stelling van het plan kan de Reconstructie-commissie
de uitvoering ter hand nemen, ongeveer analoog aan
de overeenkomstige bepalingen van de Rvk.wet.
Nieuw is dat de bepalingen van de Ontgrondingen-
wet niet van toepassing zijn op deze uitvoering en
dat de schade t.g.v. de uitvoering door het Rijk
wordt vergoed, waarover op verzoek een voorschot
kan worden uitbetaald, vastgesteld door de rechter
commissaris.
Hoofdstuk III, afdeling 6
De vaststelling van de rechten en de schatting
Bij de bepalingen omtrent de schatting valt het op
dat in het zg. proces-verbaal van classificatie niet
alleen een stelsel voor de waardebepaling als grond
slag voor de toedeling wordt opgenomen, maar
gelijktijdig de grondslagen voor de bepaling van de
verandering in waarde als gevolg van de recon
structie. Deze laatste worden later rechtstreeks toe
gepast om de geldelijke gevolgen van de reconstruc
tie voor de eigenaar te berekenen.
Uitdrukkelijk wordt gesteld dat andere dan agrari
sche factoren bij de schatting buiten beschouwing
blijven. Wat op het eerste gezicht vreemd kan aan
doen, is dat m.b.t. de schatting geen uitzondering
wordt gemaakt voor het onteigende gebied, hoewel
dit als zodanig principieel buiten de ruiling wordt
gehouden. De waardebepaling als grondslag voor
de toedeling is dus niet nodig.
Wel kan er behoefte bestaan aan een bepaling van
de waardeverandering i.v.m. eventuele bijdragen in
de kosten van profiel verbetering enz., door de Re-
constructie-commissie aangebracht. Afgezien daar
van is echter voor de bepaling van het aftrekper
centage een schatting noodzakelijk, aangezien wordt
uitgegaan - zoals gezegd - van de totale waarde
van alle in Midden-Delfland gelegen onroerende
goederen.
De bezwarenbehandeling verloopt nagenoeg gelijk
aan die in de ruilverkavelingsprocedure in drie
instanties
1Reconstructie-commissie
2. rechter-commissaris
3. rechtbank.
Hoger beroep is ook hier niet toegelaten.
Hoofdstuk III, afdeling 7
Openstelling voor het openbaar verkeer van wegen;
eigendom, beheer en onderhoud van wegen enz.
De bepalingen omtrent de vaststelling van het plan
van wegen en waterlopen en het landschapsplan,
alsmede de toewijzing van eigendom, beheer en
onderhoud zijn in grote lijnen gelijk aan die van de
Rvk.wet. Een belangrijke uitzondering is echter ge
maakt t.a.v. het landschapsplan, dat - volgens de
Reconstructiewet - bevat de kavels die voor de
landschappelijke verzorging van belang zijn. Deze
kavels dragen ook bij, zoals hiervoor gezegd, tot de
totale waarde van de onroerende goederen, die leidt
tot de berekening van het zg. aftrekpercentage. Ook
van deze kavels, die dus dienen voor de landschap
pelijke verzorging, geldt dat de eigendom, het be
heer en het onderhoud worden toegewezen door G.S
op advies van de Reconstructie-commissie. Dat
één en ander geschiedt zonder geldelijke verrekening
wordt - in afwijking met de Rvk.wet. - niet uit
gesproken.
Anders dan bij de Rvk.wet kan het plan van wegen
en waterlopen in Midden-Delfland niets nieuws be
vatten, want het behelst alleen het „stelsel van we
gen, waterlopen, dijken en kaden met de daartoe
behorende kunstwerken zoals dat na uitvoering van
het plan van voorzieningen in Midden-Delfland aan
wezig zal zijn".
Het bezwaar van het systeem van de Rvk.wet dat de
belanghebbenden niet tegen het plan van wegen en
waterlopen kunnen opkomen gaat hier niet op, om
dat men bij het plan van voorzieningen voldoende
gelegenheid heeft gehad om zijn bezwaren kenbaar
te maken. Ook de belanghebbende openbare licha
men krijgen geen beroepsmogelijkheid meer tegen
het door G.S. vastgestelde plan van wegen en water
lopen en het landschapsplan. Wel kunnen zij in be
roep gaan tegen de toewijzing van eigendom, be
heer en onderhoud.
Het befaamde art. 79 lid 3 Rvk.wet waarin staat
dat G.S. binnen acht weken de plannen vaststelt is
weggelaten. Hier is de wetgever duidelijk gezwicht
voor de praktijk. Er is geen wetsartikel te noemen
- dacht ik - dat zo stelselmatig door een overheids
orgaan wordt overtreden. De sanctie ontbreekt, he
laas.
128
ngt 74