3J Bodemdalingsmetingen in het Groninger gasveld 4e jaargang, no. 8, oktober 1974 K. Leegte 1 Introductie Het Groninger gasveld is ontdekt in 1959 door een boring die nabij Slochteren werd geslagen. Het zou evenwel nog tot ongeveer 1963 moeten duren al vorens men de omvang van het veld enigermate kende. Naarmate de schattingen van de hoeveelheid winbaar gas groeiden, werd het duidelijk dat een van de problemen die bestudering eisten de moge lijkheid van een bodemdaling betrof. Ervaringen elders hadden geleerd dat bodemdaling kan optre den als gevolg van het onttrekken van o.a. olie en water. Enkele voorbeelden hiervan zijn in Neder land: - De inklinking in de IJ-polders bedroeg over een periode van 75 jaar 1-1,5 meter. - Ten gevolge van de droogmaking van de N.O.- polder daalde de oppervlakte van het naburige oude land 30 cm, terwijl verwacht wordt dat deze daling nog lange tijd kan voortduren. - In het centrum van Enschede zijn over een periode van 29 jaar zakkingen gemeten die varieerden van 3 tot 9 mm per jaar, waarschijnlijk ten gevolge van wateronttrekking. - In het olieveld van Schoonebeek zijn gedurende 25 jaar waterpassingen verricht waarbij maximaal zakkingen van 5 cm gemeten zijn. Nog grotere bodemdalingen zijn bekend uit de Ver enigde Staten en Venezuela. De maximale zakking in het Wilmington olieveld in California bijvoor beeld bedroeg ongeveer 9 meter. Tenslotte nog het voorbeeld van de San Joaquin en Santa Clara val leien in California waar door wateronttrekking voor irrigatie een gebied van ±8000 km2 zakte met grootste dalingen van ±7 meter. Het water werd daar gepompt uit lagen die zich op een diepte van 60 - 600 m bevonden. Over bodemdaling ten gevolge van gaswinning is praktisch niets bekend. Vrijwel alle bekende geval len van bodemdaling ten gevolge van vloeistofpro- duktie betreffen reservoirgesteenten van relatief jon ge geologische datum (post Eoceenj.Deze ondiep tot matig diep gelegen sedimenten (d.w.z. minder dan 2000 meter) bestaan uit vrij losse zanden en kleien. Het Groninger reservoir daarentegen is van oudere datum (Perm), het ligt veel dieper (±2900 meter) en bestaat uit tamelijk geconsolideerde zandsteen. Toch werd ernstig rekening gehouden met de moge lijkheid van bodemdaling in Groningen omdat: a. het veld zo enorm groot bleek te zijn (900 km2) b. de producerende laag erg dik is (van 70 tot 200 meter), c. een totale drukval van 300 atmosfeer teweeg zal worden gebracht gedurende de exploitatieperi ode van het veld. GÉ 74 SUMMARY Measuring the surface subsidence in the Groningen gasfieid Various techniques are described to measure and study surface subsidence resulting from gas production in the Groningen field. The compaction of the reservoir rock is determined by repeatedly measuring the relative positions of radio-active bullets which have been placed at regular intervals in the walls of a number of drilled holes. The compaction of shallow quaternary sediments is derived by measuring at the surface, the shortening of a cable, anchored at the bottom of a 400 meter deep open hole, at a number of locations. Precision levelling surveys have been carried out over the Gro ningen gasfieid and surrounding area since 1964 involving now some 1300 benchmarks. The results of these surveys are discussed. Voordracht gehouden op de NVG-studiedag „Bodem bewegingen", 10 mei 1974 te Utrecht. ngt 74 193

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 3