\R N\ V IL zodat ZÜ-TVcos cp a N0 cotg <p0 Mdip De projectieformules worden nu (afb. 3): x 7?sina y N0 cotg (p0 R cos a De berekening van het graadnet en een aantal tabel len was al door enkele medewerkers van de Com missie De Man (Ackermans en Delprat) uitgevoerd [2], Het aanvaarden van deze gegevens als grond slag voor de TMK bracht als nadelig neveneffect met zich dat ook het door de Commissie al vóór de Belgische Afscheiding vastgestelde centrale punt, gelegen op de breedte 51°30' op de meridiaan van de Westertoren, ondanks de nu excentrische ligging gehandhaafd moest blijven. Daardoor zijn de maximale hoek- en lengtevervor ming, veroorzaakt door de projectie, niet gelijk matig over het gehele land verdeeld, maar het grootst in het uiterste noordoosten. Toussaint [7] berekende als maximale hoekvervorming, afgezien van de met de afstand variërende hoek tussen boog en koorde, een waarde van ongeveer 0,0480 gr. Bij een beter gesitueerd centraal punt zou men dit kunnen heb ben teruggebracht tot ongeveer 0,0250 gr. De in vloed van de hoek- en lengtevervormingen is per kaartblad nauwelijks waarneembaar. De keuze van een kaartprojectie voor een topografische kaart 1:50.000 voor een klein land als het onze is voor de meeste kaartgebruikers van weinig betekenis. De eigenschappen van de conforme projectiemethoden, zoals bijvoorbeeld de stereografische projectie, zijn vooral van belang voor een selecte groep, bestaande uit geodeten, kaartenmakers en andere technici, omdat de conformiteit hen in staat stelt met een voudige formules in het platte vlak coördinaten- en argumentenberekeningen uit te voeren. 4. Terreimverk en reproduktie Als basis voor de kaart is uitgegaan van de kadas trale plans die in de periode 1812-1831 waren samen gesteld. Deze eilandplans werden in potlood ver kleind („gereduceerd") naar de schaal 125.000, vervolgens zorgvuldig langs de grenzen uitgesneden en daarna op een grote plaat karton zo goed moge lijk aanéénsluitend opgeplakt. Door de onvermijde lijke aansluitingsmoeilijkheden moesten de ver kleinde plans hier en daar soms iets over elkaar heen worden geplakt of er ontstonden smalle hiaten. De kaartmontages, in rechthoekige stukken van het formaat 40x50 cm gesneden, zijn daarna in de jaren 1834—1859 in het terrein door de verkenners gecorrigeerd en aangevuld met de ontbrekende topo grafische details, hoogtegegevens en namen. Meestal kon de ontbrekende topografie aan de hand van het reeds in potlood aanwezige kadastrale lijnenbeeld Y-as T ot\ N.P. P P O C X - as Fig. 3. Projectie van Bonne. <p (pO Fig. 4. Meridiaandoorsnede van de ellipsoïde. ngt 74 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 9