tie, technisch en planologisch werk. Het artikel van Koeman in Intermediair van december '72 geeft een wel zeer sprekende voorstelling van de huidige situatie. Zijn hierbij tal van factoren die nog wel kwantificeerbaar zijn, er zijn ook andere, die moeilijker zijn. Een greep: a. Wat wint bij de besluitvorming de overheid, of liever de gemeenschap, als er dankzij goede grootschalige kaarten plannen vlugger en beter voorbereid ter tafel komen? b. Wat is de winst van een betere voorlichting bij planolo gische, bouwkundige, verkeerstechnische problematiek, bereikt met behulp van grootschalige luchtfoto's, foto kaarten of lijnenkaarten? c. Wat bespaart de overheid als, in nauwe samenwerking met anderen, de urgentieschema's voor de uitvoering van grootschalige basiskaarten zo opgesteld worden dat ze parallel lopen met eigen schema's (o.a. ruilverkavelingen, kadastrale hermetingen, wegenaanleg, rivierkaarten, to pografische kaarten)? d. Wat is de winst van een betere service aan het publiek, dus meer begrip en vertrouwen, aan de balies van water schappen, gemeenten, kadaster? (Een voorbeeld van ge brekkige serivce geeft de hypotheekbewaarder Gimbel in K. en L. 1970, blz. 202.) e. Wat is het aandeel van de goede grootschalige kaart bij het effect, dat men verwacht van een betrouwbare leidin genregistratie, op het minder voorkomen van verstoringen van leidingen? f. Wat is de winst van goede communicatie tussen alle grondgebruikers en grondbewerkers door een uniforme grootschalige basiskaart, te vergelijken met het spreken van één taal? De genoemde factoren zijn misschien niet alle even sterk en van verschillend gewicht. Ongetwijfeld zijn er een aantal aan toe te voegen. Ik heb me bij de opsomming hoofdzakelijk tot de overheidssfeer beperkt, om aan te duiden dat er bij de kosten en baten wel met de profijtgedachte maar niet met het profijtbeginsel gewerkt behoeft te worden. Het is naar mijn mening duidelijk dat hier een overheidstaak ligt, dat hierin gemeenschapsgelden verantwoord gestoken kunnen worden. De overheid heeft dan ook het recht organi satie, planning, uitvoering en, bij uitbesteding (wat zeker denkbaar is), kwaliteitscontrole in eigen hand te hebben. Dat die organisatie alleen op rijksniveau doeltreffend is lijkt me vanzelfsprekend. Dat die in onderlinge samenwerking van de reeds bestaande grote kaarteerdiensten tot stand moet komen is logisch. Deze coördinatie-gedachte sluit aan bij de adviezen die door efficiëncybureaus betreffende de grote landelijke diensten zijn uitgebracht (naar ik vernomen heb; officieel ken ik die niet). Vervolgens een toelichting bij de belangrijkste punten. 1In de definitie van basiskaart moet u zeer scherp letten op het woord „basis". Het is geen topografische kaart, niet volledig, het is bewust „geen vlees en geen vis". Iedere gebruiker zal de kaart naar eigen behoefte en voor eigen doeleinden aan moeten vullen. Maar de objecten die er op staan zult u in 't terrein terug kunnen vinden: het zijn uw aanknopingspunten. 2. Vandaar de beperking van de inhoud. 3. Vandaar de beperkinggeen vóór- en naverkenning. 4. Dit is alles niet van harte gegaan bij de commissie. Maar de common-sense om dit gigantische werk binnen finan cieel aanvaardbare perken te houden, dwingt tot een keuze en het is volgens ons een aanvaardbare keuze. Wat er volgens de ene groep van gebruikers meer op zou moe ten is van andere aard dan wat een andere groep wil. 5. Als de klant het wil, moet hij meer kunnen krijgen, maar dan wel tegen extra kosten. De genoemde inhoud is geen dogma, het is de minimum-inhoud die hoort bij een be paalde basisprijs. 6. Dit geldt ook voor kaarteringen op grotere schalen. 7. Kaarten maken, zo volledig mogelijk, op een dusdanige schaal dat alle gewenste details er nauwkeurig en volledig opstaan, geeft technisch geen problemen, maar financieel meestal wel. Bovendien is het de vraag of het verant woord is. 8. Vandaar ook de schaalkeuze: 1:2000 en vandaar ook de beperking: voorlopig alleen landelijk gebied. 9. De kostprijsberekeningen zijn zonder winstpercentages, maar wel met volledige doorberekening van - lonen en sociale lasten, rekening houdend met ziekte en vakantie - rente en afschrijving van geïnvesteerd kapitaal - gevolgen van fouten en mislukte produktie - huisvesting enz. Tenslotte een opmerking over de tentoonstellingof zoals ik liever zegde demonstratie in de vorm van enkele voorbeelden. Centraal staan de kaarten zoals de commissie de G.B.K. in dit rapport beschrijft. Omdat ook gebruikersgroepen volgens eigen richtlijnen bezig zijn met dit onderwerp, hebben wij gemeend enkele van hen de gelegenheid te geven iets te tonenik bedoel de provinciale commissies in Gelderland en N.-Brabant en een dienst uit Zeeland. Voorts zijn er inzendingen van enkele overheidsinstellingen. Afwijkend is de inzending van de SOAG, niet alleen in vorm maar ook in doel (stedelijk gebied). In de catalogus is hiervan een verklaring gegeven. De bedoeling is u een overzicht te geven van gedachten, uit voeringen en mogelijkheden. 136 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 10