5 Stand van zaken Voor een zeer groot deel van het herinrichtingsge- bied zijn nog geen streekplannen, waarin de ruim telijke ontwikkeling wordt geregeld, aanwezig. De provinciale besturen van Groningen en Drenthe hebben ten behoeve van de herinrichting prioriteit gegeven aan de opstelling van de streekplannen Oost-Groningen, respectievelijk Oost- en Zuidoost- Drenthe. Voorontwerpen van deze streekplannen zijn naar verwachting voor Oost-Groningen medio 1975 en voor Oost- en Zuidoost-Drenthe medio 1976 gereed. Vaststelling van beide streekplannen zou begin 1977 kunnen plaatsvinden. Deze snelle gang van zaken is voor een belangrijk deel te dan ken aan de aanwezigheid van planologische studies, waarin doelstellingen voor het ruimtelijk beleid voor de onderscheiden gebieden zijn neergelegd, nl. de structuurschets Oost-Groningen welke als basis voor het op te stellen streekplan is aanvaard en de in 1973 uitgebrachte en inmiddels in de Provinciale Staten behandelde discussienota Drenthe Anno gaande over de toekomstige ruimtelijke ontwikke ling van Drenthe. Voor een zo goed mogelijke af stemming van beide streekplannen op elkaar is een coördinatiecommissie benoemd. Het ligt in de be doeling het herinrichtingsprogramma en de streek plannen zo veel mogelijk gelijktijdig op te stellen en vast te stellen. Hierdoor kan worden bereikt dat enerzijds de middelen en anderzijds de planologische grondslagen voor de op te stellen herinrichtings plannen tesamen ter beschikking staan. Voorts is het mogelijk met de opstelling van herinrichtings plannen te beginnen op basis van ontwerp-streek- plannen en voorontwerp-herinrichtingsprogramma. De verhouding van streekplannen tot herinrichtings programma en herinrichtingsplannen is vooral in de Memorie van Toelichting goed uit de verf gekomen. Minder in het wetsontwerp is geregeld de verhou ding van de herinrichtingsplannen tot de gemeen telijke bestemmingsplannen. Veel hiervan wordt overgelaten aan overlegsituaties en de invloed die Gedeputeerde Staten hebben op de bestemmings plannen [13]. In het wetsontwerp is alleen bepaald dat bij de opstelling van de herinrichtingsplannen de gemeenten en waterschappen gehoord moeten wor den. In de Memorie van Toelichting wordt hier na der over vermeld dat goed overleg met de gemeen ten noodzakelijk is in verband met de opzet of her ziening van de gemeentelijke bestemmingsplannen. Voorts vormen de streekplannen de grondslag voor de gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor het gecoördineerd tot stand brengen van het herinrich tingsplan en het bestemmingsplan is goed overleg tussen de herinrichtingscommissie, gemeente en provinciaal bestuur noodzakelijk. De spilfunctie is gelegen op provinciaal niveau, aangezien zowel de streekplannen als de herinrichtingsplannen door Provinciale Staten worden vastgesteld en de bestem mingsplannen de goedkeuring behoeven van Gede puteerde Staten. Verder wordt vermeld dat de uit voering van maatregelen met betrekking tot stads en dorpsreconstructie een tijdige totstandkoming van bestemmingsplannen voor de bebouwingsge- bieden vraagt. Deze reconstructies hangen in be langrijke mate samen met de bestemmingen van de kanalen. Een aantal kanalen zal een andere functie krijgen, eveneens kan demping van de kanalen plaats vinden. Ook andere redenen van planologi sche aard of volkshuisvesting kunnen stads- en dorpsreconstructie noodzakelijk maken. De aan wezigheid van krotten en slechte woningen kan hier toe onder meer aanleiding geven. Daarbij zullen tevens de vraagstukken van midden- en kleinbedrijf betrokken dienen te worden. In het kader van de streekplannen zal nader bepaald moeten worden op welke wijze maatschappelijke verandering in de sociaal-ruimtelijke structuur ver taald kan worden [14], De gedachten gaan er naar uit een sociaal-cultureel basisplan op te stellen. In dit plan dienen de te bevorderen welzijnselementen in hun onderlinge samenhang en in relatie met de andere activiteiten van de herinrichting te worden uitgewerkt. Tot slot kan worden geconstateerd dat met grote voortvarendheid is gewerkt. Na de eerste vraagstel ling in 1969 „Ruilverkaveling in de Veenkoloniën?" heeft het in anderhalfjaar opgestelde interimrapport in oktober 1972 een belangrijke plaats gekregen in de Nota Noorden des Lands. De daarna benoemde Commissie Herinrichtingswet heeft eveneens binnen een periode van anderhalf jaar een concept-ontwerp ngt 74 211

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 21