Hoofdstuk I, afdeling 2 Doelstelling Deze afdeling omvat één artikel dat luidt: „Ter be vordering van een goede ruimtelijke ordening en in verband daarmede ter behartiging van de belangen van de openluchtrecreatie en van de landbouw in Midden-Delfland, vindt aldaar een reconstructie plaats op de voet van het bepaalde in deze wet." In dezelfde volgorde waarin hier de diverse belangen worden genoemd zijn de eerste drie ondertekenaars van de wet resp.De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, De Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en de Minister van Landbouw en Visserij. Bij dit alles dient echter bedacht te worden dat de beide woorden „bevordering" en „behartiging" reeds geschiedenis hebben gemaakt in de Ruilver- kavelingswet. In de wet van 1938 heette het dat ruilverkaveling geschiedt ter bevordering van de landbouw; in de wet van 1954 is dit vervangen door ter behartiging van de belangen van de landbouw. Door deze andere woordkeus in de doelstelling wilde de regering de mogelijkheid openen om ook rekening te houden met andere openbare belangen. Het volgende citaat uit de Memorie van Antwoord [13] geeft het beste de ijking van de twee begrippen weer: „Vandaar, dat de ondergetekenden, gelijk ook in de memorie van toelichting is gesteld, het rekening houden met andere openbare belangen niet in de doelomschrijving van de ruilverkaveling heb ben willen opnemen, maar wel bevordering hebben vervangen door behartiging, omdat het opvangen van onafwendbare en voor de landbouw nadelige gevolgen geen bevordering van de landbouw in strikte zin, maar wel behartiging van landbouwbe langen kan worden genoemd." En voorts: „Onder behartiging is daarbij mede te verstaan het zoveel mogelijk opvangen van nadeel, aan de agrarische belangensfeer toegebracht door planologische maat regelen". Vanuit deze achtergrond kan gezegd worden dat de doelstelling evenwichtig en ruim is omschreven. Boven elke twijfel verheven staat de bevordering van een goede ruimtelijke ordening, zoals deze uit eindelijk uit de bestemmingsplannen valt af te lei den. Blijkens de vigerende streek -en bestemmings- plannen is die bestemming hoofdzakelijk tweeërlei nl. recreatief en agrarisch. Vandaar dat de beharti ging van de recreatieve en agrarische belangen ex pliciet wordt genoemd. Dat neemt niet weg dat ook met andere openbare belangen rekening kan worden gehouden, zo die er zijn of zo die er komen. Zoals uit het Voorlopig Verslag van de bijzondere commissie uit de Tweede Kamer blijkt zal een aan zienlijk deel van de kritiek zich richten tegen de formulering van de doelstelling. Een goede ruimte lijke ordening in het gebied van Midden-Delfland wordt hier concreet vertaald in de behartiging van de belangen van 2 zaken nl. de openluchtrecreatie en de landbouw. Waar blijven de ecologische en cultuurhistorische waarden, zo vraagt men zich af. De critici van dit wetsontwerp putten zich in het verslag uit in kreten als: „barbaars technocraten- dom", „startklare egalisatoren", het gebruiken van „toch al aangeschafte en nog niet volledig afge schreven bulldozers", „Zand en bulldozer erover", enz. Hiertegenover staat echter een duidelijke meerderheid die zich positief uitlaat over het wets ontwerp, zonder zich overigens te veel te binden t.o.v. de toekomstige landinrichtingswet. Hoofdstuk I, afdeling 3 Organieke bepalingen Het orgaan dat met de leiding en de uitvoering van de reconstructie wordt belast is de Reconstructie commissie (Rec.cie). Deze commissie van ten hoogste 20 leden wordt voorgezeten door een lid van Gedeputeerde Staten. De benoeming van zowel voorzitter als leden geschiedt op voordracht van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or dening, in overeenstemming met de ministers van C.R.M., van Landbouw, van Verkeer en waterstaat en van Financiën, nadat G.S. zijn gehoord. Voorts worden toegevoegd een ingenieur van het Kadaster, een eerste secretaris (Min. van Landbouw) en een tweede secretaris (Min. van C.R.M.). Een instructie voor de commissie wordt vastgesteld door de Mi nister van V. en R.O., in overeenstemming met de overige hierboven genoemde ministers. Tenslotte wordt door de rechtbank een rechter-commissaris benoemd. 124 ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 8