consequentie van dit uiteendrijven. In dit opzicht is het vulkanisme door deze hele zone heen, zoals bijv. IJsland, de Azoren en Tristan da Cunha, een be vestiging van het gevonden bewegingsmechanisme. In de seismische actieve randgebieden van continent oceaan zoals rond de Pacific, en van continent continent zoals de Himalaya en het Middellandse- Zeegebied, komt voornamelijk horizontale druk voor, al of niet loodrecht op de ketens. De breuken zijn van het type opschuiving, over- en onderschui ving of transcurrente zijschuiving, altijd resulterend in een korstverkorting in de richting van de maxi male drukcomponent. Dit wijst op een samen- schuiving van korstdelen ten opzichte van elkaar, welk beeld bevestigd wordt door de gebergteketens die deze zones markeren. In de continent-continent sectoren leidt deze samen- schuiving tot een verdikking van de aardkorst tot twee- of zelfs drievoudige waarden van normaal zoals bijvoorbeeld in de zone tussen de continentale blokken van India en Azië. In de oceaan-continent sectoren leidt de samenschuiving tot een onder duiken van de oceanische lithosfeer of gesteente- schaal schuin onder het continent de aardmantel in. Tot diepten van 600 km en meer kan deze oceaan- lithosfeer zijn identiteit nog bewaren, wat tot uiting komt in de erin voorkomende intermediaire en diepe aardbevingen. Ten opzichte van de oceanische lithosfeer is het materiaal waaruit het continent bestaat zo licht dat een onderduiking ervan in het zwaardere mantel materiaal niet mogelijk is. Dit verschijnsel van onderduikende platen treedt dus bij continent-continent botsingen niet op. 5.2 Grootte van de bewegingen Uit de seismische wereldkaart (fig. 7) volgt onmid dellijk de voornaamste indeling van de aardkorst in blokken of platen. Te onderscheiden zijn 6 grote platen, t.w. die van de beide Amerika's, van Eurazië, van Afrika, van India-Australië, van Antarctica en van de Pacific. Kleinere platen en scherven rang schikken zich ertussen zoals bijv. de Nazca- en Cocosplaten ten westen van Zuid- en Midden- Amerika, de Caribische plaat, de plaat van de Scotiaboog, de Philippijnse Zee, verschillende kleine shallow, o intermediate and deep focus earthquakes actively spreading ridge crests schematic directions of movement EURASIAN AFRICAN PACIFIC o« INDIAN I fZ ANTARCTIC Fig. 7. Schematisch beeld van de snelheid van oceaanbodem spreiding (van 2x1 cm/jaar bij IJsland tot 2 x 8 cm/ jaar in de Zuid-Pacific), de richtingen van de rela tieve beweging van de voornaamste lithosfeer schollen, en de plaatsen van ondiepe, intermediaire en diepe aardbevingen. Naar F. J. Vine H. H. Hess, 1971, The Sea 4, 2, 589. ngt 74 181

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 17