nutsbedrijven beschikbaar. Het is een globale be nadering. Ik hoop t.z.t. meer gedetailleerde ge gevens te kunnen verstrekken. Omdat het geen zin heeft hoogwaardige kaarten te maken, als men ze niet op hetzelfde hoogwaardige niveau kan bijwerken, zal men voor de bijhouding met betere hulpmiddelen moeten werken dan tot nu toe werd gedaan. Hierbij wordt gedacht aan goede meetapparatuur buiten en aan een goede repro camera en vlakdrukapparatuur binnen. De ge middelde kosten van het revisiewerk zullen daar door niet stijgen boven het huidige niveau (gem. 0,4%). Door het werken met een betere kaart, in dit geval dus een uniforme basiskaart, kan dan in het overleg, op de meestal onzichtbare kosten van dit overleg, aanzienlijk worden bespaard. Het interimrapport van de Commissie G.B.K. Ik zal thans trachten, het interimrapport zoveel mogelijk volgend, de visie van de Commissie Noord-Brabant op dat rapport weer te geven. Met uw stelling dat met het bestaande kaartmateriaal, door de variatie in schaal en inhoud en de vaak twijfelachtige kwaliteit, de communicatie dikwijls moeilijk is, zijn wij het geheel eens. Daarom vinden ook wij dat een oplossing van het probleem zeer urgent is. Dat u streeft naar een oplsosing, zonder een enquête in te stellen onder de gebruikers naar hun behoefte aan kaarten, is uw goed recht, maar wij willen wel stellen dat de aangehaalde enquête van de toenmalige NLF, niet doelgericht was op de behoefte aan basiskaarten, maar op de leidingen registratie. De enquête van de werkgroep kaartreproduktie van de Rijkscommissie voor Geodesie, was gericht op de behoefte aan fotokaarten. Toch zijn uit deze laatste enquête voor de grootschalige basiskaart wel bruikbare gegevens te halen. Er blijkt bv. uit dat twee derde van de geënquêteerden vóór een lijnen- kaart als basiskaart is. En dan zijn bewust de nuts bedrijven buiten deze enquête gehouden. Anders was de verhouding nog meer in het voordeel van de lijnenkaart geweest. Ik wil hier gaarne bij opmer ken, dat het verslag van deze laatste enquête m.i. een voorbeeld is van een reëel en objectief verslag en daardoor zeer waardevol. Hoewel wij ons bewust zijn van de aan een en quête verbonden arbeid en tijd, vragen wij ons toch af of het op andere wijze verkrijgen van de nodige gegevens met minder arbeid en tijd gepaard gaat. Wij hopen dat de discussie die straks volgt uw Commissie duidelijk de juiste weg naar een goede grootschalige basiskaart zal wijzen. Onder punt 4b noemt u als wenselijk, „een kaart- inhoud die voor vele doeleinden voldoende ge gevens bevat om als ondergrond te dienen voor aanvullingen naar behoefte van de gebruiker, die deze zelf zal verzorgen". Hierbij willen wij opmer ken, dat wij hopen dat u onderscheid zult willen maken tussen aanvullingen door incidentele ge bruikers en aanvullingen die door groepen gebrui kers zouden moeten worden verzorgd. Als voor beeld noemen wij de huisnummers en de straat namen. Een uniforme basiskaart zal een landelijke kaart moeten zijn en niet een kaart van alleen landelijk gebied. Want dan hebben we zoiets als een vlekken- plan. Het lijkt ons toe dat er in uw rapport een tegenstelling zit tussen de punten 4.2 en 4.3. Wij vinden de totale raamkaart een noodzakelijkheid. Die eeuwige kaartschaal. Wij menen te mogen aannemen dat de nutsbedrij ven veruit de grootste kaartgebruikers zullen zijn. U zult dus als wij naar een landelijke uniforme basiskaart toewerken, alleen al uit economische overwegingen met deze groep rekening moeten houden. Ook de Commissie Basiskaarten Noord-Brabant wil wijzen naar het artikel van Prof. Koeman in Intermediair: „Versplintering van de kartering in Nederland". Hierin wordt duidelijk gesteld hoeveel kansen reeds werden gemist. Laten wij de kans die wij nu hebben niet missen, anders zitten wij voor tientallen jaren fout. Wij verwerpen de gedachte dat slechts sommige kaartgebruikers de schaal 11000 zouden prefereren. Het zijn er zoveel dat het economisch niet te verantwoorden is de basiskaart op schaal 12000 te maken, ook al zou dat ten op zichte van de nauwkeurigheidseisen nog toelaat baar zijn. In het interimrapport wordt gemist het uitgangs punt voor de basiskaarten: de leidingenregistratie. ngt 73 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 19