breiden, dan wel uit te werken kan worden begrensd
door regelen vervat in het herinrichtingsplan. Deze
regeling vertoont gelijkenis met die in artikel 4 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening, waar aan Gede
puteerde Staten de bevoegdheid toegekend wordt
vastgestelde streekplannen nader uit te werken. De
uitbreidingen, die geacht worden deel uit te maken
van het herinrichtingsplan, kunnen slechts betrek
king hebben op voorzieningen zoals plattelands
wegen en waterlopen, waarvan de plaats eerst is
vast te stellen als de toedelingsplannen meer con
crete vorm hebben gekregen.
Teneinde de nodige flexibiliteit zo lang mogelijk te
bewaren is in het ontwerp voorzien in de mogelijk
heid dat voor een gedeelte van een deelgebied een
herinrichtingsplan wordt opgesteld en dat het her
inrichtingsplan in gedeelten kan worden vastgesteld.
Voorts kunnen wijzigingen in de vastgestelde her
inrichtingsplannen worden aangebracht, in welk ge
val opnieuw tervisielegging van de wijziging en be
handeling van bezwaren plaatsvindt, alvorens de
wijziging door Provinciale Staten wordt vastgesteld.
Uitvoering van werken
Zodra een herinrichtingsplan of een gedeelte hiervan
door Provinciale Staten is vastgesteld kan de her
inrichtingscommissie de uitvoering van het plan ter
hand nemen. Beter dan in de Ruilverkavelingswet
1954 en ongeveer conform het ontwerp „Midden-
Delfland" zijn in het wetsontwerp de aan de eige
naren en gebruiksgerechtigden op te leggen ge-
doogplichten, tijdens de voorbereidings- en uitvoe
ringsperiode van de herinrichtingsplannen, geregeld
[10]. Schaden welke rechtstreeks het gevolg zijn van
uitvoering van werken worden vergoed door het
Rijk.
Vaststelling inbreng
De procedure voor de vaststelling van de rechten en
van de schatting in een te herverkavelen blok is in
grote lijnen dezelfde als in de Ruilverkavelingswet
1954. Dit is ook met de overige procedures in een
blok het geval. Voor elk blok wordt een lijst van
rechthebbenden opgesteld. De voor de herinrich
ting uit te voeren eerste schatting heeft evenals in
het ontwerp „Midden-Delfland" een tweeledig doel
nl. als grondslag voor de toedeling (ruilbasis) en als
basis ter bepaling van verandering in waarde als ge
volg van de herinrichting. De verandering in waarde
kan tot stand komen als gevolg van de uitgevoerde
werken en als gevolg van het plan van toedeling.
De tweede schatting heeft tot doel de waardever
andering te bepalen. Deze waardeverandering vormt
de basis voor de door de eigenaren te betalen kosten.
Stadsmeierrechten
De stadsmeierrechten worden per deelgebied op
geheven. Alvorens tot opheffing over te gaan dient
de aard en de omvang van elk stadsmeierrecht vast
te staan. Op de lijst van rechthebbenden van het bij
het herinrichtingsplan daartoe aangewezen blok
vermeldt de herinrichtingscommissie alle in het deel
gebied voorkomende stadsmeierrechten, met uit
zondering van de stadsmeierrechten die eventueel in
een ander blok liggen. In de lijst van rechthebbenden
wordt - behalve het stadsmeierrecht zelf - vermeld
of de 20e of 30e penning verschuldigd is, het bedrag
van de jaarlijkse vaste huur of pacht en het bedrag
van het overtekeningsgeld. De opheffing van de
stadsmeierrechten welke binnen een blok liggen, ge
schiedt via het plan van toedeling waarbij de stads-
meiers in plaats van het stadsmeierrecht een eigen
domsrecht toegedeeld krijgen. De opheffing van
stadsmeierrechten welke gelegen zijn buiten het blok
geschiedt door de stadsmeiers in de akte van het
aangewezen blok aan te wijzen als eigenaren van
het onroerend goed waarop hun stadsmeierrecht
rust. De onroerende goederen, welke de stadsmeiers
in eigendom verkrijgen zullen belast worden met een
schuldplichtigheid onder de naam van herinrich
tingsrente ten behoeve van het Rijk. Deze schuld
plichtigheid is samengesteld uit een drietal compo
nenten te wetenhet 20-voud van de jaarlijkse huur
of pacht, éénmaal het verschuldigde overgangsrecht
en éénmaal het overtekeningsgeld. Deze drie com
ponenten zijn reeds vastgesteld bij de lijst van recht
hebbenden. Het overgangsrecht is een percentage
(3^ of 5) van de verkoopwaarde van het stadsmeier
recht. Teneinde het bedrag van het overgangsrecht
vast te stellen dient de verkoopwaarde van het stads
meierrecht naar de toestand van het tijdstip van op
heffing (akte van toedeling) geschat te worden. Door
ngt 74
208