afdeling der Weg- en Waterbouwkunde wordt voorts
de invoering van hydrometrie als keuzevak voor
bereid. Volstaan wordt hier met het noemen van
deze voorbeelden, omdat de eindstudie nog niet in
zijn geheel bij de herziening is betrokken.
Ad b. Deze wens is gericht op de inhoudelijke
structuur van de studie. Daartoe behoort in de
eerste plaats het opnieuw vaststellen van de vakken
of vakonderdelen die tot de algemene basiskennis
moeten worden gerekend en die welke in een eind-
studie met keuzevrijheid dienen te worden onder
gebracht. Daarnaast het leggen van verbanden
tussen vakgebieden en het betrekken in de opleiding
van meer gegeneraliseerde en overkoepelende ge
zichtspunten.
Ad c. Er bleek bij studenten behoefte te zijn aan
een beter overzicht van het gehele studiegebied aan
het begin van de studie, en naar een betere integratie
van verwante vakken. De externe veranderingen
zijn de gewijzigde vooropleiding (VWO) en de
- overigens nog onbekende - gevolgen van het wets
ontwerp Herstructurering W.O.
3 Hoofdlijnen van de basisstudie
Het nieuwe onderwijsprogramma heeft, evenals het
thans geldende programma, als uitgangspunt dat er
één studie is voor geodetisch ingenieur. Het geringe
aantal studenten maakt een splitsing in een meer
mathematisch-technisch gerichte opleiding en een
meer planologisch gerichte opleiding niet wenselijk.
De studie is verdeeld in een basisstudie van ongeveer
deel en een eindstudie van ongeveer deel, waarin
een zekere differentiatie mogelijk is. Een eventuele
verder gaande specialisatie moet plaats vinden in de
praktijk of door verdere studie aan de T.H., bijv.
in het kader van een promotie.
Binnen de studie zijn twee hoofdlijnen te onder
scheiden:
de mathematisch-lechnische hoofdlijn en de maat-
schappelijk-juridische hoofdlijn met in het over-
lappingsgebied een toepassingslijn. Hieronder wor
den deze lijnen geschetst; voor de inhoud van het
eerste jaar wordt daarbij verwezen naar paragraaf 4.
De mathematisch-technische hoofdlijn is te ver
delen in:
Wiskunde. Het wiskunde-onderwijs zal na het eerste
ngt 74
jaar (pakket B) relatief minder tijd in beslag nemen.
Een beperkt aantal onderwerpen, die voor de geo
desie van bijzondere betekenis zijn en buiten het
wiskundepakket B vallen, zullen in het studie
programma opgenomen worden. Deze onderwerpen
zullen in overleg met de afdeling Wiskunde nog
nader vastgesteld worden.
Mathematische geodesie. De mathematische geodesie
zal na het eerste jaar voortgezet worden met punts-
bepaling en verefifeningstheorie. Dit zal uitmonden
in een criteriumtheorie voor betrouwbaarheid en
precisie van netwerken. Een inleiding in de optima
liseringsproblemen is opgenomen.
Bovendien zullen in het basispakket de andere geo
detische onderwerpen ruime aandacht krijgen:
- kaartprojecties en geodetische berekeningen
- gravimetrie
- astronomische geodesie en satellietgeodesie.
Instrumentele geodesie. Hieronder vallen de meer
algemene natuurkundige onderwerpen, optica, me
chanica en elektronica, die in het eerste jaar aan de
orde zijn geweest, en de landmeetkundige instru
menten, waarbij de nadruk zal liggen op de elektro
nische meetinstrumenten en instrumentele systemen.
Bij de instrumentele geodesie worden bovendien de
volgende twee vakken gerekend
- fotogrammetrie, dat gezien de benodigde voor
kennis m.b.t. wiskunde en vereffeningstheorie
verdeeld is over het tweede en derde jaar.
- kartografie, dat na een inleiding in het eerste jaar
meer aandacht zal krijgen in het daarop volgende
jaar.
De maatschappelijk-juridische hoofdlijn is te ver
delen in:
Vastgoedsystemen. Na de „inleiding vastgoed
systemen" in het eerste jaar zal de volgende jaren
meer aandacht besteed worden aan:
vastgoedsystemen, registratie onroerend goed en
gemeentelijk grondbedrijf.
Planologische geodesie. In het tweede en derde jaar
zal dit onderwerp een belangrijke plaats in het studie
programma innemen. In de planologische geodesie
kan men onderscheiden: ruil- en herverkaveling,
planologie, bodemkunde en inrichtingstechnieken,
waaronder land- en stadsinrichting en inrichting
van grote civiele werken.
169