Bericht
4.7 Zeegeodesie
De sector BV is in de subgroep slechts zeer summier be
sproken in verband met de recente uitvoerige behandeling in
de Onderwijscommissie.
4.8 Onderwijs
Deze sector is pro memorie toegevoegd. Het is van groot
belang dat liet programma van de basisstudie zodanig is dat
bestaande onderwijsbevoegdheden geen gevaar lopen.
5 Behoefte aan geodeten
5.1 Algemene beschouwingen
De subgroep is niet toegekomen aan een gefundeerde schat
ting van de plaatsingsmogelijkheden in de diverse sectoren,
maar verwacht dat eventuele wijzigingen slechts geleidelijk
tot stand zullen komen. De vraag van bijv. grondbedrijven is
mede afhankelijk van het gekwalificeerde aanbod. Een
grotere mobiliteit van jonge ingenieurs, speciaal die van het
kadaster, zou in dezen gunstig kunnen werken. De latente
behoefte aan een figuur als de Engelse „surveyor" (bij\. van
de „general practice"-soort) wordt groot geacht, maar een
opleiding die hierop geheel gericht is kan niet meer als een
keuzerichting van de studie voor geodetisch ingenieur
worden beschouwd.
De subgroep verwacht niet dat de eventuele aanpak van
grote landelijke projecten tot een blijvende sterke toe
neming van de vraag naar geodetisch ingenieurs zal leiden.
Denkt men bijv. aan een project als een landelijke groot
schalige basiskaart, dan zal de opzet, en de ontwikkeling
van de te gebruiken methoden door een gering aantal
ingenieurs geschieden; de uitvoering is daarna bedrijfsmatig
produktiewerk waarvoor evenmin een groot aantal ingenieurs
nodig is.
5.2 Werkkring afgestudeerden
Aangezien elke voorspelling voor een deel op extrapolatie
gebaseerd moet zijn wordt hier een overzicht gegeven van de
werkkring van geodetisch ingenieurs die in de periode van
1 januari 1960 tot 1 januari 1972 zijn afgestudeerd. Het
overzicht is gebaseerd op een onderzoek van dr. Bogaerts
dat de periode tot 1 januari 1970 besloeg en dat door mevr.
Beneder in de toenmalige werkgroep Doelstelling ter be
spreking ingebracht werd.
In de periode tussen 1 januari 1960 en 1 januari 1972 zijn 144
geodetisch ingenieurs volgens de normale regeling afgestu
deerd. De werkkring van 131 van hen is bekend, 1 studeert
medicijnen, 2 zijn overleden.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebieden waar
de 131 geodetisch ingenieurs werkzaam zijn, uitgesplitst naar
afstudeerrichting. Door een verschil in opzet vallen deze
gebieden helaas niet samen met de in dit rapport gebruikte
sectoren; bovendien was het niet mogelijk tussentijdse ver
anderingen t.o.v. het oorspronkelijke overzicht (dat van 120
ingenieurs de werkkring gaf) te achterhalen. De volgende
aanduidingen zijn gebruikt:
a hogere geodesie en puntsbepaling
b fotogrammetrie
c planologische geodesie
d exploratie
i „ingenieursgeodesie"
w wiskunde, statistiek, computers
x andere niet-geodetische werkzaamheden
afstudeerrichting
werk- geof.
kring a be d ab be opsp. totaal
13
11
52
1 6
3
3
2 13
22
8
totaal 49 32 45 1 1 2 1 131
De werkgevers van de 131 g.i. wier werkkring bekend is zijn:
Kadaster 35
Buitenlandse instituten en bureaus 17
THD II
Particuliere niet-geod. bedrijven 13
Heidemij, Grontmij 9
Andere onderwijsinstellingen 8
Niet-geod. overheidsinstellingen 6
Rijks- en Prov. Planol. Dienst 5
Waterstaat 4
KLM 3
ITC 4
Gemeenten 3
Particuliere bureaus 2
Gasunie
NAM 2
Dienst Zuiderzeewerken 2
NS 1
Decca
Lufthansa I
Zending 1
TENTOONSTELLING „MET LOOD EN LIJN"
4 EEUWEN HYDROGRAFIE
Tot 30 september wordt ter gelegenheid van het 100-jarig
bestaan van de afdeling Hydrografie van het ministerie van
defensie een hydrografische tentoonstelling gehouden in het
Maritiem Museum „Prins Hendrik" te Rotterdam. Deze
tentoonstelling geeft, middels oude en nieuwe kaarten en
instrumenten, een overzicht van de Nederlandse zeekaartering
vanaf de 16e eeuw tot nu. Er wordt tevens een film vertoond
over hydrografie en loodswezen. De omvangrijke en rijk ge-
illustreerde catalogus is verkrijgbaar voor 12,50.
a
10
1
2
b
4
5
2
c
4
15
33
d
3
1
ac
2
ab
i
3
8
1
2
w
13
7
2
X
2
3
3
174
ngt 74