De variantie van de gemeten afstand wordt volgens
de H.T.W. bepaald met:
mf al2 bl
De variantie van de berekende afstand is afhankelijk
van een veelheid van factoren die moeilijk in een
eenduidige formule te comprimeren zijn. Om een
eenvoudige toleransberekening mogelijk te maken
is aangenomen dat deze variantie gelijk is aan die
voor de gemeten afstand. De variantie van het
verschil dl tussen gemeten en berekende afstand is
nu:
md, lal2 2 bl 2c2
Getoetst wordt met de formule:
dl2
ofwel als tolerans geldt:
dl> 1.96 mdl
Bij een keuze voor a 6, b 3 en c 3 krijgt men
in de volgende tabel de waarde van de tolerans bij
verschillende afstanden.
(in m)
mdl (in cm)
tolerans (in cm)
0
4.2
8
10
4.3
8
25
4.5
9
50
4.9
10
100
6
12
Uit deze tabel blijkt dat vooral voor korte afstanden
de keuze van c een doorslaggevende rol speelt.
Grootteberekening en kaartering
De grootteberekening van percelen geschiedt met
de methode van Elling uit de coördinaten der
omtrekspunten. Daartoe moeten per perceel de
omtrekspunten worden opgegeven. Deze opgave
wordt ook gebruikt voor de kaartering van perceel
grenzen. Het rekenprogramma zorgt ervoor dat
elke perceelsgrens slechts eenmaal wordt getekend,
hoewel een grens meestal bij twee percelen voor
komt. Daarbij wordt uiteraard wel de eis gesteld,
dat de perceelsgrenzen eenduidig worden gedefini
eerd door in aansluitende percelen dezelfde om
trekspunten te kiezen.
De perceelsgrenzen worden met een standaardlijn
getekend. De kaartering kan worden aangevuld met
behulp van diverse tekencodes voor gebouwen, veel-
hoekspunten, streeplijnen e.d.
Men kan met het systeem zowel een zelfstandige
kaartering vervaardigen als een kaartering op een
bestaand plan. Het inpassen geschiedt m.b.v. een
overbepaalde gelijkvormigheidstransformatie aan
een aantal (b.v. 4) op te geven aansluitingspunten,
waarvoor men b.v. ruitpunten kan kiezen. Een
project kan meer dan één plan bevatten. Indien ge
wenst kan men van het project een overzichtskaart
op een andere schaal verkrijgen. De maximale om
vang van een project is omstreeks 10000 detail
punten.
Het is gebruikelijk t.b.v. het opsporen van meet- en
codeerfouten een proefkaartering te vervaardigen.
De definitieve kaartering wordt meestal met inkt
getekend (fig. 6). Er kan echter ook een gravure
worden gemaakt.
4. Ervaringen met het systeem
Sinds de introductie van het systeem „Detailmeting"
in de dienst Kador in december 1972 zijn een zeven
tigtal projecten aangeboden. Daarvan zijn er tot
1 januari 1974 50 afgehandeld, waarbij 14 nieuwe
2 ^0,9 5; l,ao( 3.84)
ma
Voorbeeld van een kaartering
Fig. 6.
ngt 74
5