t LT"J t experimentele fase is thans een koppeling tussen beide systemen verwezenlijkt. Per kavel is de kadas trale toestand (aantal en nummer van de kadastrale percelen) geregistreerd op daartoe ontworpen pons documenten. Via de kavel is de gebruiker (bedrijf) bekend terwijl via de kadastrale percelen de kadas trale gemeente, sectie, artikelnummer, etc. de ver binding met de kadastrale legger (eigenaar) is ge maakt. Analoog aan de trits bij de gebruikers registratie is het desgewenst mogelijk de eigendoms situatie per dorpsbehoren en voor het gebied te bepalen. Het zal duidelijk zijn dat na automatisering van het kadaster dit als basis voor een gebruikersinventari satie van groot belang kan zijn. Vooral in gebieden met overwegend gebruik in eigendom kan dit een zeer waardevolle basis zijn. Bij een sluitende pacht- registratie zou via deze ingang een continu inzicht in de gebruikstoestand kunnen worden verkregen. In de sfeer van cultuurtechniek en landinrichting is het aspect landschap een factor van toenemende betekenis. In het recente verleden zijn door het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishou ding pogingen gedaan tot een kwantitatieve beschrij ving van de begroeiing met als hulpmiddelen een Quantimet, een scanner afkomstig uit de metallurgie toegepast door de Stichting voor Bodemkartering, micropedologisch onderzoek, en recenter de elek tronische coördinatograaf, de Haromat. In meer algemene zin kunnen deze pogingen worden opgevat als een eerste aanzet voor een volledige topogra fische terreininventarisatie. De ingang hierbij is het topografische perceel, een stuk grond, omgeven door bijvoorbeeld waterlopen, sloten, houtwallen, steil- randen. De aard van de scheidingen kan daarbij worden opgenomen zoals bijvoorbeeld hoogte van begroeiing, soort, aantal bomen, inhoud van water lopen, wallen, etc. Ook aan de begroeiing verbonden „natuurwaarde" kan op deze wijze kwantitatief worden geregistreerd. Een koppeling met de grondgebruiksinventarisatie loopt via de kavel en met de eigendoms inventarisatie via kavel naar kadastraal perceel (fig. 4). De koppe ling van deze vorm van landschapsinventarisatie met de grondgebruiksinventarisatie bevindt zich in een experimentele fase. Het zelfde geldt ten aanzien van de inventarisatie van bodemkenmerken en -eigenschappen. In de Cultuurtechnische inventarisatie (grondgebruikers- registratie) basis: gebruikerskaart gebied dorpsbehoren bedrijf beroep Eigendoms - inventarisatie basis: kadastrale boekhouding gebied -dorpsbehoren- kadastrale gemeente leggerartikel bedrijfs - kavel kavel j— topografisch perceel kadastraal i perceel i Inventarisatie Landschappelijke Kenmerken Inventarisatie bodem eigenschappen basis: terreinkaart gebied dorpsbehoren - i topografisch"] perceel basis: bodemkaart - gebied -dorpsbehoren I bodemeenheden i grondwatertrappen i koppelingsmogelijkheid i1 j ingang van het systeem; kleinste volledig te beschrijven eenheid Fig. 4. Inventarisatie-systemen en hun onderlinge koppelingsmogelijkheden. 52 ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 30