Automatisering kadastrale grondregistratie in Nederland J. L. G. Henssen Inleiding Gaarne heb ik de uitnodiging aanvaard om op deze najaarsbijeenkomst van de Sectie en Studiekring voor Cultuurtechniek alsmede van de Vereniging voor Geodesie enkele hoofdaspecten naar voren te brengen van de in ontwikkeling zijnde en binnen afzienbare tijd startende automatiseringswerkzaam heden van de kadastrale grondregistratie in ons land. Hetgeen ik hier naar voren breng zal - ik ben me daarvan bewust - voor verschillende hier aan wezigen reeds in meer of mindere mate bekend zijn, maar ik kan me voorstellen dat voor degene, wiens werkzaamheden vooral liggen op het gebied van cultuurtechniek en waterhuishouding, de hier naar voren te brengen materie als nieuw kan worden beschouwd. In mijn voordracht zal aandacht worden geschonken aan: a. de taak van het kadaster, waarin verwerkt is de ontwikkeling die dit instituut in het maatschappe lijk gebeuren heeft ondergaan; b. de motivering, die geleid heeft tot het overgaan van een manuale kadastrale registratie op een geautomatiseerd systeem; c. de eisen, die gesteld dienen te worden, wil een dergelijk systeem het optimale effect sorteren; d. de inhoud van de bestanden dan wel, welke ge gevens het kadastrale geautomatiseerde systeem zou moeten bevatten. Hoe dit geautomatiseerde systeem technisch opge bouwd is en werkt, zal hier niet naar voren gebracht worden, omdat dit buiten de orde van de dag is en tevens omdat ik daarin in hoge mate ondeskundig ben. De taak van het kadaster en de ontwikkeling van dit instituut door de jaren heen Het kadaster beschikt over kaarten waarop per celen zijn afgebeeld, alsmede over registers waarin ten aanzien van die percelen gegevens zijn opgeno men die betrekking hebben op de zakenrechtelijke toestand en op de aard en de gesteldheid van de percelen. De percelen zijn op de kaarten op een eenvoudige en eenduidige wijze gelocaliseerd door nummers. Door deze indicatie wordt op een effi- ciënte wijze de verbinding tot stand gebracht tussen de kadastrale kaarten enerzijds en de kadastrale registers anderzijds. De oorsprong van ons kadaster ligt in het begin van de vorige eeuw, toen ons land ingelijfd was bij Frankrijk. Napoleon heeft dit instituut in het leven geroepen met het doel om met de inventarisatie van bepaalde gegevens van de grond te geraken tot een billijke heffing van de grondbelasting. De oor spronkelijke doelstelling was dus een fiscale. Maar reeds bij de opzet werd de aandacht gevestigd op het feit dat een perceelsgewijs kadaster ook hulp kan bieden bij het beslissen en voorkomen van ge schillen over eigendomsgrenzen en eigendomstoe standen. Al spoedig bleek van hoe groot belang de eenvoudige aanduiding van percelen kan zijn voor het goed functioneren van de openbare registers. De hier be doelde openbare registers zijn die registers waarin rechtsfeiten betreffende onroerend goed dienen te worden gepubliceerd om rechtsgevolg te kunnen effectueren. De perceelsaanduiding in de akte zou gaan dienen als sleutel, d.w.z. zou dienen om de openbare registers op een gemakkelijke wijze toe gankelijk te maken voor belanghebbenden. Omdat van de andere kant de gegevens uit de openbare registers die betrekking hebben op de zakenrechte lijke toestand van een perceel op een systematische en overzichtelijke wijze vermeld dienen te worden op de kadastrale kaarten en in de kadastrale regis ters, is reeds in 1839 besloten de openbare registers en het kadaster tot een organisatorische eenheid te verenigen. In de loop der tijden is hoe langer hoe meer het fiscale doel op de achtergrond geraakt. De rechts- zekerheids- en rechtsbeschermingstaak ten aanzien van het onroerend goed speelt reeds lange tijd een belangrijke rol. De ontwikkeling van de taakstelling is steeds verder gegaan. Vele wettelijke regels en voorschriften laten thans zien dat het kadaster hoe langer hoe meer gezien wordt als een instituut voor het verschaffen aan burgers en overheid van gegevens over aard en gesteldheid van de grond en natuurlijk over de zakelijke rechten die op de grond werden en worden uitgeoefend. Het kadaster wordt steeds meer door de overheid gehanteerd als bestuurs- 38 ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 16