teem, waarvan de indeling berust op een landelijk aanvaard stelsel dat plaatsbepalend is en aansluiting mogelijk maakt bij de bestaande kaarten, voor andere doeleinden vervaardigd. Hiervoor komt alleen een raamkaart in het stelsel van de Rijks driehoeksmeting in aanmerking. 4.4 Inhoud De topografische inhoud van de basiskaart zal be perkt blijven tot: begrenzingen van wegen, kanten van wegverhardingen, waterwegen, sloten, onder en bovenkant dijken, bruggen, heggen, opstallen en aanduidingen van aanééngesloten hoge begroeiing. Aan deze omschrijving ligt de opvatting ten grond slag dat dit minimum van algemeen belang is. Aan vullingen zullen voor iedere gebruiker of gebruikers groep van andere aard zijn: huisnummers, hoogte- cijfers of hoogtelijnen, straatmeubilair, hectometer- palen, verkeersborden, alleenstaande bomen, ka dastrale grenzen en nummers, grondgebruik, enz. De minimum inhoud moet voldoende zijn om er een specifieke inhoud aan te verbinden en zelf, of in opdracht, de kaart aan te kunnen vullen. Dezelfde overweging (aanvulling door de gebruiker) heeft de commissie er toe gebracht bij de vervaar- digingswijze - door middel van fotogrammetrie - en de kostenberekening het vóór- of naverkennen (controle en aanvulling door terreinbezoek) achter wege te laten. 4.5 Kaartschaal Voor landelijk gebied wordt de kaartschaal 1:2000 verantwoord geacht, zowel voor de afbeelding van de inhoud als uit nauwkeurigheidsoogpunt. Een nauwkeurigheidsbeschouwing wordt in dit kader niet gewenst geacht. Een projectgroep van geodeti sche studenten heeft dit onderwerp in studie. Som mige kaartgebruikers zullen voor bepaalde gebieden de aflevering op 11000 prefereren. Dit moet moge lijk zijn door vergroting: de vraag naar een kaart op grotere schaal spruit meestal voort uit de behoefte aan meer ruimte en niet uit nauwkeurigheidsover wegingen. 4.6 Formaat en indeling Uit gesprekken met gebruikers is gebleken dat bij de schaal 12000 veler voorkeur uitgaat naar het raamformaat 50x50 of 50x100 cm. Het eerstge noemde formaat is bij de vervaardiging van foto kaarten het meest gewenste uit economisch oogpunt r uit een grootschalige luchtfoto (1:6000) kan één kaart 1:2000 zonder montage vervaardigd worden. De begrenzing kan worden gevormd door de kilo- meterlijnen van het R.D.-stelsel. De landelijke indeling is bij de keuze van I km2 als kaarteereenheid overzichtelijk: de bladen kunnen genummerd worden naar de xy-(km)waarden van het zuidwesthoekpunt (zes cijfers bij 1:2000, acht cijfers bij vergrotingen 1:1000). De gebruikers die 50x100 cm prefereren kunnen twee kaarteer- eenheden samenvoegen. 4.7 Uitvoering De commissie heeft geen keuze gedaan tussen foto- en lijnenkaarten, maar beide vormen naast elkaar en in verband met elkaar gezien. In de gebruikers wereld is de lijnenkaart algemeen geaccepteerd en wordt als grootschalige basiskaart ook een lijnen kaart verwacht. Slechts incidenteel wordt de foto kaart om zijn meerdere informatie geprefereerd. Gedeeltelijk uit onbekendheid en gedeeltelijk uit vrees voor een wezenlijke beperking van de gebruiks mogelijkheden (de centrale projectie kan leiden tot een beeldverschuiving van topografische details die onder of boven het projectievlak liggen, de bewer king en de reproduktie vereisen een speciale vaar digheid, enz.) is het aantal gebruikers van de foto kaart gering, hoewel groeiend. De commissieleden waren ten aanzien van het gebruik van de fotokaart als basiskaart niet eensgezind, maar vonden elkaar in de opvatting dat de vervaardiging van een foto kaart als fase in het produktieproces van een lijnen kaart vele mogelijkheden biedt - meer informatie, - een snellere verschijning na de luchtfotografie, veroorzaakt door het eenvoudiger procédé, - daardoor meer up-to-date, - weinig kostenverhogend, omdat hetzelfde basis materiaal ook voor de lijnenkaart gebruikt wordt. Enkele commissieleden hebben de verwachting dat door een groter gebruik van de fotokaart, in de toe komst het gunstig oordeel over de gebruiksmogelijk- 132 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 6