Het belang en het gebruik van basiskaarten
voor technische diensten
J. H. Beusen
Inleiding
Dat ik hier voor dit deskundig gehoor iets mag
zeggen over de in Noord-Brabant opgedane erva
ringen en onze visie op het probleem grootschalige
basiskaart verheugt mij zeer.
Ik sta hier niet als geodeet en evenmin als karto-
graaf, maar als man van een openbaar nutsbedrijf,
een kaartgebruiker die, door de nood gedwongen,
kaarten moest maken of laten maken.
Ik neem aan dat ook u zich bewust bent, dat het, in
het mij toegemeten half uur, niet mogelijk is alles
tot in details uit de doeken te doen. Ik zal mij tot
de hoofdzaken moeten beperken; hierbij zal ik het
eerst hebben over de inzichten van de Commissie
Basiskaarten Noord-Brabant en onze ervaringen
met de proefobjecten en daarna over de visie van de
Commissie Grootschalige Basiskaarten, zoals deze
in het interimrapport is neergelegd.
Ik had mijn tekst reeds op papier staan, toen ik de
catalogus van de kaartententoonstelling kreeg en ik
ben waarachtig geschrokken toen ik op de laatste
bladzijde moest lezen, dat het thema van deze
studiedag is: de problematiek in het landelijk ge
bied. Tot dat moment heb ik gedacht dat wij het
vandaag over de landelijke basiskaart zouden heb
ben.
Grootschalige basiskaarten in Noord-Brabant
Door de snelle ontwikkeling van Noord-Brabant
in de laatste 25 jaren moesten de openbare nuts
bedrijven in die provincie vele duizenden kilometers
kabels en leidingen leggen. Daardoor ontstond er
een grote behoefte aan goede basiskaarten. Ook
de aanpassing van de oude straten en wegen aan de
huidige eisen van het verkeer en de daaruit volgende
noodzakelijke aanpassing van de ter plaatse aan
wezige kabels en leidingen, vergrootte nog de be
hoefte aan goed kaartmateriaal.
Dit leidde er toe dat in november 1971, op initiatief
van de N.V. Intergas, te Oosterhout een bespreking
plaats vond tussen een aantal nutsbedrijven en
technische diensten, om te proberen tot een op
lossing te komen. Er werd een Commissie benoemd
waarin de vijf grootste nutsbedrijven van Noord-
Brabant zijn vertegenwoordigd. Deze Commissie
kreeg tot taak: „het onderzoeken van de mogelijk
heid tot samenwerking van de nutsbedrijven onder
ling en eventueel met anderen, op het gebied van
de vervaardiging van basiskaarten en de bijhouding
daarvan, binnen de provincie Noord-Brabant".
Nadat de mogelijkheid van samenwerking vast
stond, heeft de Commissie zich georiënteerd naar
wat door anderen reeds op het terrein van de ver
vaardiging van basiskaarten werd gedaan, of wat
op dit terrein te verwachten was. Wij zijn dankbaar
voor de ontvangen afviezen en informaties. Wij
hebben toen gesteld dat het door samenwerking
mogelijk moest zijn, winst te boeken in tijd en geld,
door het gezamenlijk laten maken van een basis
kaart.
Deze kaart zou, zo mogelijk, moeten passen in een
toekomstig landelijk stelsel en moeten voldoen aan
door de nutsbedrijven te stellen eisen. Men zou
trachten ook anderen voor deze kaart te interes
seren, waardoor niet alleen het kostenaspect gunstig
zou worden beïnvloed, maar waardoor ook het
overleg tussen de nutsbedrijven onderling en met
andere instanties tot snellere en betere resultaten
zou kunnen leiden.
De aan een basiskaart voor de nutsbedrijven te
stellen eisen werden geformuleerd. Gekozen werd
voor een lijnenkaart schaal 11000.
Deze schaal is gekozen omdat zij
le voor de meeste nutsbedrijven voldoende ruimte
zal bieden om de noodzakelijke leidinggegevens
in te tekenen
2e de mogelijkheid biedt van verschaling, b.v. naar
1250, 1:2000 en zelfs naar 110.000;
3e in de praktijk, ook bij gebruik door ongeschool
den, weinig moeilijkheden veroorzaakt.
Op onze kaarten wordt de hoofdbebouwing geheel
getekend, ook de achtergevels. Bijgebouwen, gara
ges en schuren voor zover niet langs de weg gelegen,
worden weggelaten. De wegafbakening alsmede de
verharding worden geheel weergegeven en, alleen
buiten de bebouwde kom, ook de erfafscheidingen.
Op de kaarten wordt een ruitennet aangebracht. De
lijndikten zijn zodanig gekozen dat rekening is ge
houden met de mogelijkheid van verschaling en van
microverfilming.
Mede op advies van prof. ir. G. F. Witt, zijn het
nuttig kaartformaat 100 x50 cm, indeling en num-
142
ngt 73