2. Beschrijving van de SM 11
Voor de afstandsmeting is ingebouwd een elektro-
optische afstandsmeter en voor de hoekmeting een
theodoliet, die overeenkomt met de Zeiss-Th 4.
De horizontale en vertikale rand worden met be
hulp van een schaalmicroscoop naast de theodoliet
kijker afgelezen, waarbij de hoogteïndex door de
bekende Zeiss-kompensator automatisch wordt ge
oriënteerd en zo vrij van invloeden van de scheve
stand van de eerste as is.
Het principe van de elektro-optische afstandsmeting
berust op het vergelijken van de aan het eindpunt
van de meetlijn gereflecteerde golf met een referen-
tiegolf in het instrument, en het meten van het fase
verschil tussen de golven.
De hoofdbestanddelen van de elektro-optische af
standsmeters zijn: de lichtbron, de modulator voor
het licht, de zendoptiek, de ontvangoptiek, de foto-
elektrische ontvanger en de fasemeter.
De afstand wordt na een druk op de knop binnen
5 sec digitaal aangegeven.
De afstandsmeter bevat een automatische signaal
sterktecontrole in de ontvanger. Wordt de licht
straal door een hindernis, b.v. voetgangers en auto's
onderbroken, dan schakelt de fasemeter zich zo
lang af, tot het zicht weer vrij is.
De fasemetingen voor de onderbreking gaan daarbij
niet verloren. Hierdoor kan men zonder tijdverlies
in de stad meten.
3. Beschrijving van de Reg. Elta 14
In tegenstelling tot de SM 11, waarbij men de af
standen en hoeken moet aflezen en opschrijven, re
gistreert de Reg. Elta 14 alle meetgegevens op een
ponsband, zodat aflezen en opschrijven overbodig
wordt.
De afstandsmeter is identiek aan die van de SM 11.
De hoekmeting gebeurt in de Reg. Elta 14 door een
combinatie van mechanische en elektronische ele
menten. De gemeten waarden, horizontale richting,
verticale richting en afstand, kunnen naar keuze
met behulp van een schakelaar op de cijferbuizen
worden weergegeven.
In het registratieapparaat, dat uit een ponsapparaat
bestaat, en in iedere code tussen 5 en 8 kanalen kan
ponsen, worden niet alleen de meetgegevens, afstand.
horizontale- en verticale richting geregistreerd,
maar ook 12 cijfers van het instelwerk, die voor de
identificatie van de meting dienen. In de houder
van het ponsapparaat bevindt zich bovendien de
batterij voor de stroomverzorging. De gegevens
gaan via een kabel, die aan de vaste onderbouw van
de Reg. Elta 14 bevestigd is, naar het ponsapparaat.
Om de waarnemer bij de reeds volautomatische
afloop van de meting nog meer te ontlasten, is een
reeks van maatregelen getroffen, om de registratie
bij bedieningsfouten of storingen in het apparaat
automatisch te blokkeren. Een storing wordt door
knipperen van de cijferbuizen aangegeven en de
registratie wordt automatisch afgebroken.
Bij grove bedieningsfouten wordt het instrument
direct geblokkeerd, b.v. wanneer men de klem-
schroeven van de eerste- en tweede as niet vastge
klemd heeft, te weinig signaal heeft of als er te
weinig spanning in de batterij is.
4. Nieuwe ontwikkelingen t.b.v. SM 11 en Reg. El
ta 14
De SM 11 en Reg. Elta 14 zijn momenteel tegen een
De SM 11
178
ngt 73