De opzet in de punten 31 en 33 is gekozen omdat in
die punten van het net Bergen, de hiervoor geschets
te methode niet toegepast kon worden vanwege de
begroeiing.
3. Precisie en betrouwbaarheid van het verkende net
Het in het zomerkamp verkende net telt 113 punten,
414 waarnemingen en 80 voorwaarden (zie figuur 2).
Dit net is doorgerekend met behulp van de stan
daardprogramma's van het L.G.R. (zie [8]). Be
rekend zijn de betrouwbaarheid van de waar
nemingen en de precisie van het net na de le fase,
dus zonder aansluiting aan de R.D.-punten. Daarna
is het net aangesloten op de R.D.-punten waarbij
nog nagegaan is of aansluiting op alle punten van de
rand met het net Bergen (de punten 15, 7, 33, 35, 3,
31, 137, 13, 153, 151, 149 en 11) de sterkte van het
net beïnvloedt. Hierdoor kon een antwoord gegeven
worden op de vraag of het net Overloon op alle be
kende punten uit het net Bergen aangesloten zou
moeten worden. Het gevaar was namelijk aanwezig
dat hierdoor het net Overloon sterk vervormd zou
worden vooral door de nogal eenzijdige ligging van
de aansluitingspunten.
3.1 Resultaten na de le fase
De grenswaarden van de waarnemingen (de fout die
men bij toetsing nét kan ontdekken) zijn vermeld in
figuur 2. Vooral de grote kring is hier interessant.
Het blijkt dat de grenswaarden van deze kring zeer
acceptabel zijn. De grote grenswaarden doen zich
voor bij de lengten aan de rand van het net zoals
de veelhoek 57-63-61-59-11-149-151-153-13 waar
grenswaarden tot 40 cm voorkomen. Deze kring van
15 zijden is te groot, echter de veelhoek 11-149-151-
153-13 is ook in het net Bergen opgenomen en is dus
tweemaal gemeten, verder was het erg moeilijk deze
kring te verkleinen en ligt de kring vrijwel geheel
buiten de ruilverkaveling zodat op grond hiervan
een wat groter risico genomen is (het risico dat er
een fout niet ontdekt wordt!)
Uit figuur 2 blijkt weer duidelijk dat wat betreft de
lengten de grote grenswaarden zich voordoen aan de
rand van het net in kringen met 10 en meer zijden;
vooral in kringen met meer dan 12 zijden worden
deze grenswaarden snel groter (zie de zijden 7-99 en
101-35 en 35-103), terwijl in het midden van het net
geen kring te groot is.
De precisie van het net is onderzocht door de
standaardellipsen te berekenen; deze zijn weerge
geven in figuur 3. De standaardellipsen zijn be
rekend ten opzichte van de schrankingsbasis 7-9
(zie [1] en [4]). Naast de standaardellipsen zijn ook
de criteriumcirkels getekend (met stippellijn), deze
criteriumcirkels zijn berekend met de parameters
c0 0 en cl 3 (zie [1] en [5]).
Uit figuur 3 blijkt dat de standaardellipsen en de
criteriumcirkels elkaar redelijk dekken. Ook de
relatieve standaardellipsen dwars over de grote
kring zijn nog vrij redelijk.
De precisie van het net is ook onderzocht met een
eigenwaardeberekening van deelnetten (zie [1], [5]
en [7]). Hiermede kan nagegaan worden of de deel
netten een homogeen beeld geven en wat de zwakke
plaatsen van het net zijn. In tabel 1 wordt een over
zicht gegeven van de grootste eigenwaarden van een
aantal belangrijke deelnetten. Deze eigenwaarden
kunnen vergeleken worden met de waarde van
Cj 3 die gebruikt is voor de criteriumcirkels in
figuur 3.
4 Fig. 3. Standaardellipsen le fase Overloon.
Tabel 1
Eigenwaarden van deelnetten van het net Overloon
Ver
kenning Meting
Deelnet n le fase le fase
1.
Grote Kring
25
3.46
2.02
17-167-169-171-105-107-21 -
71-73-75-77-97-95-217-215-
209-207-187-185-183-157-
155-159-161
2.
Kring Venray
13
2.79
2.68
1-83-85-91-93-219-221-45-
47-49-51-53-87
3.
89-55-65-57-53-87
6
1.88
1.89
4.
„dropje"
4
1.16
0.93
3-103-105-171
5.
insnijding „Merselo"
7
1.86
2.03*
211-209-215-217-93-219-19
6.
insnijding Boxmeer
4
2.36
2.19*
7-113-29-15
7.
aansluitingspunten 1 t/m 13
7
3.00
2.61
8.
aansluitingspunten 1 t/m 13
8
3.17
2.63
en 17
9.
alle bekende punten
16
3.81
3.41
1 t/m 17, 31,33,35, 137,
153, 151, 149
10.
rand met Bergen
12
3.00
2.74
15-17-33-35-3-31-137-13-
153-151-149-11
n aantal punten van het deelnet
coördinaten gewijzigd t.o.v. verkenning
ngt 73
205