Rapport van de Commissie Grootschalige Basiskaart 3
Nutsbedrijven" (WELREN), waaraan medewerking
wordt verleend door de landelijke organisaties van
beheerders van elektriciteit-, gas- en waterleiding
bedrijven en de P.T.T. Regionaal zijn op dit gebied
enige organisatievormen ontstaan (Provincie Noord-
Brabant, Provincie Gelderland), waarbij ernaar ge
streefd wordt door gezamenlijke inspanning tot ver
betering en uniformiteit van het kaartenbestand en
de leidingenregistratie te komen. Een andere groep
kaartgebruikers is gebundeld in de „Adviesgroep
Topografie en Leidingen" van de „Stichting tot
Ontwikkeling van de Automatisering bij de Ge
meenten" (SOAG). Deze adviesgroep, die reeds
vergevorderde voorstellen heeft voor de vorming
van databanken van topografische gegevens, heeft
als uitgangspunt voor de realisering dringend be
hoefte aan topografische basiskaarten op grote
schaal. Hoewel deze in sommige grote gemeenten
aanwezig zijn, dringt de adviesgroep sterk aan op
de vervaardiging van basiskaarten volgens een uni
form aaneensluitend systeem in het gehele land.
De Nederlandse Vereniging voor Geodesie zag door
dit alles een taak in de bestudering van de mogelijk
heden om een uniforme grootschalige basiskaart in
ons land te realiseren. Daarnaast had ook de Rijks
commissie voor Geodesie, het overkoepelend advies
orgaan op rijksniveau, waarvan vertegenwoordigers
van de universiteiten, hogescholen en rijksdiensten,
die wetenschappelijk en operationeel geodetisch
werk verrichten, lid zijn, belangstelling voor een
grootschalige kaartering van Nederland. Dit bleek
o.m. in 1971 bij de bespreking van een intern rap
port van de Werkgroep Kaartreproductie betref
fende de toepassing in Nederland van fotokaarten.
In dit rapport was een enquête verwerkt, waarvoor
de gegevens hoofdzakelijk door planologische en
civieltechnische bedrijven en instituten waren ge
leverd. Hieruit kwam duidelijk de grote maat
schappelijke belangstelling voor grootschalige kaar
ten tot uiting. De Nederlandse Vereniging voor
Geodesie en de Rijkscommissie voor Geodesie be
sloten een commissie samen te stellen aan wie werd
verzocht na te gaan hoe een grootschalige basis
kaart voor het gehele land verwezenlijkt zou kunnen
worden. Deze Commissie Grootschalige Basis
kaart (Commissie GBK), die in 1972 haar werk
zaamheden begon, bestaat uit de volgende leden:
Ir. G. A. van Wely, voorzitter
lector in de landmeetkunde aan de Landbouwhogeschool te
Wageningen
Dr. Ir. M. J. M. Bogaerts,
wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Technische Hoge
school te Delft
Ir. W. A. Claessen,
hoofd van de afdeling Techniek en Ontwikkeling van de
Centrale Directie van het Kadaster en de Openbare Registers
Prof. Dr. Ir. C. Koeman,
hoogleraar in de kartografie aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht
Ir. S. Rienstra,
met ingang van 1 juni 1974 opgevolgd door
Ir. A. Waalewijn,
hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat
Ir. J. A. C. E. van Roermund,
directeur van de Topografische Dienst
Prof. Ir. G. F. Witt,
hoogleraar in de planologische geodesie aan de Technische
Hogeschool te Delft
Het secretariaat is gevoerd door:
Ir. P. A. M. Vos,
doctoraal-student in de geodesie, die eind 1972 werd ver
vangen door
Ir. J. B. van Reij,
wetenschappelijk medewerker aan de Technische Hogeschool
te Delft.
In het hierna volgende hoofdstuk 2 wordt een om
schrijving en afbakening van de taak van de Com
missie gegeven. Teneinde de kaartinhoud zoveel
mogelijk af te stemmen op de wensen van de kaart
gebruikers is veel aandacht besteed aan het inwin
nen van informatie, temeer omdat de technische
kaartgebruikers niet in de commissie waren ver
tegenwoordigd. Zowel door persoonlijke contacten
met vertegenwoordigers van gebruikersgroepen, als
door het uitbrengen van een interimrapport dat op
een openbare bespreking ter discussie werd gesteld,
gevolgd door een schriftelijke enquête bij ca. 1500
kaartgebruikers, meent de commissie dat dit deel
van het onderzoek een belangrijke bijdrage heeft
geleverd om tot een technisch en maatschappelijk
aanvaardbare oplossing van het gestelde probleem
te komen.
In hoofdstuk 3 wordt verslag uitgebracht van het
verrichte onderzoek. In de bijlagen B en C worden
ngt 74
223