plans, 50 zelfstandige kaarteringen en 60 bijkaar- teringen werden vervaardigd. In totaal werden er circa 23000 punten berekend en gekaarteerd. De 20 projecten die nog in behandeling zijn zullen leiden tot 16 nieuwe plans, 20 zelfstandige kaarteringen en 50 bijkaarteringen. Men kan hieruit afleiden dat men redelijk enthousiast is begonnen met de in voering van het systeem. De aard van de diverse projecten is nogal uiteen lopend, zoals blijkt uit de volgende opsomming: - kadastrale hermetingen - kleine zelfstandige kaarteringen - bijkaartering van uitbreidingsplannen en weg- verbredingen - bijkaartering of -gravering van nieuwe wegen, waterlopen en kavelgrenzen op de werkplans 2 t.b.v. de ruilverkaveling - aanvulling van fotogrammetrische hermetingen met ontbrekende grenzen. Ponsdocumenten Het gebruik van ponsdocumenten wordt in het al gemeen als een grote vooruitgang beschouwd t.o.v. mark-scanning-formulieren. Het is gebleken dat het aantal schrijf- en ponsfouten zeer klein is. Het pons document is verder veel leesbaarder dan m.s.- formulieren en dus prettiger te hanteren. Meetlijnen De toepassing van meetpunten en snijpunten ter bepaling van detailpunten, die niet of met grote moeite polair kunnen worden opgenomen, vindt veelvuldig plaats. Er zijn verder nog enkele belangrijke voordelen te signaleren: - minder problemen bij de polaire opname - de mogelijkheid van herkaartering van bepaalde gedeelten door codering van oude veldwerken - een vollediger kaartbeeld. Toch zijn er ook nadelen te noemen, nl.: - extra codeerwerkzaamheden - introductie van een extra foutenbron in de vorm van codeerfouten. Het is sterk afhankelijk van de aard van het project in welke mate het gebruik van meetlijnen is aan te bevelen. Controlemethoden Er staan de gebruikers van het systeem verschillende controlemethoden ter beschikking: - controle van de oriëntering m.b.v. een tweede oriëntering - controle van de dubbelpuntsafstanden - controle op de sluitfout bij meetpuntenberekening - controle met eigenmaten - controle op de collineariteit van punten - somcontrole bij de codering van de grootte berekening - visuele controle van de proefkaartering. Voor sommige toepassingen volstaat men met de visuele controle van de proeftekening, doch meestal worden meerdere van de genoemde controles toe gepast. De diverse controles worden in verschillende fasen van de berekening uitgevoerd, zodat vele fouten al in een vroeg stadium van de berekening kunnen worden opgespoord. Daardoor houdt men het pro ject beter in de hand dan wanneer men alle bereke ningen en alle controles in één bewerking zou uit voeren. F out enp er cent age Een belangrijk aspect van de toepassing van het systeem is het foutenpercentage en de fouten- opsporing. De ervaring tot nu toe leert, dat bij een aantal projecten het foutenpercentage aan de hoge kant is. De aard van de gemaakte fouten is zeer verschillend, de belangrijkste foutenbronnen zijn: - fouten in de gegeven punten - fouten in oriënteringspunten bij polaire opname - meetfouten - codeer- en interpretatiefouten - mutatiefouten. De codeer-, interpretatie- en mutatiefouten zullen ongetwijfeld afnemen wanneer men enige ervaring krijgt met het systeem. Het totale foutenpercentage is echter nu al duidelijk geringer dan bij het vroeger gebruikte systeem „Tachymetrie". Het gebruik van het veldwerknummer bij de op sporing van fouten is een belangrijke vooruitgang. De foutenopsporing blijft niettemin veel tijd vergen. De te volgen methodiek bij de opsporing van fouten is een probleem dat nog nader moet worden bezien. ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 8