rectie kan worden afgelezen. De lengte is met een
vertikale verdeling aangegeven om de 10 meter, de
hellingshoek met uitwaaierende lijnen met een 0,5°
interval, en de correctie, die bij de uit te zetten leng
te moet worden opgeteld, met horizontale lijnen per
centimeter correctie.
5. Verwerking van de opname-gegevens
5.1 Codering
Om de gegevens van een SM 11 op het interne time
sharing systeem HP-2000A (Hewlett-Packard) te
verwerken, wordt bij de opname rekening gehouden
met een „codering" voor richt-, polygoon- en de
tailpunten. Zo zijn de nummers 1 t/m 899 gereser
veerd voor polygoonpunten, 900 t/m 999 voor richt
punten en begin- en eindpunt van de polygoon, en
de nummers 1000 en hoger voor detailpunten. Het
nummer van een detailpunt is zodanig, dat bij deling
door 100 het integer gedeelte overeenkomt met het
standplaatsnummer. Dit impliceert, dat per stand
plaats niet meer dan 99 detailpunten kunnen wor
den verwerkt.
Om binnen de mogelijkheden van de ontwikkelde
programma's te blijven, worden per standplaats
eerst de metingen ten behoeve van de grondslag
uitgevoerd. Daarna worden, nadat de rand is ge
oriënteerd op het voorafgaande punt van de grond
slag, de detailpunten opgenomen. Bij het nummeren
van de punten mogen geen letters gebruikt worden.
5.2 Ponsprogramma's
Van het aldus gecodeerde, en in het veld vervaar
digde ponsdocument (afb. 3) wordt een ponsband
gemaakt op de ons ter beschikking staande, aan
de Haromat-coördinatenlezer gekoppelde, Olivetti
P203 bureau-computer met een TPV-60 bandponser
(ASCJI, 8-kanalen-code).
Zowel door de eenvoudige programmeerbaarheid,
als door het compacte en overzichtelijke toetsen
bord is de P203 hiervoor bijzonder geschikt.
Daar de veldgegevens, afhankelijk van het object,
op verschillende manieren worden verwerkt, was
het noodzakelijk verschillende programma's te ma
ken voor het vervaardigen van ponsbanden. Zo zijn
voor metingen, waarbij polygoon en detailpunten
gelijktijdig worden opgenomen de programma's
PB 1 en PB 2 gemaakt. Voor metingen, waarbij de
standplaatsen en richtpunten reeds eerder in coördi
naten bepaald zijn, het programma PB 3. Deze pro
gramma's zijn geregistreerd op magneetkaarten.
Door de magneetkaart door de machine te trans
porteren wordt het programma in het geheugen op
genomen.
Nadat de desbetreffende programma-selectietoets
(naast het toetsenbord aangebracht) is ingedrukt,
kunnen via het toetsenbord de opnamegegevens in
Afb. 6. De Olivetti P203 bureau-computer
afstand ln meters
Afb. 5. Correctie-nomogram voor helling
ngt 37
185