gering deel van de totale kosten betreffen. Daar tot
heden steeds is gerekend met overeengekomen vaste
prijzen per kavel is het voor de hand liggend dat de
kosten van een gebied, behalve van de totale opper
vlakte, direct afhankelijk zijn van de daarin voor
komende gemiddelde kaveloppervlakte. Het ge
geven der kosten per ha dient derhalve met het
nodige voorbehoud te worden gehanteerd.
De tijdsduur voor het uitvoeren van een cultuur
technische inventarisatie in een bepaald gebied is
afhankelijk van de urgentie, het tijdstip van uitvoe
ring, mede in verband met het verrichten van de
opname door de STULM, de aard van het gebied
en de gegevens die reeds van het gebied bekend zijn
(wegenverkenning, kaartmateriaal, e.d.). Gemiddeld
is de tijdsduur voor een cultuurtechnische inventari
satie 1,4 maand voor 1000 ha. Voor gebieden 5000
ha ca. 2,7 maand per 1000 ha. Voor gebieden tussen
5000 en 10.000 ha ca. 1,4 maand per 1000 ha en voor
gebieden 10.000 ha ca. 1,1 maand per 1000 ha.
Huidige stand van zaken
Tot heden heeft cultuurtechnische inventarisatie
plaats gevonden in 92 gebieden met een totale opper
vlakte van rond 700.000 ha. Van deze 92 gebieden
zijn er thans 59 waar een ruilverkaveling in voor
bereiding of in uitvoering is (kaart 8).
Het systeem is thans in de meeste provincies een
regulier onderdeel van het voorbereidingsprogramma
van ruilverkaveling, onder meer voor de bepaling
van de blokgrens op basis van het grondgebruik,
voor toedelingsonderzoek, wegaanleg, kavelinrich
ting, boerderijverplaatsing en sanering. Ook van de
zijde van de Bureaus Ruilverkaveling van het
Kadaster bestaat een toenemende belangstelling in
verband met het inzicht in bepaalde situaties mede
in verband met de eigendom.
Naast de genoemde toepassingen in de sfeer van de
ruilverkaveling is er een toenemende belangstelling
van andere zijde. Als zodanig zijn te noemen de
cultuurtechnische inventarisaties ten behoeve van de
pijpleidingenstraat, van de landlocatie voor de
tweede nationale luchthaven (Rijks Planologische
Dienst) ten behoeve van de Reconstructie Veen
koloniën en recent voor de gemeente Helmond voor
het structuur- en bestemmingsplan.
Daarnaast vinden de gegevens steeds meer toepas
sing in het wetenschappelijk onderzoek zoals bij
voorbeeld bij de automatisering van de toedeling in
ruilverkavelingen en algemeen projectonderzoek.
Ook is van het systeem gebruik gemaakt bij een
vergelijking tussen de situatie vóór en na ruilver
kaveling. Dit betreft de gebieden Ferwerderadeel in
Friesland, Steenwijksmoer in Drenthe en Broek
huizen in Limburg. Een vergelijking voor het ge
bied Stoppeldijk in Zeeland is thans in uitvoering.
Perspectieven
De perspectieven van het systeem liggen vermoede
lijk enerzijds in een meer integrale toepassing in de
sfeer van de ruimtelijke ordening in casu de bestem
ming van gronden en daarnaast uiteraard in de in
richtingssfeer voor wat betreft de landinrichting. De
toenemende integratie van belangen in de land
inrichting maakt een verdere aftasting van de moge
lijkheden van combinatie met andere gegevens ge
wenst. Als mogelijkheden van een verdergaande
afstemming op elkaar en koppeling zijn te noemen:
cultuurtechnische inventarisatie (in feite een be
schrijving van de infrastructuur op basis van het
grondgebruik), eigendomsinventarisatie, landschap
pelijke kenmerken en bodemkundige inventarisatie
(fig- 4).
De koppeling loopt voor de eerste twee systemen
via de kavel en het kadastraal perceel, voor de
cultuurtechnische inventarisatie en het landschap
via het topografische perceel en voor de bodem-
kenmerken zowel via topografisch perceel, kadas
traal perceel als kavel.
Het lijkt zinvol de vier inventarisaties te koppelen
tot één integraal beschrijvingssysteem, c.q. gemeen
schappelijk administratief stelsel, op een zodanige
wijze dat elk van de systemen afzonderlijk opera
tioneel blijft.
Een eerste poging de gebruikersinventarisatie, met
als ingang de kavel, te koppelen aan de eigendoms
inventarisatie, met als ingang het kadastraal perceel
is gedaan door de Studiegroep Kessel (Limburg),
waarin samenwerken Bureau Ruilverkaveling van
het Kadaster, de Cultuurtechnische Dienst, de
Stichting voor Bodemkartering en het Instituut voor
Cultuurtechniek en Waterhuishouding. Na een
ngt 74
51