dit puntenpaar leggen de zoge naamde rekenbasis vast. Deze rekenbasis wordt ook wel schrankingsbasis genoemd. De op deze wijze be rekende coördinaten zijn, behalve van de /7-groot heden zelf, ook afhankelijk van de schrankingsbasis. Zo ook de variantiematrix van de coördinaatgroot heden. We zeggen nu, dat de berekende variantie matrix van de coördinaten de onderlinge ligging van punten beschrijft in een zogenaamd schrankings- stelsel. We zullen nu een en ander toelichten aan de hand van een gestrekte veelhoek bestaande uit vier pun ten, op een onderlinge gelijke afstand van ongeveer één kilometer. Stel waarnemer A meet de 77-grootheden in de punten 1 en 3, zie figuur 1 A: Door deze meting ligt de onderlinge ligging van de vier punten 1, 3, 5 en 7 vast. De rekenbasis zullen we vormen door coördinaten aan te nemen voor de punten 1 en 7. Hierna kunnen in dit „schrankings- stelsel" coördinaten van de punten 3 en 5 berekend worden. Stel waarnemer B meet de 77-grootheden in de punten 3 en 5, zie figuur 1 B: Door deze meting ligt ook de onderlinge ligging van de vier punten 1, 3, 5 en 7 vast. Vergelijking van de meetuitkomsten van waarnemer A en waar nemer B door middel van coördinaten is alleen mogelijk door van dezelfde rekenbasis uit te gaan, en dan de coördinaten van de punten 3 en 5 te vergelijken. Het spreekt dan ook vanzelf dat de precisie van de coördinaten berekend door A en de precisie van de coördinaten berekend door B, alleen in één zelfde schrankingsstelsel vergeleken kunnen worden. De geodeet zal altijd meer meten dan strikt nood zakelijk is. Het ideale geval treedt op als hij in alle vier punten de 77-grootheden meet: T77 i 3, 7713 5, 773 5 7 en 775>7 i. Als bovendien geldt, dat de stan daardafwijking van de hoeken in radialen gelijk is aan de standaardafwijking van In f (cr^ <7^ 4.5 x 10 ~10) dan krijgen we voor de variantiematrix van J. VAN MlERLO SUMMARY Judging geodetic networks The concept of the criterion matrix with regard to geodetic networks is introduced and demonstrated in a few simple examples. In particular the criterion for precision, based on a study of Professor Baarda, is discussed. Furthermore the concepts of the internal and external reliability of a geodetic network are outlined. 173 1 3 S 7 9 Fig. 1 ff 7,1,3 'n "7,1,3 'a7,1,3 77 ,,3>5 lnp1)3j5 /ali3>5 n 1,3,5 lnyl,3,5+'al,3,5 ff 3,5,7 'n y3,5,7 'a3,5,7 ngt 73 107

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 3