f X 4f w X M 4y rr k Y Ar JAJA w&. A AA/ Uf/it AAJA als A f k7 M a f a a J j va \A? AAA.7 n h [MM 7 7 A/\ tA va r\ ZE w\ De afstand wordt in beide gevallen in centimeters genoteerd. De normale dagproduktie is ongeveer 200 detail punten; onder gunstige omstandigheden (bijv. weinig opstellingen, of korte loopafstanden) kunnen evenwel zo'n 400 punten per dag worden ingemeten. 4.3 Uitzetten Bij het uitzetten moet men onderscheid maken tus sen langgerekte objecten, zoals wegen, en de meer compacte, zoals bestemmingsplannen. Het uitzetten van wegen zal meestal plaatsvinden met de meetband, uitgaande van een zo gunstig mogelijk gelegde, elektro-optisch bepaalde „weg- werp-polygoon". Hierdoor kan de lengte van de uit te zetten lood- lijnen beperkt blijven. De in coördinaten berekende aspunten van de weg worden getransformeerd op de polygoonzijden. De uitzetmaten worden door de landmeetkundige in het veld ontleend aan de com puteruitdraai. Het bekende uitzetveldwerk vervalt dus. Bij uitbreidingsplannen wordt eerst grondslag ge legd rond het gebied. De punten van de uit te zetten assen worden in coördinaten bepaald, terwijl ook de snijpunten van die aslijnen met de grondslag worden berekend. De uitzetting geschiedt volgens de metho de van het lijnenverband, wat als voordeel heeft, dat de uitzetting zichzelf controleert. Bovendien is de man met de reflector bij deze methode veel snel ler op de juiste plaats te dirigeren dan wanneer men de aspunten polair uitzet. Vóór de uitzetting wordt een uitzetkaart vervaar digd, waarop alle maten, en de nummers van de uit te zetten punten worden vermeld. De piketten wor den overeenkomstig genummerd. De ervaring heeft geleerd, dat de opzichter, belast met het dagelijks toezicht, aan de hand van de uitzetkaart en de nog in het veld aanwezige piketten gemakkelijk zelf verstoorde punten kan herstellen. Het enige probleem, dat bij uitzetten anders ligt dan bij inmeten, is de correctie die bij lengtemeting onder een helling dient te worden toegepast. Bij opname wordt de reductie tijdens de computerberekening toegepast. Bij uitzetten is het, daar de vertikale hoek niet vooraf bekend is, niet mogelijk om de uitzetmaten op kantoor van tevoren te corrigeren. Om de correctie in het veld te kunnen uitvoeren, is een correctie-nomogram ontwikkeld, waarbij, uit gaande van de uitzetmaat en de hellingshoek, de cor- STAND PLAATS RICHT PUNT HOR. HOEK VERT. HOEK AFSTAND AANTEKENINGEN 7 <r 7 7/ O <7 7 <447 V V 7 7» f (7 7 7 7>\ /f7 At A f TTp 7 7 t «7 1/ f "7 7? V7 7 7 'as? a a7 7 <7 A 7 7 27 A 77 aa V 'ij A f '7 f y\? s DOSSIE IZI R NR D.C AS VA 197-^ B L AC N i. Jf. O INGENIEURSBUREAU DWARS HEEDERIK&VERHEY NV AMERSFOORT FORM. MD7- 1972 Afb. 3. Meetformulier voor situatiemeting K I I.0MFTRER I NG 6775 6800 6825 6850 6875 ABSCIS 49.29 74. 14 99,04 125.98 148,95 MFETLIJN 6019 6875 6900 6925 6950 6955.19 6955.19 6975 7000 7025 7050 7075 7100 7125 11. 71 36.58 61.47 86. 38 91. 55 91. 55 11,32 136.26 161.21 186.16 211,13 236.11 261,09 0ROINAAT 28.58 25.85 23.66 21.95 20. 66 LENGTE 265.58 19.92 17. 32 15.01 12.96 12.53 12.53 11.03 9.28 7.69 6.25 6,97 3.85 2.88 MEETLIJN 6018 - 6017 LENGTE 156.139 7125 7150 7175 15.51 60.5 65.69 2.88 2.07 1.61 Afb. 4. Berekende uitzetgegevens 184 ngt 73

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 10