Jaarverslagen Een ruwe berekening toont aan dat in de mid- oceanische ruggen per jaar ongeveer 2 km2 aan de oppervlakte van de aarde wordt toegevoegd, en elk jaar moet dus eenzelfde oppervlak verdwijnen in de zones van samen- en onderschuiving. Als we de zones apart nemen blijkt dat in Indonesië de samenschuivingssnelheid ongeveer 7 cm/jaar bedraagt, meer westelijk neemt dit af tot 4-5 cm/ jaar in de Himalaya's, 4 cm/jaar in Turkije en dan geleidelijk tot 0 afnemend door de Middellandse Zee tot aan de Azoren. Van Alaska tot aan Japan is de snelheid van 6-8 cm/jaar, in de Marianaboog tesamen met de achterliggende Philippijnen meer dan 10 cm/jaar, in de Nieuw-Guinea-sector geldt een dergelijke waarde om verder zuidelijk geleidelijk af te nemen tot 1 cm/jaar ten zuiden van Nieuw- Zeeland. In Zuid-Amerika komen snelheden voor van 3 in het uiterste zuiden tot meer dan 8 cm/jaar in Peru en tot meer dan 10 cm/jaar voor Midden- Amerika en de Antillenboog tesamen. 6 Conclusie Bij benadering zijn de huidige onderlinge bewe gingen van grote aardkorstplaten dus nu wel bekend in richting en in grootte. Dit geldt speciaal voor de oceaan-oceaan randen (de mid-oceanische ruggen) en de oceaan-continent randen (circum-Pacifische gebieden en zuidwest Indonesië). De continent-continent randen zijn gecompliceerder door de aanwezigheid van allerlei kleine splinter eenheden in de grenszone die in vele gevallen een eigen leven schijnen te gaan leiden en min of meer zelfstandige translaties en rotaties gaan uitvoeren in de contactzones. In het Middellandse-Zeegebied is de Anatolische sub-plaat een goed voorbeeld hiervan. Deze beweegt in westelijke en zuidwestelijke richting ten opzichte van de Euraziatische plaat met een snelheid die geschat wordt op ongeveer 10 cm/ jaar. Deze snelheid is dus een veelvoud van die van de berekende samendrukking van Afrika en Europa op deze plaats van ongeveer 3 cm/jaar. Deze abnor male bewegingsrichting en snelheid ontstaat moge lijk mede door het met extra snelheid noordwaarts drijven van de Arabische sub-plaat ten oosten van het Anatolische blok, en door het ook met haard- mechanisme studies aangetoonde inzakken van het Aegeische-Zeegebied. Maar een gesloten oplossing voor dit hele gebied is tot nu toe niet gevonden. De uiteindelijke bevestiging van de gevonden snel heidswaarden en van andere die nog niet duidelijk zijn vastgesteld zal alleen kunnen en moeten komen van geodetische zijde. De seismoloog zal hierbij uiteraard een belangrijke taak kunnen hebben in het aanwijzen van de plaatsen waar de meest gerede kans bestaat dat een effect geodetisch meetbaar zal zijn. Voor smalle sterk gelokaliseerde zones zoals de San Andreas-breuk in Californië, de Alpine-breuk van Nieuw-Zeeland en de Noord-Anatolische breuk wordt al gebruik gemaakt van klassieke geodetische methoden, zoals herhaalde triangulaties, geodi- meter- en laser-afstandsmetingen. Binnen een tijds verloop van enkele jaren kunnen in deze gebieden significante resultaten over de relatieve bewegingen verkregen worden. Vanwege de grote te overbruggen afstanden zal dit voor de centra van de grote platen alleen met behulp 184 JAARVERSLAG 1973 DIENST VAN HET KADASTER EN DE OPENBARE REGISTERS Uitgave: Centrale Directie Kador, Waltersingel 1, Apeldoorn In het „Ten geleide" van dit voortreffelijk verzorgde jaar verslag maakt de directeur melding van drie belangrijke ge beurtenissen 1de overgang van de dienst naar het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, 2. het begin van de interne reorganisatie en 3. de beleidsbeslissing over te gaan tot een zo volledig mogelijke automatisering van de kadastrale en hypothecaire boekhouding, met welk project nog in 1973 een begin kon worden gemaakt. De overgang naar het Ministerie van V.R.O.waarmee een duidelijke correlatie aanwezig is in doelstelling en werksfeer heeft tot gevolg dat de dienst zich meer dan voorheen gaat bewegen op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het jaar verslag maakt melding van een mogelijk belangrijke rol van de dienst bij de uitbouw en ontwikkeling van de stedelijke kernen. In het verslagjaar is de dienst ook meer betrokken geraakt bij het interdepartementaal overleg ter voorbereiding van de Landinrichtingswet. Ze is vertegenwoordigd zowel in de Commissie Landinrichtingswet als in het secretariaat van ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 20