men nu de zg. „peildatum" samenvallen met de
sluiting van de pachtregistratie dan wordt een rede
lijk werkend systeem verkregen, hoewel er toch ook
nog vele haken en ogen overblijven.
Om aan het bovengenoemde euvel tegemoet te ko
men is een voorziening als nu gegeven in de artt. 9
en 10 van het Wetsontwerp niet nodig. Deze ingreep
is veel drastischer en ontleend aan de Herverkave-
lingswet. Het gehele rechtsverkeer (en de pacht) van
onroerend goed wordt - op straffe van nietigheid -
onderworpen aan de goedkeuring van de Rec.cie.
Anders dan de Herverkavelingswet zal in de Recon
structiewet ook overschrijving van een akte in de
openbare registers niet plaats vinden zonder schrif
telijke verklaring van de Rec.cie.
Ir. G. Homan schrijft in zijn artikel „Ervaringen op
gedaan in het herverkavelingsblok Schouwen-
Duiveland; een vergelijkende beschouwing over her
verkaveling en ruilverkaveling" [14], dat men in de
herverkaveling dankbaar gebruik gemaakt heeft
van deze artikelen met name ten tijde van het op
maken van het plan van toedeling. „Er kon mee
worden voorkomen dat een geprojecteerde toede
ling weer helemaal moest worden gewijzigd." Ook
dit wijst op een beperkt gebruik van deze bevoegd
heden tot een met name genoemd tijdvak in de
procedure. Hij vond de bevoegdheden wel erg ruim
en sprak de vrees uit dat een zodanig ruime bevoegd
heid wel eens de verleiding met zich zou kunnen
brengen om een bepaald beleid te gaan voeren inzake
grondtransacties.
Ook in het Voorlopig Verslag worden bij deze arti
kelen zeer kritische kanttekeningen geplaatst.
Hoe het ook zij, gelukkig is er ook een art. 11 in het
ontwerp opgenomen, waarin aan de Rec.cie de be
voegdheid wordt toegekend om voor het gehele of
een gedeelte van het gebied van Midden-Delfland
de artt. 9 en 10 niet van toepassing te verklaren.
Indien hieruit ook de bevoegdheid voortvloeit om
dit voor de gehele of een gedeelte van de procedure
te doen dan kan een zeer selectief gebruik van deze
bevoegdheden gemaakt worden. Overigens kende de
Herverkavelingswet deze buitenwerkingstelling niet.
3.1.3 Het betreden van terreinen
Een manco in de Ruilverkavelingswet is altijd ge-
weest dat tijdens de uitvoering van een ruilverkave
ling het betreden van terreinen anders dan voor de
aanleg van wegen en waterlopen geen wettelijke
basis heeft. Met name voor het verrichten van de
schattingen kan dit moeilijkheden opleveren. Mr.
Scholtens signaleert dit ook in zijn toelichting op de
Wet. Bij obstructie van de schatting door een be
paalde eigenaar geeft de wet geen directe oplossing.
Als enige mogelijkheid om uit deze impasse te
komen valt mr. Scholtens dan terug op de bevoegd
heid van de P.C. om tekens te stellen t.b.v. de uit
voering der werken en dan inmiddels de schatting
te verrichten.
Art. 12 van het ontwerp van wet legt nu in algemene
zin aan eigenaren en gebruiksgerechtigden de ge-
doogplicht op dat de grond wordt betreden, metin
gen worden verricht of tekens worden gesteld.
Deze verplichting geldt voor de ruilverkaveling al
leen in het stadium van voorbereiding. Nu bij de
reconstructie voorbereiding en uitvoering niet
meer worden gescheiden door een stemming heeft
men als logisch gevolg ook deze gedoogplicht een
ruimere werking gegeven.
3.1.4 Het aanbrengen van waardeverandering aan
onroerend goed
Heel eigenaardig is dat art. 48 Rvk.wet niet is over
genomen. In dit artikel wordt aan eigenaren ver
boden handelingen te verrichten of na te laten,
waardoor de waarde van hun onroerende goederen
zou veranderen, tenzij hun daartoe door de P.C.
toestemming is verleend. Het is een artikel waar in
de ruilverkavelingsprocedure een nuttig gebruik van
wordt gemaakt.
De P.C. blijft op de hoogte met alle terreinsveran
deringen zoals nieuwbouw, inplant, drainage, en
kan - in overleg - bijsturen, uitstel bepleiten, alter
natieve oplossingen aan de hand doen enz. Ik ben
van mening dat het bij de uitvoering van de recon
structie zeker niet gemist kan worden. Uit de tekst
van art. 81 lid la zou opgemaakt kunnen worden
dat het de bedoeling is geweest een dergelijk arti
kel op te nemen. Hopelijk wordt er nog in voorzien.
3.2 De voorschriften voor de toedeling
3.2.1 Concentratie en afstandsverkorting van kavels
ngt 74
131