mischer kaartvervaardiging en vooral kaartrevisie, c) een compactere opslag van het bestand. Van beide diensten is nog niets naders bekend! De Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat is in 1969 begonnen met het digitaal kaarteren van fotogrammetrische modellen. Aanvullingen en ver anderingen zijn tot nog toe op de conventionele manier, op de automatisch getekende kaart, uitge voerd. Na een moeizame beginperiode is men in 1972 en 1973 een onderzoek gaan instellen naar het aan tal benodigde arbeidsuren. In 1971 luidde een ruwe schatting dat ongeveer 30% winst zou zijn te be halen aan arbeidsuren in het totale proces. In 1972 werd een gedetailleerder onderzoek uitgevoerd betreffende ruim 3000 ha digitale kaartering en ruim 3000 ha grafische kaartering. De kaarten die met behulp van de beide methoden gemaakt werden, waren qua omvang en kaartinhoud volledig gelijk waardig, nl. beheerkaarten met veel details zoals die op de rijkswegen voorkomen. Uit dit onderzoek blijkt, dat met de halfautoma- tische methode alleen uit de nabewerking winst kan worden verwacht: 75% minder tijd voor voor- en/of naverkenning, en 50% voor het tekenwerk. In het totaal is dit een verbetering van ongeveer 25% bij dit kaarttype: kaartschaal 11000, drukke beheers- kaart van een autosnelweg met veel kleine details. Samengevat, aldus het onderzoek van de Meet kundige Dienst, blijkt het digitaal kaarteren het nodige aantal manuren besparing mogelijk te maken. Hierdoor is een sneller produktieproces te realiseren, of kan tegemoet worden gekomen aan de gevolgen van personeelsschaarste. Het is echter nauwelijks aan te tonen dat deze methode goed koper is dan de conventionele. In ieder geval is ze niet duurder en kan goedkoper worden door inten siever gebruik van de apparatuur. 6 Conclusies Vergelijken we het geschetste halfautomatische produktieproces met het voorstel van de commissie G.B.K., zoals vermeld in het interimrapport, dan valt mij het volgende op: De kaartinhoud moet, zoals het rapport vermeldt: „voldoende gegevens bevatten, om als ondergrond te dienen voor aanvullingen naar behoefte van de gebruiker, die deze zelf zal verzorgen". Deze inhoud is dus een minimum welke van algemeen belang is. Elke gebruiker heeft daarom nog steeds zijn buiten- personeel nodig om gegevens te verzamelen, die hij nog nodig acht op de kaart. Het is dus zeer goed denkbaar - en het komt zelfs veel te vaak voor - dat verschillende gebruikers hun personeel metingen laten verrichten in een bepaald gebied die anderen reeds eerder hebben uitgevoerd. En dat moet nu juist worden voorkomen door een uniforme basis- kaart! Bovendien zijn de meeste gegevens via een voorverkenning reeds te kaarteren of kunnen met behulp van de gemaakte foto's gekaarteerd worden. De overweging van de commissie om „het voor- of naverkennen (controle en aanvulling door terrein- bezoek) achterwege te laten", aldus het interim rapport, leidt dan ook tot hoge kosten ten gevolge van de noodzaak van aanvullende metingen door duur buitenpersoneel. De cijfers van de Meetkun dige Dienst van de Rijkswaterstaat wijzen juist uit dat een digitale opzet op dit facet enorm veel ar beidsbesparing oplevert! Door een rijkere kaart inhoud stijgt het eindprodukt zeer in kwaliteit, omdat de basis van de basiskaart breder wordt, zodat er meer gebruikers zullen zijn. Met een digi tale opzet blijft het echter mogelijk dat elke ge bruiker niet meer dan de door hem gewenste kaart inhoud op de kaart krijgt. „Voor landelijk gebied wordt de kaartschaal 1:2000 verantwoord geacht,... Sommige kaart gebruikers zullen voor bepaalde gebieden de af levering op 1:1000 prefereren. Dit moet mogelijk zijn door vergroting: De uitzonderingen op kaartschaal 1:2000 vormen problemen voor de gebruiker, die hij zelf mag op lossen. Uit een digitaal bestand kan zeer eenvoudig elke kaart getekend worden, op elke schaal en in elke gewenste indeling. Ik ga er hierbij wel van uit dat schaalveranderingen die generalisatie vereisen niet voorkomen. Per slot van rekening gaat het om een G.B.K. (met nadruk op de G, die voor Groot staat). De exact gelijk afgebeelde topografie zal voldoende houvast geven bij vergelijking van kaar ten van verschillende gebruikers van het bestand. 140 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 14