methode, polaire detailmeting met een optische
tachymeter gevolgd door automatische berekening
en kaartering.
Behalve voor de paspuntbepaling t.b.v. de lucht-
kaartering, waar de Geodimeters veel ingezet wor
den, wordt bij de grondslagmetingen voor (kleinere)
hermetingsprojecten steeds meer gebruik gemaakt
van de Distomat.
Bij polaire detailmetingen tenslotte moet de op
tische tachymeter ook plaats inruimen voor de
Distomat, mede i.v.m. het nieuwe systeem „Detail
meting" (zie 5).
4. Ruilverkaveling
Bij ruilverkavelingen wordt op grote schaal lucht-
fotogrammetrie toegepast. Het meten van afstanden
in meetkundige grondslagen (meest kringnetten)
t.b.v. de paspuntbepaling was tot voor kort louter
een Geodimeter-aangelegenheid. Hier begint ver
andering in te komen. Enige kringnetten zijn al door
de Distomat gemeten. In dit verband zal de nieuwste
Distomat met een bereik van 2 km en uitgerust met
een voldoend aantal grote reflectoren zeker de
Geodimeter verdringen.
Bij de verdere verdichting van de kringnetten wordt
in steeds grotere mate de Distomat ingezet. Het
bijmeten op de uit luchtfoto's vervaardigde kaarten
(de zogenaamde werkplans II) gebeurde tot voor
kort op conventionele wijze. De komst van de
Distomat maar vooral het nieuwe systeem van
verwerking van polaire detailmetingen, door het
C.T.O. ontwikkeld, brengt hierin verandering.
5. Een nieuw systeem „Detailmeting"
Het Centraal Teken- en Opleidingsbureau van het
Kadaster, afgekort C.T.O.heeft voor de automa
tische verwerking van metingen volgens de voer-
straalmethode een nieuw systeem „Detailmeting"
ontworpen ter vervanging van het bestaande systeem
„Tachymetrie". Dit laatste systeem, ontstaan in
1966 uit een samenwerking tussen de T.H.-Delft,
de Heidemij, I.B.M. en Kadaster, is door het reken
centrum (R.A.E.T.) van de Heidemij vervolmaakt
tot een geïntegreerd systeem met een hoge auto
matiseringsgraad. Tot nu toe werden tachymetrische
hermetingen via het C.T.O. door R.A.E.T. berekend
en gekaarteerd. Om verschillende redenen is dit
systeem niet populair geworden bij het Kadaster
met als gevolg dat er jaarlijks slechts een gering
aantal nieuwe kadastrale bladen op deze wijze ge
produceerd werden.
Het nieuwe systeem is ontwikkeld door de Philips
P 880-computer en de Coragraph-tekenautomaat.
Het ligt in de bedoeling met deze computer zoveel
mogelijk geodetische berekeningen die thans nog
aan derden worden uitbesteed, in eigen beheer te
gaan uitvoeren.
De belangrijkste verschillen van het nieuwe systeem
„Detailmeting" met het systeem „Tachymetrie"
zijn:
1. Toepassing van ponsdocumenten i.p.v. mark-
scanning formulieren;
2. Vrijwel geen beperkingen t.a.v. de omvang van
het project;
3. Volledige integratie van voerstraalmetingen en
het klassieke meetlijnenverband;
4. Toepassing van colineariteitscontrole naast
eigenmaten
5. Simpele codering van grootteberekening en
kaartering;
6. Mogelijkheid tot bijkaartering op bestaande
plans.
Een volledige beschrijving van dit nieuwe systeem
is te vinden in een handleiding die in november 1972
bij het C.T.O. is verschenen.
Het nieuwe systeem is de Distomat a.h.w. op het
lijf geschreven. Weliswaar kan men als meet
instrument voor dit systeem een optische tachy
meter gebruiken, de voordelen van de Distomat
t.o.v. de optische tachymeters zijn duidelijk: recht
streekse aflezing van de afstand, groter bereik en de
handige jalonreflector. Zo er nog sprake mocht zijn
van een concurrentiestrijd dan gaat bij het Kadaster
de optische detailmeter deze zeker verliezen. De
inzet van de Distomat zal, samen met de toepassing
van dit nieuwe systeem, hopelijk het aantal polaire
detailmetingen doen toenemen. Bij de Ruilverkave-
lingsdienst is dit al het geval. De mogelijkheid
namelijk tot automatisch bijkaarteren op bestaande
plans, welke dit systeem biedt, heeft er toe geleid
dat een Distomat het hele jaar 1973 ingezet wordt
bij metingen van de zogenaamde werkplans II. De
192
ngt 73