Automatisering in de waterhuishouding
K. P. Blumenthal en J. W. van der Made
1. Inleiding
Het inwinnen van informatie door metingen en het
be- en verwerken van de verkregen gegevens, zijn
aktiviteiten die de mens al zeer lang verricht. Het
doel is soms zuiver wetenschappelijk, maar heeft
meestal een verder gaande strekking, die te maken
heeft met het beheersen van de natuurkrachten ten
bate van de mens en het beheren van voor de samen
leving belangrijke objecten.
Door het gecompliceerder worden van de samen
leving groeit de noodzaak om over meer en nauw
keuriger gegevens sneller te beschikken. Daarmee
neemt het aantal metingen alsmede het aantal
soorten metingen toe terwijl een steeds hogere
kwaliteit van de metingen wordt verlangd.
Op vele gebieden zijn de metingen en de er mee
samenhangende werkzaamheden zelf niet meer te
hanteren zonder de gehele gang van zaken te orga
niseren in complete informatiesystemen van meting,
transmissie, bewerking en opslag.
Het voorgaande is van toepassing op de metingen,
die de Rijkswaterstaat verricht. Teneinde een ver
antwoord beheer van de Rijkswateren te kunnen
voeren, teneinde over een waarschuwingssysteem
tegen gevaren te kunnen beschikken, en teneinde de
benodigde kennis van de fysische achtergronden te
kunnen verzamelen, worden van oudsher metingen
van velerlei aard uitgevoerd: waterstandsmetingen,
waterafvoermetingen, zand- en slibtransportme-
tingen, dieptepeilingen, enz. De laatste tientallen
jaren wordt bovendien in toenemende mate onder
zoek verricht naar de kwalitatieve hoedanigheid van
het water.
Het waterbeheer, dat in het verleden vooral de as
pecten veiligheid, verzilting, afwatering, scheep
vaart en in mindere mate, watervoorziening om
vatte, heeft er in recente jaren een dimensie bij ge
kregen. Door de achteruitgang van de kwaliteit van
onze voornaamste waterbron, de Rijn, door de
binnenlandse problemen met de waterkwaliteit,
door het toenemend gebruik van oppervlaktewater
en door de toenemende verzilting ook vanuit zee, is
de voorziening van het land van water van vol
doende kwaliteit, te allen tijde en op alle gewenste
plaatsen, een probleem van de eerste orde geworden.
Het voorgaande komt neer op een aanzienlijke ver
ruiming en verzwaring van de taken, samen
hangende met de waterhuishouding. Dit begrip
wordt in de in 1968 verschenen nota „De Water
huishouding van Nederland" als volgt gedefinieerd:
„Waterhuishouding is het geheel van onderzoe
kingen, technische werken en bestuurlijke maat
regelen, dat nodig is om tot een zo doelmatig moge
lijke kwantitatieve en kwalitatieve beheersing van
het aanwezige water te komen".
De moderne waterhuishouding wordt geconfron
teerd met een schaarsteprobleem. Dit betekent, dat
met de beschikbare hoeveelheden moet worden ge
woekerd. Daartoe moeten ze in eerste instantie
bekend zijn. Met hoge kosten worden thans infra
structurele voorzieningen getroffen die slechts dan
optimaal benut kunnen worden wanneer de water
verdeling over het hele land bekend is.
Om dit te bereiken, moet het bestaande meet
systeem van waterstanden, waterafvoeren en water
kwaliteit worden uitgebreid en gemoderniseerd.
2. De taken van de Rijkswaterstaat
De taak van de Rijkswaterstaat is officieel vast
gelegd in artikel 2 van het K.B. van 14 januari 1971,
tot uitvoering van artikel 5, tweede lid van de Water
staatswet 1900 (Organiek Besluit Rijkswaterstaat).
De tekst van artikel 2 van het K.B. begint als volgt:
Artikel 2. De Rijkswaterstaat is, voor zover een en
ander aan Onze Minister is opgedragen en volgens
diens aanwijzingen, belast met:
a. de uitoefening van het oppertoezicht over de
waterstaat
b. in het algemeen de behandeling van alle water
staatsaangelegenheden, waaronder de zorg voor:
- de beveiliging van het land tegen het water;
- de waterhuishouding in kwantitatieve en kwa
litatieve zin;
- de scheepvaartwegen en havens.
Voorts komen de volgende passages voor:
- de aanleg, het beheer en het onderhoud van water
keringen, van werken ten behoeve van de water
huishouding, van scheepvaartwegen en havens,
- het verzamelen van gegevens voor de kennis van
de waterstaatkundige toestand van het land,
- het bevorderen en het doen van onderzoekingen
67
ngt 74