dom van wegen, waterlopen, dijken en daarbij be
horende kunstwerken, alsmede de landschappelijke
en recreatieve elementen, natuurterreinen en cul
tuurhistorische elementen, gelegen buiten een blok,
plaatsvindt door opneming van het besluit van Ge
deputeerde Staten in een akte en overschrijving in de
openbare registers. Binnen een blok vindt deze
overgang plaats door opneming van het besluit in de
akte van toedeling.
Procedure te herverkavelen blokken
De procedures en het verloop daarvan voor een te
herverkavelen blok betreffende vaststelling rechten
en schatting, recht van de eigenaar, andere rechten,
pacht, plan van toedeling, akte van toedeling en lijst
der geldelijke regelingen zijn nagenoeg volledig uit
de Ruilverkavelingswet 1954 overgenomen. Waar
nodig zijn bepalingen uit de Herverkavelingswet
Walcheren en ontwerp-wet Midden Delfland ge
kozen. De toedelingsaanspraak van een eigenaar van
onroerende goederen, gelegen in een te herverkave
len blok berust op zijn inbreng. Een korting tot een
maximum van 3% kan toegepast worden voor de in
het belang van de herverkaveling noodzakelijke
wegen en waterlopen en met die wegen en water
lopen samenhangende voorzieningen. Een uitzon
dering voor aanspraak op toedeling is gemaakt voor
de onroerende goederen, die de eigenaar door ont
eigening verliest. Alvorens in een te herverkavelen
blok het plan van toedeling opgemaakt kan worden,
dient het inventarisatieplan te zijn vastgesteld. Be
kend is dan welke elementen in een blok buiten de
toedeling staan. Evenals in het ontwerp wet Midden
Delfland is bepaald dat een wenszitting gehouden
moet worden en dat in het belang van de herverka
veling zakelijke rechten gevestigd kunnen worden
[12], In de lijst der geldelijke regelingen komen ten
laste van de eigenaren de waardevermeerderingen
als gevolg van de herinrichting (werken, plan van
toedeling, opheffing stadsmeierrechten). Terzake
van de door de eigenaren verschuldigde bedragen
rust op de door hen toegedeelde kavels, onder de
naam herinrichtingsrente, een schuldplichtigheid ten
behoeve van het Rijk. De herinrichtingsrente be
draagt 6% van het verschuldigde bedrag over 26 jaar.
Naast de ook in de Ruilverkavelingswet 1954 voor-
komende mogelijkheid van gelijktijdige opmaking
en tervisielegging van het plan van toedeling en lijst
der geldelijke regelingen, is in dit ontwerp geïntro
duceerd de mogelijkheid om de lijst van rechtheb
benden, de uitkomsten der schattingen, het plan
van toedeling en lijst der geldelijke regelingen ge-
gezamenlijk op te maken en ter visie te leggen. In
het bijzonder in blokken van beperktere omvang en
waarin een relatief groot deel der gronden niet wordt
geruild, kan het aantrekkelijk zijn van de mogelijk
heid van gezamenlijk ter inzage leggen gebruik te
maken. De hierdoor te verwachten tijdwinst heeft
tot gevolg dat de herverkavelingsprocedure sneller
gereed komt.
Kosten
Ten laste van het Rijk komen alle kosten van de
herinrichting voor zover deze niet ingevolge de be
palingen uit de Herinrichtingswet of krachtens
overeenkomst door anderen worden gedragen. Zoals
reeds voorgaand is vermeld komen ten laste van de
eigenaren de waardevermeerderingen als gevolg van
de herinrichting. Geheel of gedeeltelijk ten laste van
de betrokken lagere openbare lichamen komen de
kosten van voorzieningen zoals stads- en dorps
reconstructie, wegen, waterlopen, riolering, land
schap, openluchtrecreatie en activiteiten op sociaal-
cultureel terrein. In het door de betrokken Ministers
vast te stellen herinrichtingsprogramma zullen de
uitgangspunten voor de kostenverdeling voor de
onderdelen nader worden aangegeven. Ten tijde van
de opstelling van de herinrichtingsplannen zullen
nauwkeurige kostenramingen worden opgesteld.
De kosten zijn, doordat ook de streekplannen nog
niet ontwikkeld zijn, slechts zeer globaal te ramen.
In de Nota Noorden des Lands 1972 zijn de kosten
van de herinrichting op ruim ƒ900,miljoen ge
raamd.
Als eerst verantwoordelijke zal de Minister van
Landbouw en Visserij de Herinrichtingswet onder
tekenen. Tweede ondertekenaar is de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Even
eens zullen overige betrokken Ministers de Wet
ondertekenen.
210
ngt 74