De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders en de Distomat
1. Inleiding
De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders houdt
zich bezig met de inrichting van de, door de Dienst
Zuiderzeewerken, drooggelegde polders. Nadat de
Dienst Zuiderzeewerken het plan van wegen en
waterlopen in de polder heeft gerealiseerd wordt de
grond door de Rijksdienst voor de IJsselmeer
polders in beheer genomen. De eerste taak die men
zich stelt is de grond te doen rijpen, zodat er een
goede grondstructuur gaat ontstaan. Hierbij wordt
rekening gehouden met de bestemming van de
grond. Deze bestemmingen kunnen zijn: stedelijk
gebied, recreatief gebied, landbouwgebied enz. Hier
van wordt zowel de voorbereiding als de uitvoering
door afdelingen van de Rijksdienst voor de IJssel
meerpolders gerealiseerd. Hierbij wordt veelal uit
gegaan van kaartmateriaal, dat door de afdeling
Landmeetkundig werk is vervaardigd uit terrein
metingen. Tevens moet voor uitgifte in erfpacht of
eigendom, kadastrale perceelsvorming plaatsvinden.
Ook de hiervoor benodigde metingen worden ten
behoeve van het Kadaster uitgevoerd.
2. De taak van de afdeling Landmeetkundig werk
De taak van de afdeling Landmeetkundig werk be
gint reeds bij de aanleg van de dijken. Voor de
Dienst Zuiderzeewerken worden de knikpunten van
de dijkassen, in volle zee, uitgezet of gecontroleerd.
Hierbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van een
ter beschikking staande theodoliet T3 of de telluro-
meter type MRA 101.
Na het droogvallen van de polder worden de assen
van wegen, tochten en kavelsloten voor de Dienst
Zuiderzeewerken uitgezet.
In de stedelijke gebieden worden voor eigen dienst
uitgezet: de wegassen, de riolering, het tracé van de
waterleiding, de percelen bouw- of industrieterrein
en de rooilijnen. Ingemeten worden de wegen, fiets
en voetpaden, de beplanting, bebouwing en het
straatmeubilair. Dit alles wordt op zogenaamde
dorpskaarten verwerkt.
In het landelijk gebied worden de wegen uitgezet en
ingemeten, tevens worden alle boscomplexen, re
creatieobjecten en andere voorzieningen ingemeten
en in kaart gebracht.
3. Instrumentarium
Bij de uitvoering van bovenstaande taak wordt
dankbaar gebruik gemaakt van de Distomat Dl 10
infrarood afstandsmeter, waarvan twee instrumen
ten in gebruik zijn. Deze beide instrumenten zijn
van het vernieuwde type dat ongeveer twee kilo
meter lengte kan meten.
Het eerste instrument werd aangeschaft in juli 1971
en gecompleteerd met een theodoliet T2 en een serie
van twee enkelvoudige prisma's, drie drievoudige
prisma's, en drie zesvoudige prisma's, benevens de
benodigde statieven en drievoetjes. Dit instrumen
tarium is direct ingezet bij de bepaling van de tech
nische grondslag. De tweede Distomat werd in mei
1972 aangekocht met een theodoliet T2 en twee
drievoudige prisma's benevens de benodigde sta
tieven. Voor een deel worden nu de hulpmaterialen
bij beide instrumenten gebruikt. Dit tweede instru
ment wordt ingezet voor de detailmeting.
4. Gebruik in de praktijk
Zoals reeds vermeld wordt bij de bepaling van de
technische grondslag gebruik gemaakt van de aan
geschafte Distomat Dl 10.
Gewerkt wordt met een normale ploeg van drie
man. De meetassistenten zetten de statieven op en
centreren de drievoetjes. Afhankelijk van de plaats
wordt een prismaset of een theodoliet in de drie
voetjes geplaatst. Hierna start men met de hoek
meting waarbij een van de meetassistenten als secre
taris fungeert. De tweede meetassistent plaatst
tijdens deze meting een statief en een prisma op het
eerstvolgende richtpunt. Wanneer hij hiermee ge
reed is, is ook de hoekmeting gereed en start men
de lengtemeting. De lengtemeting gaat zo snel dat
er in het gemiddelde aantal gemeten hoeken geen
teruggang is opgetreden. Aangezien de prismaset
tevens als richtmerk dient, is er geen enkele reden
om ook niet iedere zijde in de teruggang te meten.
Het voordeel hierbij is dat mogelijke aflees- of instel-
fouten snel opgespoord worden en hermeting van
een zijde achteraf nimmer voorkomt.
De waarnemingen worden op een aangepast hoek-
meetformulier verwerkt (fig. I). Zoals het formulier
toont, worden de algemene gegevens in de kop ge
plaatst. Het verdere formulier geeft in de eerste vijf
H. W. VAN DHR ZlJPP
194
ngt 73