voorlopige nadere begrenzing. Hierdoor wordt de rechtsonzekerheid al voor een groot deel wegge nomen. Nadere detaillering kan vervolgens plaats vinden bij één of meer volgende K.B.'s. 4.2.4 De samenwerking met de hypotheekbewaar der Naast de ingenieur van het Kadaster wordt er in het ontwerp van wet nog een andere functionaris van de dienst van het Kadaster en de Openbare Registers genoemd nl. de hypotheekbewaarder. Nu deze beide ambtenaren binnenkort in hetzelfde „huis" komen te zitten, waardoor niet alleen de „organisatorische afstand" maar ook de „fysieke afstand" erg klein zal zijn geworden, is een beter samenspel tussen die beide mogelijk. Dit zal kunnen leiden tot vergroting van de rechtszekerheid en een grotere service aan het publiek. Ik wil dit nog toe lichten aan een drietal facetten. 1. De hypotheekbewaarder zal geen akten over schrijven zonder schriftelijke verklaring van geen bezwaar van de Rec.cie. De tot nu toe gebruikelijke methode om perce len die in een ruilverkaveling zijn begrepen in de kadastrale legger rood te onderstrepen faalt in dit geval. De hypotheekbewaarder zal te allen tijde een lijst paraat moeten hebben waaruit blijkt welke percelen in de tot Midden-Delfland behorende gemeenten in de reconstructie zijn be grepen én waarvoor geen besluit van de Rec.cie geldt dat het preventieve toezicht op overdracht niet van toepassing is. Zonder verklaring zal een akte waarin een perceelnummer voorkomt van de bovengenoemde lijst öf door de hypotheek bewaarder worden geweigerd, dan wel - indien er ook andere perceelnummers in voorkomen - zal hij de partijen wijzen op het ontbreken van rechtskracht. Hoewel de besluiten dienaangaande van de Rec. cie in de Staatscourant zullen worden gepubli ceerd en dit wellicht met de K.B.'s van nadere grensvaststelling ook het geval zal zijn is m.i. een directe (vóór)informatie aan de hypotheek bewaarder van groot belang voor een goed func tioneren van dit systeem. Wellicht kan de infor matie aan het publiek nog verder worden uitge breid door een verwijzing te plaatsen bij die percelen die aangewezen zijn voor: onteigening, weg, waterloop of landschapselement, dan wel begrepen zijn in een obligatoire overeenkomst tussen Rec.cie en eigenaar. 2. Nadat de lijst van rechthebbenden vaststaat zendt de rechter-commissaris een afschrift hier van aan de hypotheekbewaarder. Dit is in een zeer laat stadium, omdat dan de laatste bezwaren moeten zijn opgelost, c.q. de laatste vonnissen zijn uitgesproken. In de praktijk is het echter zo dat na de tervisie- legging van de lijst ongeveer 99% van de rechten reeds vaststaat, omdat geen bezwaren zijn inge diend. Ten aanzien van deze 99% zou de hypo theekbewaarder dan al kunnen handelen zoals in de Instructie Kadaster voorgeschreven nl. de af wijkingen tussen de lijst van rechthebbenden en de kadastrale legger in deze legger aantekenen. Vooruitlopend op het formele tijdstip kunnen deze „officieuze" aantekeningen aldus reeds en kelejaren tevoren in de legger worden geplaatst, hetgeen de optimale informatie aan het publiek ten goede komt. 3. Van het besluit van G.S. betreffende de toewij zing van eigendom, enz. van de wegen, water lopen en de in het landschapsplan opgenomen onroerende goederen wordt een afschrift ge zonden aan de hypotheekbewaarder, ter over schrijving. Hetzelfde geldt voor de K.B.'s die hierop betrekking hebben. In de kadastrale voor schriften wordt hieromtrent verder niets gere geld, m.a.w. de hypotheekbewaarder doet er niets mee. Hij kan dat ook moeilijk omdat er geen toegang is via kadastrale nummers. Aan gezien m.n. de belangen van de eigenaren be trokken bij de landschapselementen aanzienlijk kunnen zijn, is een aantekening in de legger op zijn plaats. De mogelijkheid hiertoe bestaat als de ingenieur rechtstreeks informatie hiervoor verschaft aan de hypotheekbewaarder. Ook dit is „in eigen huis" eenvoudiger te regelen, dan voorheen het geval was. 5. Samenvatting 1. Het veilig stellen via een speciale wettelijke rege- ngt 74 137

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 21