records achter het bijbehorende NAW-record ge
plaatst; na elk NAW-record komt minstens één
ZR-record, tenzij de naam een echtgenote betreft
die niet zelfstandig een recht uitoefent. Er is hier
sprake van een hiërarchiek-sequentiële opslagstruc
tuur. Er zijn dus twee logische bestanden verenigd
tot één fysiek bestand, deze combinatie heet
NAW-ZR-bestand. De twee basis-bestanden die
ARAK kent zijn dus het NAW-ZR-bestand en het
PERC-bestand.
Het is in het kader van dit artikel niet mogelijk in
detail de werking van het systeem uiteen te zetten.
Daarvoor Wordt verwezen naar de systeemdocu-
mentatie en de gebruikershandleiding, waarin alle
gegevens te vinden zijn.
3.2 Bestandsopbouw
De eerste invoer bestaat uit al die basisgegevens die
nodig zijn voor de beginfase van de ruilverkave
lingsprocedure, aangevuld met de additionele ge
gevens die op dat moment beschikbaar zijn. Daar
mee worden de bestanden opgebouwd, in volgende
fasen worden alle aanvullende gegevens als muta
ties beschouwd.
Voor alle invoergegevens geldt dat controles worden
toegepast. Afhankelijk van het moment van controle
onderscheidt men de volgende typen:
- rubriekcontroles; zij gaan na of de ruimte in de
invoerrecords is gevuld met een vooraf gedefi
nieerde inhoud. Bijvoorbeeld; zijn alle secties en
en gemeentecodes letters en zijn alle perceel
nummers en oppervlakten cijfers?
Opmerking: Deze controles worden direct bij het
invoeren genomen, onjuistheden resulteren in een
melding van de fout op de signaallijst samen met
de inhoud van het betreffende record, het record
wordt verworpen.
- som-, volledigheids-, en bestaanbaarheidscon
troles; zij controleren de gegevens binnen één be
stand. Bijvoorbeeld:
- is de som van de zakelijk-recht-aandelen binnen
elke tenaamstelling één;
- is in het aanvullingsbestand (met bijvoorbeeld
de waarde) de sleutel identiek met het bestaande
bestand en zo niet wat zijn de verschillen;
- komen de opgegeven categorie/klassen binnen
elk perceel voorin het procesverbaal van schat
ting?
Opmerking: Deze controles worden doorgaans
verricht tijdens de voorbereidingsprogramma's
voor de eenvoudige lijsten (R2, R3, R4). De
soort fout wordt met de betreffende records ver
meld op de signaallijst, het bestand blijft nog on
gewijzigd.
- logische controles; zij controleren de structuren
tussen de gegevens in verschillende bestanden.
Bijvoorbeeld:
- heeft elk leggerartikel, aanwezig in de ZR-re-
cords,een tenaamstellingen minstenséénperceel?
Opmerking: Deze controles zijn mogelijk tijdens
de voorbereidingsprogramma's voor de gecom
pliceerde lijsten (Rl, R16, R17-leggerextracten).
Ook hier worden de afwijkingen op een signaal
lijst vermeld met verwijzing naar de plaats van de
fout, bijvoorbeeld het artikelnummer. Sommige
invoerfouten kunnen meer dan één logische fout
melding tot gevolg hebben.
De pacht- en hypotheekgegevens worden op per
ceel-niveau opgegeven. Het systeem zelf werkt ech
ter op artikel-niveau: in de programma's wordt het
betreffende artikelnummer in het percelenbestand
gezocht. Vooral bij het opgeven van mutaties geeft
dit nogal eens aanleiding tot complicaties.
Een systeem moet werken met een zo groot moge
lijke gemeenschappelijke eenheid als basiselement,
dit is in dit geval het perceel. Het zou achteraf ge
zien beter geweest zijn als de ZR-records ook op
perceelniveau zouden functioneren. Het systeem
kan elementen met gelijke tenaamstelling herkennen
en verenigen in één (Rl)artikel, voor dit herkennen
maakt het weinig verschil of dit element een legger
artikelnummer of een perceelnummer is. Het be
oordelen of een artikel kan vervallen en soortgelijke
vragen, zou veel makkelijker door het systeem
(programmatuur) gedaan kunnen worden als dit op
het juiste niveau werkt. In ARAK moeten deze be
oordelingen door de gebruiker worden gedaan en de
consequenties van deze beoordelingen moeten aan
het systeem volledig worden opgegeven.
Er is gekozen voor een sequentiële bestandsorgani
satie, op grond van het feit dat hiermee sneller ge-
ngt 74
103