dient gemiddeld 0,75 mm te bedragen, terwijl deze fout niet groter mag zijn dan 1 mm. Het veldwerk is steeds uitgevoerd met het Zeiss Jena waterpas instrument Ni 007. 2.3.1 De waterpassing in 1964/1965 Het net met een totale lengte van 350 km bevatte 21 kringen en was verbonden met 6 vaste punten. Allereerst werd een z.g. vrije vereffening uitgevoerd, dat is een vereffening waarbij alleen het net zelf- sluitend wordt gemaakt zonder rekening te houden met de hoogten van de vaste punten. Een vrije ver effening wordt aangesloten aan één bekend peil- merk, waarvoor in dit geval (en ook in latere geval len) het ondergrondse merk te Gasselte werd ge bruikt. Via een vereffening volgens het tweede standaard vraagstuk volgden de correcties en de Q-getallen. De middelbare fout per km waterpassing werd berekend als 0,72 mm. De verschillen tussen heen- en terugmeting hadden 0,56 mm/km opgeleverd. De volgende stap bestond uit het vergelijken van de berekende hoogten van de vaste punten met hun bekende hoogten. Om de vaste punten als zodanig te handhaven dienden de gevonden hoogteverschil len binnen een bepaald tolerantie-interval te liggen. Dit interval is bepaald door de bekende nauwkeu righeid van de vaste hoogtemerken t.o.v. Gasselte en de middelbare fout volgend uit de onderhavige vrije vereffening (ook t.o.v. Gasselte). Het bleek nu dat er voor geen der punten een signi ficant verschil bestond tussen de resultaten van de waterpassing uit 1964 en de uitkomsten van de voorgaande nauwkeurigheidswaterpassing. Bij de definitieve vereffening werden dus de bekende hoog ten van alle vaste punten als foutloos ingevoerd. Deze gedwongen vereffening gaf een standaard afwijking van 0,89 mm/km, dus iets groter dan die uit de vrije vereffening (0,72 mm/km). 2.3.2 De waterpassing van 1968/1969 Het net was inmiddels uitgebreid tot ca. 890 km en omvatte 64 kringen, terwijl 7 ondergrondse merken waren aangemeten. De vrije vereffening gaf een middelbare fout van 1 mm/km. De geconstateerde hoogteverschillen met de overige ondergrondse merken werden vergeleken met de toelaatbare verschillen. Steeds bleek te gelden dat de AH's kleiner of gelijk waren aan tweemaal de middelbare fout van dit verschil. De hoogten van alle aangemeten O.M.'s werden dus als gegevens ingevoerd in de definitieve vereffening, die een mid delbare fout van 1,1 mm/km opleverde. Na het berekenen van de nieuwe hoogten van de peilmerken bleek dat de verschillen met de in 1965 berekende waarden nog nauwelijks significant waren. 2.3.3 De waterpassing van 1972 Met deze laatst uitgevoerde grote waterpassing heeft het net zijn, naar we mogen aannemen, defini tieve vorm gekregen. De lengte bedraagt thans 1266 km, het net telt 81 kringen en 166 knooppunten terwijl er 1300 peil merken aangemeten zijn. Het veldwerk werd uitge voerd door een drietal landmeetkundige bureaus. Volgens de prognose van de N.A.M. zouden moge lijk dalingssnelheden kunnen optreden tot een maxi mum van 3 cm per jaar. Aangezien de meetperiode (inclusief hermetingen) zich uitstrekte over een peri ode van bijna een jaar werden de gemeten hoogte verschillen herleid tot een nuldatum die gesteld werd op I september 1972. Van elk hoogteverschil werd het tijdstip van meting (afgerond op hele maanden) in de computer ingevoerd. Met behulp van een iteratieprogramma op de rekenautomaat werden vervolgens de gemeten hoogteverschillen gecorrigeerd. Hierop volgde de vrije vereffening, die een middelbare fout gaf van 0,6 mm/km. In totaal waren 8 ondergrondse merken in het net opge nomen. Op de eerdervermelde wijze werden de bekende hoogten van deze merken vergeleken met de bere- rekende en nu bleek dat er 4 hoogten significant waren veranderd. De O.M.'s te Heiligerlee en Wa genborgen waren duidelijk gezakt 20 mm) terwijl de merken te Zuidhorn en Vries iets waren gestegen resp. 4 en 8 mm. Besloten werd derhalve om alleen de hoogten van de merken te Gasselte, Oranjewoud, Westernieland en Bunde als gegevens in te voeren in de definitieve vereffening. De rekenautomaat Electrologica kreeg de 246 cor rectievergelijkingen met de 162 onbekenden ge- 198 ngt 74

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1974 | | pagina 8