daarna, zij het eerst nog zonder officiële machtiging
en voornamelijk voor eigen rekening van de deel
nemende officieren over een groot deel van Noord-
Brabant uitgebreid. Toen is bij de Generale Staf
het plan gerijpt om te trachten op deze wijze van het
gehele land op de schaal 1:25.000 kaarten te ver
vaardigen en te publiceren. De kaartserie zou be
staan uit 210 kaartbladen op de schaal 1:25.000,
formaat 80x50 cm (20x I2-| km) in de projectie
van Bonne, met de Westertoren van Amsterdam als
centraal punt. Na jarenlang aandringen van de
Generale Staf werd in 1842 eindelijk door de minister
toestemming voor landelijke kaartering gegeven.
Maar wel werd bepaald dat, in verband met de hoge
kosten, de kaart zou worden gepubliceerd op de
schaal 150.000 i.p.v. 125.000, waardoor het aantal
bladen teruggebracht kon worden van 210 tot 62.
Ook zouden de bladindeling, wijze van bladnum-
mering en de projectieberekeningen volledig worden
overgenomen uit de bijlagen bij het rapport van de
Commissie De Man [2], De bladen zouden worden
gegraveerd en gedrukt op het Topographisch
Bureau, een nieuwe naam voor de steendrukkerij
van de Militaire Verkenningen, welke sinds 1830
een zelfstandig leven was gaan leiden, los van de
verkenningsactiviteiten.
Zo ontstond de Topographische en Militaire Kaart,
waarvan het eerste blad, Breda, in 1845 in proef
druk gereedkwam. Het duurde evenwel nog tot 1850
voordat de definitieve toestemming voor de druk
en verspreiding afkwam. In 1864 waren alle bladen
van de TMK gedrukt; van een groot aantal ervan
waren toen inmiddels al één of meer herziene her
drukken verschenen. De TMK is in 1932 officieel
opgevolgd door de tegenwoordige fotogramme-
trische topografische kaart 150.000 in stereo-
Su zalm a
Yjio/dót^
Jacob
Van Citterr,
polder
Fig. 2a. Gedeelte van blad 48 Middelburg van de TMK, uitgave 1864. Verkleind op 2:3 van de ware grootte.
82
ngt 74