In elke groep (rayon) werken een rayonchef en 4 a 5 meetploegen. De groep technische metingen is tevens belast met alle landmeetkundige werkzaamheden in gebieden buiten de gemeentegrenzen waar werken door de dienst van Gemeentewerken worden begeleid, zoals het industriegebied „Moerdijk", de waterwinning in de Brabantse Biesbosch en de transportleidingen naar Rotterdam en de Berenplaat. De landmeetkundige dienst van de gemeente Rot terdam beschikt over 2 Distomats, aangeschaft in 1969 en 1970, dus van het eerste type. Tot aan de verschijning van de elektro-optische af standmeters werden de lengten van de polygoon zijden gemeten met geijkte meetbanden of met be hulp van de invar-basisbaak. Dit is nu uitsluitend werk voor de Distomat. 2. Organisatie van de meting Een meetploeg bestaat over het algemeen uit een landmeetkundige (variërend van assistent opzichter tot technisch hoofdambtenaar) en twee meetassi- stenten. Het is moeilijk om, zonder schade toe te brengen aan de prestaties van andere meetploegen, de met de Distomat werkende ploeg met één of twee assisten ten te versterken. Dit gebeurt dus meestal niet. De detailmeting met de Distomat wordt polair uit gevoerd. De landmeetkundige maakt voor een goed overzicht voor zichzelf en t.b.v. de tekenaar een ter reinschets, nummert de te meten punten, het opstel- punt en de oriënteringen. Als dit goed is voorbereid, kan de meting zeer snel verlopen, dit is een groot voordeel bij opname van grote drukke verkeers pleinen. De polaire wijze van detailmeting biedt niet alleen grote economische voordelen, ook de veiligheid van personeel en weggebruikers wordt er aanmerkelijk door verhoogd. Het gebruik van een enkelvoudig prisma op de verdeelde stok maakt het mogelijk te meten tot af standen van 180 meter. De meters worden op de stok afgelezen, de dm's en cm's komen uit het meet- gedeelte van de Distomat. De laatste worden niet gestoord door onderbreking van de lichtstraal. Bij terreinopnamen waar weinig of geen kans bestaat dat de lichtstraal wordt onder- broken, kan men gaan tot +400 meter. Hierbij wordt een drievoudig prisma op een jalon geplaatst door middel van een bus met schroefdraad. Het ver dient dan wel aanbeveling het geheel met behulp van schoorlatjes goed stil te houden. 3. Uitzettings- en deformatiemetingen Grote gebieden in aanleg zoals de Maasvlakte, het Industrie- en Havengebied Moerdijk en het water- winningbedrijf „Brabantse Biesbosch" zijn bij uit stek geschikt voor het gebruik van de elektro- optische afstandmeters. De Maasvlakte en het Moerdijkgebied door hun uitgestrektheid, de Bra bantse Biesbosch vanwege zijn geaccidenteerd ter rein. Bij lengtemeting, t.b.v. zinkers, over grote rivieren en waterlopen is de Distomat welhaast onmisbaar geworden. Directe lengtemeting tot ruim 1.200 m is meermalen geslaagd en biedt ten opzichte van de methode met basis- en hoekmeting enorm veel tijd winst. Ook het uitzetten van grenzen en terreinafscheidin gen kan heel goed met de Distomat worden uitge voerd. De lengtefout van plus of min 1 cm zal daarbij maar zelden hinderlijk zijn, zeker niet in buitengebieden. Bij de deformatiemetingen waarbij grote nauwkeu righeid wordt vereist zal de Distomat weinig kunnen worden ingezet, echter wel wanneer gewerkt wordt „van het grote naar het kleine". Zo is de Distomat eens toegepast om de pijlers van de Suurhoffbrug te controleren. Deze brug is ge bouwd over het Hartelkanaal in Europoort, nog voor dit kanaal was gegraven. Bij het baggerwerk voor dit kanaal was bewaking van de pijlers dus een hoofdvoorwaarde. De afstand tussen de pijlers, die 90 meter bedraagt, werd daarom periodiek gecontroleerd met een hoek meting uitgaande van een basis van 600 meter langs het kanaal (zie figuur 1). HARTELKANAAL 600 m Fig. 1. Deformatiemeting Suurhoffbrug ngt 73 189

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1973 | | pagina 15