middelden zijn voor de categorie a-punten, welke
bij de aansluiting zijn gehanteerd, gecorrigeerd voor
het juiste aantal vrijheidsgraden, om te komen tot
de standaardafwijkingen mp)a en (mz)a in de aan
sluiting van een fotogrammetrisch gemeten a-punt
nJTfmmtlflki
aan een terrestrisch gemiddeld a-punt. Per instituut
en per uitwerking zijn deze standaardafwijkingen
vermeld in de tabellen 4 en 5, respectievelijk in cm
in het terrein en in microns in het negatief. Het
aantal vrijheidsgraden is tevens in deze tabellen
vermeld.
De per instituut per uitwerking berekende kwadra
tisch gemiddelden (m'p) en (m'z) van de verschillen
tussen de fotogrammetrische meting en het terres
trisch stationsgemiddelde, zijn, v.w.b. de d-punten,
op analoge wijze vermeld in de tabellen 6 en 7. In
deze tabellen duidt op het aantal verschillen.
Met het oog op de beoordeling van de spreiding
van de bovengenoemde verschillen, zijn deze per
instituut per uitwerking en per puntsoort gerubri
ceerd. Van de hieruit op eenvoudige wijze af te
leiden histogrammen zijn enkele voorbeelden ge
geven in fig. 6. De daar afgebeelde histogrammen
hebben, uitsluitend voor de uitwerking 1 1:6000
vm), per instituut 0 tot en met 9 betrekking op de
verschilvectoren in de planimetrie, ontbonden in x-
en een jp-component (x-as vliegrichting), van de
fotogrammetrisch gemeten dakgootpunten tot de
bijbehorende terrestrisch gemiddelde dakrand.
Tabel 6. Kwadratisch gemiddelde van de verschillen tussen
fotogrammetrische meting en terrestrisch stations
gemiddelde van o-punten. Planimetrie
Instituten
Pd
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Uitw. 1 cm
6.9
8.7
8.9
11.7
9.2
6.7
16.0
9.9
10.2
14.9
P
11.5
14.5
14.8
19.5
15.4
11.2
26.7
16.6
16.9
24.9
(n)
(207)
(208)
(207)
(199)
(208)
(130)
(117)
(124)
(127)
(117)
Uitw. 2 cm
5.8
5.8
6.4
5.8
5.6
4.5
8.8
6.1
6.6
6.4
P
16.7
16.5
18.3
16.4
16.0
12.7
25.1
17.5
18.8
18.2
(n)
(127)
(160)
(159)
(139)
(164)
(113)
(142)
(146)
(160)
(144)
Uitw. 3 cm
7.5
7.9
8.8
10.1
8.9
6.3
14.6
8.1
8.8
10.6
P
12.6
13.1
14.7
16.8
14.8
10.5
24.3
13.6
14.6
17.7
(n)
(214)
(217)
(214)
(205)
(218)
(234)
(224)
(229)
(236)
(217)
Uitw. 4 cm
6.3
5.8
4.6
6.6
6.2
4.1
9.3
4.2
4.9
5.7
P
18.1
16.5
13.1
18.8
17.8
11.8
26.5
12.1
14.0
16.2
(n)
(166)
(169)
(169)
(157)
(170)
(176)
(166)
(176)
(178)
(173)
Uitw. 5 cm
8.6
9.0
9.7
15.5
10.6
9.9
P
14.3
15.1
16.1
25.8
17.6
16.5
(n)
(104)
(110)
(75)
(64)
(78)
(74)
Uitw. 6 cm
5.6
5.9
7.4
8.8
5.7
7.0
6.4
P
16.0
16.7
21.2
25.1
16.2
20.1
18.2
In)
(86)
(88)
(81)
(77)
(81)
(79)
(81)
Uitw. 7 cm
5.1
8.2
12.1
12.6
8.6
10.7
9.4
P
8.6
13.7
20.2
21.1
14.1
17.8
15.7
In)
(112)
(116)
(118)
(117)
(122)
(113)
(116)
Uitw. 8 cm
6.6
6.8
10.2
8.8
4.6
5.7
4.8
P
19.0
19.3
29.0
25.1
13.1
16.4
13.6
(n)
(84)
(86)
(26)
(83)
(96)
(96)
(53)
Tabel 7. Kwadratisch gemiddelde van de verschillen tussen
fotogrammetrische meting en terrestrisch stations
gemiddelde van o-punten. Hoogte
(m'2!
Instituten
d
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Uitw. 1
cm
15.6
16.1
17.4
20.6
19.8
14.5
18.2
17.8
20.4
23.4
P
26.0
26.9
28.9
34.3
33.0
24.2
30.3
29.7
34.0
39.1
(n)
(207)
(208)
(207)
(199)
(208)
(130)
(117)
(124)
(127)
(117)
Uitw. 2
cm
12.4
10.5
12.2
16.8
10.1
17.4
13.6
12.9
12.8
17.5
P
35.5
29.9
35.0
48.1
28.9
49.7
38.8
36.8
36.6
50.1
(n)
(127)
(160)
(159)
(139)
(164)
(113)
(142)
(146)
(150)
(144)
Uitw. 3
cm
13.9
18.0
14.6
15.1
11.9
12.7
19.7
20.0
20.6
20.3
P
23.1
30.0
24.3
25.1
19.8
21.1
32.8
33.4
34.3
33.8
(n)
(214)
(217)
(214)
(205)
(218)
(234)
(224)
(229)
(236)
(217)
Uitw. 4
cm
14.1
10.5
8.2
11.8
9.7
8.0
10.0
11.3
12.2
14.6
P
40.1
30.0
23.4
33.8
27.8
22.8
28.6
32.3
34.9
41.8
(n)
(166)
(169)
(169)
(157)
(170)
(176)
(166)
(176)
(178)
(173)
Uitw. 5
cm
20.6
11.7
22.2
23.5
13.3
32.0
P
34.3
19.4
37.0
39.1
22.1
53.4
(n)
(104)
(110)
(75)
(64)
(78)
(74)
Uitw. 6
cm
11.8
7.2
21.6
8.7
9.5
17.0
16.9
P
33.8
20.5
61.7
24.8
27.1
48.6
48.3
(n)
(86)
(88)
(81)
(77)
(81)
(79)
(81)
Uitw. 7
cm
12.3
14.2
18.7
15.2
17.7
30.1
20.5
P
20.4
23.7
31.2
25.3
29.5
50.2
34.1
(n)
(112)
(116)
(118)
(117)
(122)
(113)
(116)
Uitw. 8
cm
16.9
8.8
37.7
10.3
8.4
14.1
10.2
P
48.3
25.2
107.6
29.5
24.0
40.3
29.0
(n)
(84)
(86)
(25)
(83)
(96)
(95)
(53)
(rel.freq. a 0,0125; klassebreedte: 2cm.)
Fig. 6. Componenten verschilvektoren a-lijneninstituten
0-9; uitwerking 1 (1:6000, voormiddag).
ngt 74
153