fasen 10, 11 en 12 en de publikatie (fase 13) en
catalogisering (fase 15) zijn hierin niet opgenomen.
Na opname en registratie van de gegevens (fase 1
en 2) worden deze via een of andere transmissie
(fase 3) zo nodig na vastlegging op een voor de
computer leesbaar medium (fase 5), doorgegeven
aan het rekencentrum alwaar de gegevens op auto
matische wijze worden geadministreerd (fase 4),
dat wil zeggen vastgelegd dat een bepaalde reeks
gegevens is ontvangen. Hiervan wordt melding ge
daan aan de databank. Daarna worden de gegevens
getest op tevoren gestelde eisen (6, 7 en 8).
Wanneer de gegevens niet aan de test voldoen dan
geeft de meetnet-beheerder de correcties door aan
het rekencentrum, alwaar de veranderingen worden
aangebracht (fase 9). Daarna wordt de test opnieuw
uitgevoerd. Deze kringloop wordt zo lang herhaald
tot alle gegevens aan de gestelde voorwaarden vol
doen, respectievelijk op bijzondere gronden aan
vaard worden.
Tenslotte gaat de meetnet-beheerder na of de ge
gevens voor algemeen gebruik openbaar gemaakt
kunnen worden. Zo ja, dan worden ze zonder meer
opgenomen in de Hydrologische Databank, zo neen
dan worden de gegevens eerst geclassificeerd. Ge
gevens voorzien van een classificatie zijn alleen toe
gankelijk voor of met toestemming van de meetnet-
beheerder.
Bij de verdere verwerkingen kan onderscheid wor
den gemaakt in verwerkingen welke als vast pro
grammapunt worden uitgevoerd en verwerkingen
welke alleen op aanvraag worden gedaan.
Voor het hoofdnet zal de verwerking van water
standen tot afvoeren op routinebasis plaatsvinden
voor een aantal nader vast te stellen meetstations.
Voor de Rijn zal dit plaatsvinden bij de grensover
schrijding, bij de splitsingspunten, bij de uitwate
ringssluizen in het Haringvliet en in de Afsluitdijk
en aan een aantal tussengelegen punten.
Voor de Maas zal dit plaatsvinden bij een aantal
punten in het Luiks-Maastrichtse bekken in samen
werking met België, bij de stuw Lithenzo mogelijk
bij een of meerdere tussenliggende stuwen. Hier zal
de ontwikkeling van nieuwe meetmethoden, zoals
de acoustische, wellicht de mogelijkheid openen de
afvoeren direct te bepalen, dat wil zeggen zonder de
tussenfase van waterstandsmetingen.
In het secundaire net zullen in principe voor alle
stations de afvoeren worden bepaald, omdat dit
net volledig op de waterhuishouding is gericht. Dit
geldt ook voor de, op verzoek van de beheerders,
opgenomen stations van het tertiaire net.
Karakteristieke grootheden zullen worden bepaald
voor alle stations uit de meetnetten, omdat de lange
tijdreeksen op zichzelf weinig zeggen over de aard
van het verschijnsel.
5. Huidige situatie en toekomstige ontwikkelingen
van het meetsysteem
Momenteel bestaat het primaire net uit ongeveer
130 peilschrijvers en 80 vaste schalen. De peil-
schrijvers leveren analoge registraties welke mo
menteel grotendeels nog manuaal worden bewerkt.
Met het in bedrijf stellen van een coördinatenlezer
wordt thans overgegaan op de semi-automatische
methode. De gegevens van de vaste schalen zullen
op routine-basis worden verponst en in het bewer
kingssysteem worden opgenomen.
De lijn waarlangs de toekomstige ontwikkeling
zich zal bewegen ziet er naar alle waarschijnlijkheid
als volgt uit.
JA NEEN
STROOMDIAGRAM
Primaire net
72
ngt 74